Ouderenzorg in Nederland en Indonesië Indonesische verp leegkundigen op bezoek in Nederland Tekst: Decy Eysma Vorig jaar januari werden Yoko, Ma na, Retno en Tio samen met een aantal andere Indonesische verpleegkundigen afgehaald op Schiphol. Na een inwerk- en gewenningsperiode zouden deze vier ambitieuze Indonesiërs een jaar in Eindhoven hij de Stichting Verpleging en Verzorging Eindhoven en omstreken (SWE) werk ervaring opdoen in de Nederlandse ouderenzorg. Deze mogelijkheid werd geboden door het landelijke project IHTP (International Health draining Program); een samenwerkingsverband tussen het ministerie van VWS en onder andere het Indonesische Departement voor Gezondheidszorg. Vergrijzing Yoko, Maria, Retno en Tio zijn werk zaam in drie zie kenhuizen in Midden-Java (Semarang, Klamp ok en Parakan) en wil len de hier opge dane kennis en ervaring inzetten en overdragen in Indonesië om ook daar goede zorg te ontwikke len voor de Indonesische bejaarden. Want ook in Indonesië, met name op het dichtbevolkte Java, gaat de ver grijzing toene men. Voor vertrek kre gen de vier ver pleegkundigen in Jakarta drie maanden lang Nederlandse les. Oorspronkelijk waren er negen tig kandidaten. Uiteindelijk werd het viertal via een strenge selec tie samen met zeventien anderen, uitver koren voor dit project. Hoewel ze zelf aangeven dat de Nederlandse taal hen nog steeds voor problemen stelt, redden ze zich prima in de omgang met collega's en patiënten. Dit laatste is niet zo gemakkelijk omdat ze van februari tot en met december gewerkt hebben in SWE verpleeghuis De Landrijt in Eindhoven, waar voorna melijk demente bejaarden worden ver pleegd. In Indonesië komt nog maar weinig dementie voor; de gemiddelde levensverwachting ligt daar immers veel lager, te weten 67 jaar. In Indonesië kent men overigens geen verpleeghuizen. Na ontslag uit het zie- kenhuis, worden ouderen meestal door hun familie verzorgd. In het ziekenhuis waar Tio werkt, bestaan vergevorderde plannen om een geriatrische afdeling, polikliniek en dagbehandeling voor ouderen op te zetten. Tio's baas, dr. Subroto, heeft daarom vorig jaar zes maanden stage gelopen bij de SWE en aanpalende zorgvoorzieningen in het geriatrisch netwerk. Eén dag in de week volgen de verpleeg kundigen naast hun werk, les aan het Albeda-college in Rotterdam. De lessen gaan over het werk, maar ook over (sociale) vaardigheden die je nodig hebt in Nederland en over de Nederlandse cultuur. De interesses van de vier verpleegkun digen zijn verschillend. Tio, die afde lingshoofd is in zijn ziekenhuis, heeft belangstelling voor het management en de organisatie en natuurlijk de techniek. Hij vindt dat hier in Nederland snel, efficiënt en effectief gewerkt wordt; iets wat hij in Indonesië graag zou bevorde ren. Toch zegt hij desgevraagd liever oud te willen zijn in Indonesië. Er is respect voor de cultuur in Nederland, met name voor de discipline, de direct heid en de openhartigheid. Maar de grote mond wordt niet op prijs gesteld. moessQn Grote mond 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 10