Tocht door de jungfle Tekst: Janet Loento In vorige nummers van Moesson vertelde ik al iets over het leven in Djambi. Dit stadje ligt halverwege Sumatra aan de oosthant m een moerassige laagv lakt e en het was er a /tijd zeer heet. In de grote vakanties zochten wij dan ook verkoeling in de hergen van de lioekit Barisan. Daarvoor moest er twee dagen gereden worden met onze volgeladen oude Chevrolet, die het in die hergen nauwelijks trekken kon. Herhaaldelijk stond ie te stomen als een locomotief en diende dan met enige blikjes koel water uit een altijd stromende slokan naast de weg weer tot bedaren gebracht te worden. Het gezin van mijn vriendinnetje had er zelfs een reis naar Java voor over om zes weken achtereen de hitte te kunnen ont vluchten. Dan gingen ze met zo'n 'to- boot' en de sonore tonen van de scheepsfluit ten afscheid bracht mij stee vast in tranen. Siamangfs Maar deze juni-vakantie werd op een heel andere manier aangepakt. De resident en mijn vader moesten juist omtrent deze tijd op tournee, het hele gewest door. Hoe ze op het idee kwamen daarbij ons gezin en dat van tante pos' mee te nemen, weet ik niet meer, maar we rukten uit met twee auto's (de BH 1 en BH 2), vier volwasse nen, vijf kinderen van drie tot en met zeven jaar, de twee Sumatraanse chauffeurs en een heleboel bagage in koffers achterop de bumper. \\"ij volgden eerst de weg naar Badjoebang, een BPM-dorp met eigen faciliteiten, zoals zwembad, schooltje en tennisbaan, èn sia- mangs in de omliggende bossen. We hoor den ze roepen en deden ze perfect na. Op buitenstaanders moet het de indruk gewekt hebben, dat beide auto's volgestopt waren met een lading apen. Daarna ging het op Moeara Tambesi af, waar we een bezoek brachten aan het controleurshuis, dat we zo goed kenden, omdat wij er zelf tien maanden gewoond hadden. Er bleek inmiddels een maraboe aangeschaft te zijn, die vrij op het achtererf rondliep. Een span nend, maar niet ongevaarlijk spel ont stond door het beest te pesten en als ie dan getergd ons probeerde aan te val len, renden wij gillend de (verhoogde) emperan op. Voor deze dag betekende dit de eerste etappe. Het hele gezelschap bleef de nacht over in de primitief ingerichte pasanggrahan met een grote gasoline- lamp in de binnengalerij, de lampoe templek in de slaapkamers en Singapore-deurtjes. 's Morgens vroeg baaien in de kamar mandi, want zelfs een lampetstel ontbrak in de slaapver trekken. Maar het was er schoon en ze konden zalige nasi goreng maken. T rekpont De volgende morgen reisden wij verder naar Moeara Tebo. Moeara betekent monding van een rivier en inderdaad zowel in Tambesi als Tebo monden de zij rivieren van gelijke naam uit in de hoofd rivier Batanghari, waar Djambi dan weer aan ligt. Ook hier sloegen wij onze tenten op in het gouvernementslogement, terwijl de heren van het binnenlands bestuur intussen omliggende kampongs en lande rijen aan een inspectie onderwierpen, kamponghoofden spraken en eventuele conflicten beslechtten. Wij vermaakten ons met de kinderen van de controleur aldaar voor wie ons bezoek ook een ver zetje was, want veel te beleven was er nu eenmaal niet in die afgelegen gaten. Moeara Boengo, ons volgende doel, had zowaar een hertenkamp. We kregen een handje zout mee, dat de dieren gretig van onze handpalmen likten. Ik zie ze nog voor me, achter dik kippen-gaas, maar was dit nu dezelfde hertensoort als in Nederland?'' Kantjils waren het in ieder geval niet. moessOn 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 8