0
legertinnetjes, weet je wel, met zo'n uit
klapbaar handvat. En wat aten we daar?
Corned beaf. Dag in, dag uit corned
beaf. Dat kregen we van de Australiërs,
denk ik, of van de Engelsen, die ook die
geribbelde huizen meebrachten. Verder
herinner ik mij van het huishoudelijk
bestaan nauwelijks iets. Maar dat vraag
je je als kind ook niet af, hoor.'
Leef je nog, als ik dit later zal
opschrijven, als ik schrijver ben
geworden en ik mij jou niet meer
herinner, maar nog wel weet dat
je er ooit was?' (De zondvloed,
336).
'Wat ik me wel herinner, dat is het vrij-
gevochtene van het leven daar in
Balikpapan. Dat is vrij authentiek in De
zondvloed terechtgekomen. Achter ons
huis begon in letterlijke zin het oerwoud,
de oetan.
Het krioelde, barstte, het miegelde er
van de apen. Voor een kind is dat toch
prachtig? Prachtig. Ondernemingen, hè?
Je ging het oerwoud in - wat niet mocht
natuurlijk van je ouders - en je ontdekte
er van alles.
Eigenwijs, niet bang. Natuurlijk niet.
Waarvan? En inderdaad vond ik daar
een huis dat daar ooit gestaan had. Dat
was vervallen, dat was een ruïne.
Helemaal overwoekerd met groen. En
dat werd mijn schrijfhuis. Exact zoals in
De zondvloed staat. En daar stond inder
daad een stalen bureau. Ook helemaal
verroest en vervallen. Daar zat ik onder
en schreef ik mijn Vliegenboek. Het is
echt zo. En ook dat vriendinnetje - ze
heet tikoes in het boek, maar in het echt
Melati - ook zij is echt. Natuurlijk zwaar
geromantiseerd, omdat het jaren na dato
is geschreven en je wil er een romanti
sche vleug aan geven. Dat vriendinne
tje... wat zal er van haar geworden zijn?
Zij kwam uit Balikpapan, uit een
kampong - waar ik ook niet mocht
komen, natuurlijk, en niettemin kwam.'
'Later: dat is daar in mijn leven
dat ik nog maar bijna uitsluitend
heimwee heb, en mijn "herinne
ringen louter blijken te bestaan
dankzij de woorden die ik ervoor
kies, de beschrijvingen die ik
ervan geef en de verbanden waar
in ik ze plaats.' (De zondvloed,
505)
'Je ziet, mijn relaas is beknopt. Ik heb
het gezien en ik heb het geroken, dat
wel, dat ben ik nooit vergeten. En ik heb
natuurlijk veel gehoord van mijn ouders,
van ooms, tantes, familieleden, die kwa
men allemaal uit Indië, allemaal na de
oorlog in Nederland terechtgekomen.
Die praatten over niets anders dan Indië,
dus ik heb daar het mijne van gebruikt.
En ik heb veel gelezen. Ik ken de hele
Indië-literatuur wel hoor, en daar haal je
natuurlijk ook een heleboel uit. Dat ver
meng je met je eigen herinneringen of
dat wat je meent dat je herinneringen
zijn.'
'Ja, ik vraag mij wel eens af wat er van
mij terecht gekomen zou zijn als alles niet
gebeurd was en ik gewoon in Indië zou
zijn gebleven. Ik denk dat ik harmoni
scher zou zijn. Dat ik harmonischer zou
zijn geworden. Ik wil absoluut niet
romantiseren en ik spreek ook niet uit
heimwee of zo, maar zodra ik in Holland
was als jongetje van zeven of acht jaar,
wist ik: dit is mijn land niet! Ik heb mij
hier ook nooit op mijn plaats of op mijn
gemak gevoeld.
Het zit 'm er natuurlijk doodgewoon in
dat ik daar een vrijgevochten jonge aap
was die zijn gang kon gaan. Geen contro
le. Dat was Indië: licht en vrijheid. Een
grote, vriendelijke moeder, die je vastpakt
en je knuffelt.
Terwijl in Holland natuurlijk alles een en
al corset is en regeltjes en betutteling en...
Ik denk dat dat het voornamelijk is ge
weest. Ja, dat corset, die regeltjes, die dril,
die kwam over mij toen ik heel kort nadat
ik aankwam, op een katholieke kostschool
werd geplant, en daar godverdomme tot
mijn zeventiende heb gezeten'.
'Het verschrikkelijke heimwee en
het verlangen naar hij weet niet
wat. Het niet te definiëren verdriet,
dat vele keren groter is dan hijzelf
alsof datgene waarnaar hij ver
langt al voorbij is'. (De zondvloed,
313)
'In Het verzonkene wordt Indië voorge
steld als het paradijs. Daar bedoel ik
eigenlijk niet echt Indië mee, maar de
kleutertijd. En met name de kleutertijd
van voordat je kon praten. Zodra je gaat
praten, zodra je taal gaat ontwikkelen en
gebruiken, begin je je bewust te worden
van de dingen. Daarvoor nog niet en
daar gaat Het verzonkene over. Dat had
zich ook in Paraguay kunnen afspelen.
Verder heb ik die Indië-boeken geschre
ven om na te gaan of dat Indië op een of
andere manier van invloed is geweest op
mijn latere leven. En dat is natuurlijk zo.
Maar ik ben niet zozeer een man van
twee werelden, hoor. Ik leef niet met
heimwee. Wat heb ik in dat land te zoe
ken? Alles wat je denkt te zullen vinden,
is er niet meer.'
De zondvloed werd onlangs herdrukt als
Pandora Pocket bij uitgeverij Contact,
Bezonken rood is verkrijgbaar bij
De Arbeiderspers en Het verzonkenee is
uitverkocht.
44 ste jaargang - nummer 10 - april 2000
25