Familiefoto Schutter Tekst: Laura Kiesouw-Driessen Mijn ouders vertrokken in mei 1935 met de Baloeran naar Indië. Mijn vader was al eer der in Indië gezveest als stuurman bij de wilde vaart, maar mijn moe der was een baroe. Als jong meisje had ze in Suriname gezvoond, dus ze was wel gewend aan een tropisch klimaat. Mijn vader werd manager van hotel Juliana in Lahat in Zuid-Sumatra, dat toen aan de familie Dalmeijer behoor de. Het was voor hen een geweldige uitdaging om het hotel samen te runnen. Deze foto is gemaakt in 1936 op het platje van de pasang- grahan, die naast het hotel lag op hetzelfde erf. Ik speelde daar graag als kind onder de kolong van het gebouw met mijn buurmeisje Dietsje de Kieviet. Moeder had heel wat proble men met het Maleis, tot ver bazing van het hotelperso neel. Als ze bijvoorbeeld de djongos verzocht: 'Boeka tjelana', bedoelende dat hij de ramen moest openen. Ook de kebon keek verlegen als hij de opdracht kreeg 'potong ram- boet', terwijl ze bedoelde dat hij het gras moest maaien. Ikzelf was toen vijf jaar, maar kan me die tijd nog heel goed herinneren. Vaste gasten in het hotel waren de heer Lehmkuhl en Mia Mettrop, onderwijzeres op de lagere school in Lahat. Mijn ouders zijn nu beiden overleden. Mijn moeder vorig jaar op 91-jarige leeftijd. Die kan ik dus niet meer laten meegenieten van Moesson waarin onze foto afgedrukt komt te staan. Tekst: Wally Lugten Beide Indische dames hadden er na hun repatriëring uit Indonesië een gewoon te van gemaakt om op marktdag samen de stad in te gaan en boodschappen te doen. Daarvoor namen ze de stadsbus. Op de bewuste dag stapten ze met een volle boodschappentas weer op de bus die hen naar huis zou brengen. Een paar haltes ver der stapte er een man op die vlak voor hen ging zitten. Het gezicht van de man trok daarbij hun aandacht en niet bepaald omdat hij knap was, integendeel. In de veronder stelling dat deze blanda haar toch niet kon verstaan begon de kleinste van de twee: 'Adoeh seh, Non, orang itoe moekanja seperti monjet.' 'Benar, djelek, ja,' beaamde de ander. En zo hadden beide wouwen nog veel lol. De volgende gebeurtenis leert ons dat je niet op het uiterlijk van mensen moet afgaan en iemand daar vooral niet over moet uitla chen. A ls je dat doet, kun je zelf in verlegenheid worden gebracht, zoals twee Indische dames dat hebben moeten ondervinden. De man wiens uiterlijk op de lachspieren van beide dames werkte, keek niet op of om. Toen hij echter na een tijdje aanstalten maakte om uit te stappen, boog hij zijn hoofd naar de wouwen en zei wiendelijk: 'Excuseer mij dames, maar deze monjet moet uw gezelschap hier verlaten.' Nou dat hadden onze Indische dames natuurlijk niet verwacht. Deze man moet alles hebben verstaan wat ze zeiden. Hun hoofd werd zo rood als de tomaten die ze toevallig net hadden gekocht. Nadat de man uitgestapt en uit het gezichts veld verdwenen was, barstten beiden in een lachbui net als twee jonge meisjes die stie kem iets ondeugends hebben uitgevoerd. Hét vertrouwde adres voor een reis naar het verre oosten. vliegreizen assurantiën bv 44 ste jaargang - nummer 8 - februari 2000 9 Monjet A D V E R T E N T I E pviA Straat van Makassar 47 - 1183 GZ Amstelveen >|*v Telefoon 020 640 58 51 - Fax 020 640 57 60 QAM AA E-mail: info@schutter.nl ^gr

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 9