Andere officieren kregen weinig
greep op het Korps Speciale
Troepen, omdat Westerling
kon rekenen op de loyaliteit van
zijnAmbonezen
de legerleiding, met voorbijgaan van
plaatselijke en territoriale commandanten.
I rouw
De Moor laat zien dat Westerling al bij
zijn eerste optreden na de oorlog in
Sumatra leunde op een groep die hem
ook later in het KST goed van dienst zou
zijn: de Ambonese soldaten die - anders
dan veel van hun inheemse collega's - op
veel plaatsen na de oorlog de kern van de
Nederlandse militaire presentie vormden,
omdat veel Nederlandse militairen nog
niet beschikbaar waren.
Het feit dat Westerling op de persoonlijke
binnen het leger op bezwaren.
Voor anderen, zoals generaal Spoor,
stond het resultaat voorop. En dat resul
taat leek er te zijn. De veiligheidssituatie
in Makassar verbeterde merkbaar als
gevolg van de verschillende raids van de
speciale troepen.
Wat opvalt aan de beschrijving van de
operaties is de schaarste aan gegevens in
de rapporten, waardoor vaak moet wor
den volstaan met aantallen slachtoffers en
soms niet eens dat. Uit de gevechtsrap
porten komt ook naar voren dat sommige
Indonesische strijdgroepen fel tegenstand
boden en er soms in slaagden de speciale
staat Pasoendan. Een combinatie van roe
keloosheid en zelfoverschatting deed
Westerling besluiten om bijna alleen zijn
oude strijdmakkers van de speciale troe
pen - en dan nog vooral 'zijn'
Ambonezen - op pad te sturen naar
Bandoeng. Daar kregen zij vervolgens al
snel door mee te hebben gedaan aan een
uitzichtloos avontuur dat voor een aantal
van hen gevangenschap zou betekenen.
Mistig'lieiil en avonturisme
Ook Indonesische politici die contacten
met Westerling hadden gehad of onvol
doende afstand hadden gehouden, moes-
loyaliteit van 'zijn' Ambonezen kon reke
nen, maakte het voor andere officieren
moeilijk om greep op het korps te krijgen.
Binnen het KST hebben inheemse mili
tairen uit Oost-Indonesië -
Menadonezen, Timorezen en vooral
Ambonezen - een groot aandeel gehad.
In dat opzicht was het de eenheid van de
ethnic soldiers bij uitstek.
Uit de beschrijving die De Moor van de
operaties van het KST geeft, wordt dui
delijk dat het korps als een breekijzer fun
geerde ter ondersteuning van de
activiteiten van de reguliere eenheden van
het KNIL en de KI..
Net als de commandanten destijds, wijst
De Moor overigens op een aantal nega
tieve aspecten van het inschakelen van
het KSTeen passievere houding van de
reguliere troepen en het waterkussenef-
fect, waarbij de tegenstanders weliswaar
uit een gebied verdreven werden, maar
elders weer opdoken zodat de bereikte
resultaten in de regel niet beklijfden.
Zuitl-Celebes
Met name de operaties van het KST in
Zuid-Celebes vanaf december 1946 heb
ben vanwege de gehanteerde methode
veel aandacht getrokken. De contra-ter-
reur die werd toegepast, waarbij ver
meende guerrillastrijders en hun
handlangers ter plekke cn in het openbaar
werden doodgeschoten, stuitte bij velen
troepen verliezen toe te
brengen.
De speciale troepen kregen in de loop
van 1947 overigens concurrentie van de
parachutisten in hun werk als breekijzers.
De parachutisten werden beschouwd als
beter te controleren en beter opgeleid.
Dat het tussen beide eenheden lange tijd
niet boterde, viel te voorspellen. In de
praktijk werden de para-eenheden inten
siever ingezet dan het KST.
Coup
Voor Westerling was de lol er in 1947
eigenlijk alweer vanaf. De Moor schetst
een beeld van een man die, hoewel door
training daartoe geschikt, achter het net
vist waar het gaat om acties in de Tweede
Wereldoorlog. Een man met een onmis
kenbaar charisma die zich echter moeilijk
kon vinden in de hiërarchische verhou
dingen binnen het leger en het liefst zijn
eigen gang ging, daarin gesteund door
militairen die eerder trouw waren aan
hem dan aan het leger zelf.
De omschrijving van Westerling als een
djago met het korps als een persoonlijke
militie is daarom wellicht niet helemaal
misplaatst. Dat die trouw aan Westerling
zijn volgelingen in grote moeilijkheden
kon brengen, wordt duidelijk uit het ver
slag van de coup van Bandoeng in janu
ari 1950. Westerling wierp zich op als
Ratoe Adil, als beschermer van de deel-
ten dit met verlies aan politieke macht of
gevangenschap bekopen, zoals sultan
Hamid van Borneo.
Westerling zelf was overigens niet naar
Bandoeng gegaan, maar begaf zich op
een - tevergeefse - missie naar Djakarta,
vanwaar hij uiteindelijk met behulp van de
militaire autoriteiten het land werd uitge
smokkeld om grotere verlegenheid voor
Nederland te voorkomen. Dat van
Nederlandse zijde na het bekend worden
van de couppoging in Bandoeng militaire
assistentie aan Indonesië was toegezegd,
kon immers niet verhinderen dat
Nederland in Indonesië als een van de
aanstichters van de coup werd gezien.
Na de nodige avonturen in Singapore
kwam hij uiteindelijk in Nederland
terecht, waar hij in 1951 onder meer
betrokkken was bij een poging om
wapens naar Ceram te smokkelen voor de
Republiek der Zuid-Molukken. In later
jaren dook zijn naam nog regelmatig op
bij ondernemingen die zich vooral ken
merkten door mistigheid en avonturisme.
Westerling's Oorlog
Indonesië 1945-1950
doorJ.A. de Moor
Balans: 636 pag. (paperback)
ISBN 90 5018 425 1
prijs f 69,50
44 ste jaargang - nummer 9 - maart 2000
13