Hansi epansi e Ve rhalen van een reisleider Tekst: R. Binkhuijsen kif iaar oud was hij. Als iemand hem naar zijn leeftijd vroeg, ant woordde hij echter altijd: 'Bijna twaalf Op de deelnemerslijst hat I Bert gezien dat dit 'hijna nog ruim tien maanden zon duren, hn hij vroeg zich af waarom zo n knulletje nou een vierentwintig-daagse rondreis door Indonesië maakte, hn vooral ook wat hij, Bert, als reisleider met een joch van elf jaar aan moest! Hij informeerde voorzichtig bij de ouders. Zij verzekerden Bert dat Hans zeer geïnteresseerd was in de cultuur en natuur van verre landen. Overigens bleek Hans, die beslist geen Hansje genoemd wilde worden, een bijzonder aardige knul. Zijn gedrag was een aangename combi natie van volwassenheid en kinderlijke spontaniteit. Iedereen in de groep mocht hem graag. Op situaties waarin menig volwassene alarm zou hebben geslagen, reageerde hij merkwaardig verstandig. Zo ontdekte hij eens een grote, zwarte tor met een angstaanjagend gehoornde kop in de lade van het nachtkastje. Rustig sloot hij de lade en ging naar Bert om een leeg sigarettendoosje te vra gen. Nadat hij eerst zijn vangst getoond had, liet hij de zwarte tor in de struiken vrij. 'Komen hier veel gevaarlijke slangen voor?' vroeg hij eens aan Bert tijdens het ontbijt. Hans had de vorige avond op het pad langs hun kamer een slang gezien. Hoewel verrast door het plotse ling naderen van een mens, was de slang niet weggevlucht. Dreigend richtte hij zich in het midden van het pad op. Wat deed Hans toen? Helemaal niets. 'Ik dacht dat iedereen wel wist dat je doodstil moet blijven wachten tot de slang vanzelf weggaat.' Om zijn moeder niet onnodig te verontrusten, vroeg hij Bert om niets aan haar te vertellen. Op Lombok betrapte Bert Hans eens op een avond toen hij met een zaklamp in het gras aan het schijnen was. Bert vroeg of hij iets kwijt was. Nee, Hans was niets kwijt, maar had Bert nooit gemerkt dat er zoveel kikkers waren? En dat ze zo eigenaardig in een kringetje zaten met de koppen naar het midden. En maar kwa ken. Als hij met de zaklamp scheen, hield alleen het kwaken op. Maar de kik kers bleven zitten. Wist Bert hoe dat kwam? Toen een verklaring uitbleef, beloofde de kleine natuurvorser het eens aan de bioloog te vragen. Deze had Hans ook al eens de werking van het kruidje-roer-me-niet uitgelegd. Diner Inj cle prins De honger van Hans naar kennis was onverzadigbaar. Steeds weer verbaasde de omgeving zich om zijn belangstelling in alles wat de rondreis bood. Maar nooit was hij in zijn gevraag onuitstaanbaar. Weliswaar een wijs kind, bleef hij toch bij alles gewoon een kind. Dat bleek uit zijn geestdrift bij het rond- plassen in het zwembad, het oplaten van een vlieger aan het strand op Bali of het zich overmatig bedienen van het ijs bij het buffet. Slechts twee keer kon Bert hem bettappen op een barstje in deze voor een kind bewonderenswaardige spanningsboog. De eerste keer gebeurde dat bij een lang durig optreden van een dansgroep, dat in de reisfolder 'diner bij de prins' in Yogyakarta werd genoemd. Na een ver moeiende dag met uitgebreide excursies en een overvloedige maaltijd, was Hansje duidelijk aan het eind van zijn Latijn. Tijdens de derde dans die langzaam en gedragen werd uitgevoerd op de slaapver- weklcende maat van de Javaanse gamelan, ging Hansje, ja Hansje!, onderuit. Vanaf de zijkant, de groep overziend, zag Bert hoe het koppetje van de jongen scheef wegzakte, de oogleden zwaar, totdat hij geheel tegen zijn moeder aanleunde. Hansjepansje, de ttoetelnaam waarmee zijn moeder hem furieus kon maken, sliep. Zelfs de zware dreun van de gong die de muzikale strofen van het orkest markeerden, maakten hem niet waltker. Pas op weg naar het hotel hoorde Bert de jongen weer, toen hij zich vergaapte aan de drukte in de straten van Yogyakarta, een studentenstad die nooit schijnt te sla pen. Bloedzuiger De tweede keer was het dramatischer. Tijdens een wandeling door een cacao plantage ontdekte Hans een rode plek op een van zijn schoenen. Er sijpelde bloed door de vetergaten van zijn witte Nikes. Verschrikt riep hij zijn vader erbij, die er ook niet gelukkig mee was. Bert liet hem beide schoenen uitdoen en zijn met bloed bevlekte sok. Hans begon hevig te sniltken en de tra nen stroomden hem over de wangen. Krampachtig hield hij zijn vader vast: helemaal Hansjepansje. De oorzaak van dit bloederige incident werd spoedig gevonden. Een bolle, volgezogen bloed zuiger zat bij zijn grote teen. Het bloed zat over de hele wreef verspreid. Het was geen leuke aanblik. Toen Hans dit zag, begon hij nog heftiger te snikken. Hij wendde het hoofd af, toen Bert voorzichtig met behulp van wat tabakswater het verzadigde beest lospeu terde. Daarna ontsmette hij de wond. Het viel allemaal best mee. Tijdens de hele behandeling Hemde Hans zich aan zijn vader vast: één hoopje ellende. Hij weigerde verder te wandelen. Bert bleef bij de jongen in de bus. Stil keek die voor zich. Af en toe kwam er nog een snik. Bert pijnigde zich het hoofd suf over een manier om hem te troosten. Pas toen Bert vroeg: 'Hans, hoeveel jon gens in jouw Has, denk je, hebben ooit een bloedzuiger in hun schoen gehad?' Ineens Haarde zijn gezicht op. Geen gesnik meer. Even later, starend naar zijn blote voet, met alleen nog wat restjes rood bij de tenen, zei hij zacht: 'Ik ben tenslotte al bijna twaalf.' Uw eigen villa op het eiland van de goden. Compleet vanaf 53.000,- all in. INDO/"VILLA 14 moessQn ADVERTENTIE Kantoor: Bleekstraat 27, 5611 VB Eindhoven Telefoon+31(0)40-21 127 18 Fax +31(0)40-22 186 65

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 14