Kapal LeLel moessQn Tekst: Cor Roelofs Na Jo soevereiniteitsoverdracht werd het KLM Interinsnlair Bedrijf overgedragen aan Indonesië en daarmee ook ruim twintig Dakota's en een zeven tal C atalina vlieghoten. IIet KLM personeel werd ondergebracht in een assistentiegroep die de taak had het bedrijf, onder de naam Garuda Indonesian Airways, voort te zetten en de opleiding van Indonesisch personeel ter hand te nemen. I)e nieuwe machthebbers moesten i>i Indonesië overal hun neus laten zien en er loyale bestuurders plaatsen. Daarom werden legio charters uitgevoerd naar alle uithoeken van de archipel. Snuffelend door mijn oudste logboek kwam ik er een tegen, een charter van acht dagen met de toen juist benoemde gouverneur van Celebes, het tegenwoordige Sulawesi. Kippenpootjes De dag voor vertrek werd met het vlieg tuig, een Catalina, een korte proefvlucht gemaakt, zodat zeker was dat alles werkte. De uitrusting werd gecontroleerd en aan gevuld met onderdelen, gereedschap, navigaüemateriaal en zo nog het een en ander. Als je een tijd van huis bent, moet je met alles rekening houden. Ook de ste ward had een eigen wensenlijstje om het zijn gasten naar de zin te maken. De eerste dag vlogen we naar Surabaya en maakten daar een nachtstop. De vol gende dag kwam het hoge gezelschap aan boord en gingen we op weg. Eerst naar Makassar, in tweeënhalf uur. Bij aan komst stond er een erewacht met muziek, het volkslied, de hele bubs. Na een uur oponthoud gingen we verder naar Kendari, een stad op de oostelijke kant van het eiland, bekend om zijn zilver werk. Twee uur later streken we daar neer op het water van een baai en maakten vast aan een boei. Vanaf de oever klonk bam- boemuziek en er verscheen een motor bootje die het gezelschap meenam. Wij maakten het ons gemakkelijk en lieten ons door de steward verwennen met warme kippenpootjes. Het was bloedheet in de cabine en we deden de noodluiken open voor wat frisse lucht, kregen slaap en deden een tukje. Donkere vlek Het vliegtuig zwaaide langzaam door de wind heen en weer en leunde beurtelings op de ene drijver en dan op de andere. Lodderig zag ik het aan: 'Hé, hoe kan dat nou? Die drijver komt veel minder uit het water dan eerst!1 Vlug opende ik een luik in de vloer en ja hoor, daar stond een sloot water in het schip. Het lek was snel gevonden: een gebroken luchtleiding van het onderstel. Ik stopte mijn balpen in de slang, nu nog het water eruit. Daartoe bevond zich een kleine aggregaat met waterpomp aan boord. Het had de reputatie dat je het motortje nooit aan de praat kreeg als je het nodig had. Het geluk was met me, want bij de eerste ruk kwam het met een hevig gesputter tot leven en ging het water overboord. Was dat even schrikken! We waren nu goed wakker en maakten het vliegtuig Haar voor vertrek. De bamboe- muziek was weer te horen en even later kwam het motorbootje eraan. Zodra het gezelschap aan boord was, startten we de motoren en gingen op weg naar Ivolonedale. Een Heine twee uur later streken we neer op zee en werd het gezelschap van boord gehaald. Meteen startten we weer en twee uur later kwamen we net voor donker in Makassar aan, dat moest, want 's nachts vlogen we niet! Vlug gaf ik de machine haar inspectie, verwisselde de gebroken leiding en dan gauw met z'n allen naar de stad voor een bad, een koud biertje, wat eten en slaap. Met al die landingen en acht vlieguren was het een lange dag geweest. De volgende morgen vroeg gingen we terug naar Kolonedale, piHen het gezel schap op en vlogen door naar Palu aan de westkust. De plaats is gelegen aan een lange inham die lijkt op een Noorse fjord, alleen groener en heter. We maakten vast aan een boei en het gezelschap verdween naar de wal. Zij zouden enige uren wegblijven, dus maaHen we het ons makkelijk, hemd en schoenen uit. Helaas hadden we geen hengeltje bij ons, dus lummelden we wat rond en staarden vanaf de vleugel in het glasheldere water. Dat lokte: zou je hier kunnen zwemmen? Zijn er haaien? Ja, waar niet in de zee! Liggend op de vleugel praatten we hier over en op het moment dat we in het water tuurden, kwam er een donkere vlek in het water. Onze ogen puilden uit, een enorme rog van wel vier meter Hapwiekte statig voorbij. Nou kan men wel vertellen dat deze beesten niet gevaarlijk zijn, voor ons was echter het zwemmen over en uit. Dus Hetsten en lazen we wat tot het gezelschap weer aan boord kwam, daarna startten we en landden vijftig kilometer verder aan de andere kant van de bergen in Parigi. Amfiltievlieg'tuig' Zodra het gezelschap van boord was, vlo gen we door naar Balikpapan voor de nachtstop. Hier, met vaste grond onder mijn voeten kon ik de machine weer nazien en brandstof innemen voor de vol gende dagen. Op een eiland als Celebes, dat in die tijd beschikte over slechts twee vliegvelden die duizend Hlometer uit elkaar lagen, kwam een amfibievliegtuig goed van pas. De Indonesiërs noemden dit vliegtuig een De Catalina vliegboot van Garuda op het meer van Gorontalo. 36

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 36