k er geen besef van had Jeroen Brouwers 60 jaar 'Mi Tekst: Geert Onno Prins Foto's: Katell Bertrand Jeroen Brouwers Batavia1940) is waarschijnlijk de meest productieve schrijver van Nederland. Zijn oeuvre telt zo 'n zestig boeken en is net zo omvangrijk als veelzijdig: romans, verhalen, essays, polemieken, brieven, toneelstukken. Drie romans gaan over zijn land van herkomst: Het ver- zonkene (1979), Bezonken rood (1981) en De zondvloed (1988). Mijn heimwee betreft niet Indiëmaar de tijd dat ik leefde zonder te denken, ik heb heimwee naar wat in mijzelf verloren is geraakt en waar van ik zelf niet precies meer weet wat het is geweest.' Jeroen Brouwers patrieerde, zoals hij dat noemt, op zijn zevende met zijn ouders, broers en zus naar Nederland. Maar in Nederland, zegt hij, heeft hij zich van het begin af aan niet thuis gevoeld. Ik neem de trein naar Maastricht om met hem te praten. Hij woont er een half uur vandaan, net over de grens, op het platteland van Belgisch Limburg. 'Ik wil achter het behang wonen, aan de buitenkant van de maatschappij, afgezonderd, monnik achtig, ver weg, het liefst onvindbaar', zegt Brouwers. Onvindbaar, dat is het woord dat hem misschien wel het beste typeert. Uit zijn boeken spreekt een 'verlangen om er niet te zijn'. Het lijkt alsof hij in alles wat hij doet, probeert te vluchten uit de werkelijkheid zoals wij die kennen. 'Ik droom mijzelf. Ik ben niet echt gebeurd,' schrijft hij in Het verzonkene. Ik ontmoet Jeroen Brouwers op het station van Maastricht en we lopen samen naar een hotel aan de overkant. Hij heeft een mooie stem, een tenor als je het mij vraagt. Zijn ouders lazen Tong Tong vroeger, weet hij nog. 'Dat werd altijd met gejuich bin nengehaald.' Het zou een aangenaam gesprek worden, waarin hij van tijd tot tijd informeert of het wel de moeite waard is wat hij allemaal vertelt: 'Heb je er iets aan, aan dat gelul van me?' ijn grootvader van moe derskant was geloof ik -beroepsmilitair. Hij moet bij de muziekafdeling gezeten hebben, want hij was componist en uitvoerend musicus. Toen ik hem kende, als kleuter tje, heel vaag in de verte, zal hij wel met pensioen zijn geweest. Ik denk dat hij via het leger in Indië terecht gekomen is. Er zijn ook muziekstukken van mijn groot vader gedrukt. Ik heb er een paar. Veel liederen en missen van hem - mijn wor tels zijn katholiek - zijn voor de kerk geschreven en die worden nog altijd uit gevoerd in Indonesië, op dit moment. Ik bezit een ouderwetse geluidsband met door hem uitgevoerde liederen. Hij schreef die liederen op Latijnse teksten en die zijn vertaald in het Indonesisch. Ik heb moeite gedaan om meer over hem te achterhalen, maar nooit heeft iemand van Leo van Maaren gehoord. Toch moet hij een plaatselijke vermaard heid geweest zijn. In de kathedraal van Batavia werden zijn werken uitgevoerd, hij dirigeerde zelf en zat achter het orgel. Enfin, dat heb ik allemaal beschreven in Het verzonkene. Dat wat daarin staat, is allemaal authentiek, en het spijt me zo dat hij niet terug te vinden is.' "Wieniawski van Java". Hij is in de mist van de tijd, die met geen uurwerk valt aan te duiden of te meten, verdwenen.' (Het ver zonkene, bladzijde 67). 'Hij was een opvliegende, moeilijk bena derbare man, maar snel ont roerd en sentimenteel. "Hij leefde voor zijn kunst". De beo was het enige levende wezen waarmee hij kon praten zonder dat hij er ruzie mee kreeg.' (bladzijde 78j 'Mijn moeder zei dat ik qua karakter sprekend op haar vader lijk. Zo herinner ik mij hem ook. En gek genoeg: hém zie ik nog. Hij ging weg toen ik twee of drie was, toen werd hij naar het kamp getransporteerd. Ik zie dat nog. En ik ruik hem nog. Hij kon je zo stevig vast pakken, die dikke man. I»H Zeefdruk van Joost Veerkamp bij de luxe editie van De Zondvloed (uitgegumde fragmenten). Met dank aan de heer G.J. Keizer 44 ste jaargang - nummer 10 - april 2000 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 23