Vijf minuten moessQn It was very much the start of the space program that gave us the opportunity to miniaturize. This reduction in size gave us the PC, the personal computer. We use them in offices and at home and IT1 never forget when I came home with the first Macintosh (Apple) in 1984, I believe. It was unbelievable what you could do with a computer then and even more so now. Its applications are manifold, in businesses, schools, banks, at home. Just to mention a few, there is networ king, e-mail, games and let's not forget all the scientific applications. We wouldn't know what to do without com puters. We have opened a Pandora box with the invention of the abacus! I )inosaurs Remember the little wind-up phono graph? The 78rpm records followed by the vinyl 33rpm long-playing ones? You had to be so careful with them, the 78's would break, the LP's would scratch easily, the stylus could damage the grooves and horrible hiss would be the result, plus the ticks, clicks and pops. Remember? The 78's disappeared in the Fifties or thereabouts, when the LP's took over and those are still around, mostly in the homes of collectors, who have the equipment to plav these 'dinos aurs'. Now we have the CD, the compact disc. It is small, light, shiny, and a laser reads all the pits, the data pressed into its metallic surface. You pop it into a small machine and it will play the music with utmost fidelity. It is durable, it doesn't break, it can scratch, but the laser will read through a lot of scratches. Nevertheless, I shall save my 'vinyls' just for old times' sake. There is no stopping technology, or his tory, or anything else. Even the Berlin Wall-man - symbol of the separation of the German people into East and West Germans - had to fall. East Germans were protesting its existence having lived behind that Wall since 1961. They could travel to Communist bloc nations but not to the West until, after protests and demonstra tions, the East German government lif ted travel restrictions and het hek was van de dam. People started to demolish the Wall by chipping away at it. By mid- December 1989 about 325 thousand East Germans had come to the West. The Cold War had finally come to an end. Tekst: Henk Vermeiden Het is oktober Q IÖ. Twee maanden na de Japanse capitulatie. Nee, niet na de 'bevrijding', want vrijwel niemand in Azie is op 5 augustus bevrijd en ook niet later. Wan t bet is geen bevrijding als je van de ene levensgevaarlijke situatie in de andere komt. De plaats van het moment is de Moesiweg in het Tjidengkamp in Batavia, 's avonds tussen tien en elf uur. Dit vrouwenkamp, was weliswaar open - men kon er uit - maar was gelukkig nog omheind. Er waren al honderden vrou wen en kinderen op eigen risico vertrok ken. Veel plaatsen waren ingenomen door mannen, die op eigen gelegenheid uit andere kampen waren gevlucht op zoek naar hun naasten. Daar behoorde ook ik toe. Boycot Er was genoeg te doen. Het land was in een bestuurlijke chaos. Ik was toen bijna 20 jaar en ik bestuurde een van de drie trucks die het kamp rijk was. Ik had mid- dagdienst gehad tot de avondklok van tien uur, dus de volgende ochtend had ik weer dienst. Ik moest dan om zes uur met tien zwaar bewapende Ambonezen en een sergeant drie ritten maken naar markten aan de rand van de stad om het dagelijks voedsel voor het kamp te kopen. De boycot van groepen gewapende jon gelingen van de bevolking maakte dat gevaarlijke ritten, waarbij al verscheidene doden en gewonden waren gevallen. Ik liep van de poort naar m'n hok, waar ik sliep: een stenen kamer met een gat als raam en deur. Ik had een riem om, waar drie handgranaten aan geklemd zaten en een patroontas met vijftig kogels. In m'n riem gestoken een Mauserpistool en over m'n rug had ik een karabijn. Dit was mijn uitrusting voor de voedselritten: op ande re ritten had ik meestal alleen een kara bijn. Ik liep wel in uniform omdat het Engelse oppercommando had bepaald, dat de doodstraf stond op burgers die gewapend rondliepen. Ik was echter niet in militaire dienst, maar er was een tekort aan chauffeurs, die de weg goed kenden en de taal spraken. Op deze manier was er, tot ieders tevredenheid, wat op gevon den. Dwarsfluit Die dag was het kamp weer eens aange vallen. Hier en daar viel nog een schot, maar het was donker, geen straatverlich ting, dus had schieten weinig zin. Het verraadde alleen je positie. Terwijl ik over de straat liep - de bermen konden in het donker niet gebruikt wor den, want alle rioolputten waren open omdat de beerputten van de huizen al lang vol waren - met alle besognes van het overleven en niet wetende of je mor genavond hier weer zou lopen, hoorde ik ineens het wondermooie geluid van een dwarsfluit, die de solopartij van een fluitconcert speelde. Toen zag ik ook waar het vandaan kwam. Er was een verlicht open raam in een overigens donker huis en in het midden van de kamer stond een man met zilvergrijs haar te spelen. Ik stond stil en de absurditeit verbijster de mij aanvankelijk. Je staat in een bele gerd kamp met mensen, die allen nog lijden aan de fysieke en psychische gevolgen van de internering. En daar staat een man in de stille, tropische nacht wonderschone geluiden aan een fluit te onttrekken. Relativiteit Ik kreeg tranen in mijn ogen en kippen vel. Ik had al jaren geen muziek meer gehoord. Veel later, wanneer alle beleefde momen ten pas hun belang krijgen, realiseerde ik mij dat die paar minuten mij de relativi teit van alles liet zien. Dat er ook nog andere zaken waren dan alleen maar bezig te zijn met je eigen overleven en dat van de groep. Dat het einde van de oorlog toch veranderingen kon brengen. Dat er zaken waren, die niet met eten, slapen en ziektes te maken hadden en toch waard waren te verwezenlijken en te beleven. Om verder te gaan, om de zaken in het gareel te Hijgen, om weer een toekomst te zien, om te zorgen dat die er was. Dank onbekende man, met uw onbeken de, prachtige, romantische muziek, voor die paar belangwekkende momenten. Ik zie het nog voor me, alsof het gisteren was, zeker als ik een fluitconcert hoor. 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 20