use so Iclat The chief of Java Hill Java Hill, Elmina. steeds: 'Nee, hoe kan ik dat nu weten. Ik was nog niet eens tien jaar oud, toen die dingen gebeurden'. Een refrein dat ik de komende dagen nog veel zal horen. Ebenezer De volgende dag heb ik al voor zeven uur 's ochtends volop bezoek in mijn hotelkamer. Ernest komt melden dat hij nu naar school moet, maar direct na schooltijd weer zal komen om me verder te helpen. Vervolgens klopt Georgina aan met Ebenezer, een telg uit een voor aanstaande Eurafrikaanse familie in Elmina. Ebenezer zal me in contact brengen met afstammelingen van Jan Wit. 's Middags verschijnt hij inderdaad met Francis Kwesi Witts, een nogal zwijgza me jonge man, die bevestigt dat zijn overgrootvader diende in het Nederlandse leger. Zijn samenvatting van die geschiedenis is uiterst summier: 'He went outside, came back and mar ried.' Francis Witts is analfabeet en werkloos, en moppert een beetje dat hij niets wijzer wordt van deze geschiedenis. Hij wil graag contact met zijn verre familie in Nederland: Jan Wit stichtte namelijk ook een gezin op Java, waarvan de afstammelingen nu in Nederland wonen. Voor de familie Wit in Rotterdam maak ik foto's van Francis, en van het huis van Jan Wit op Java Hill. De bewoners van de Westafrikaanse kust zijn vertrouwd met het verschijnsel van Afro-Amerikanen op zoek naar hun roots. De gedachte aan - liefst welgestel de - familie in Amerika of Europa heeft grote aantrekkingskracht. In Elmina Zicht op kasteel St. George, vanaf fort St. Jago in Elmina. aanhoren van mijn reisdoel. Oom Anthony, aan de overkant van de weg, is de gepensioneerde senior postmaster van Elmina en kent dus iedereen in het stad je. De familie Ulzen? Maar natuurlijk, dat is een bekende familie die veel intel lectuelen heeft voortgebracht. Wit? Zeker, dat is ook een heel bekende fami lie, en ook Esson en Fetty zijn veelvoor komende namen. Zijn eigen grootmoeder sprak nog Nederlands, Op zoek naar hoogfhe jaarden Nadat hij nadere instruc ties heeft gegeven, ga ik met Georgina en Ernest in de avondschemering op zoek naar de families op Java Hill. Rondlopend tus sen vervallen huizen en her en der verspreide kanon nen stuitten we al gauw op het familiehuis van de Ulzens. Maar de bewoners blijken allemaal huurders: de familie Ulzen woont zelf niet meer in Elmina. Georgina, een onderwijze res, stapt voortvarend links en rechts de huizen bin nen, op zoek naar hoogbejaarden. Aan de rand van her Dutch Cemetary staat het familiehuis van Ekua Esson. Binnen zit een breekbare oude man, die zich welwillend overeind hijst in de kussens. Voor het raam en in de deuropening verdringen zich nieuwsgierige gezichten, hun tanden en oogwit blakerend wit in het licht van de petroleumlampen, Georgina vuurt in het Fanti een sper vuur van vragen af. Het antwoord is omdat ze handel dreef met de mensen van Kasteel St. George. En ze zong en danste op Hollandse liedjes, samen met Nederlandse nonnen. Oom Anthony pakt sierlijk zijn broekspijp alsof het de zoom van een rok is, danst en zingt: 'Solange, Solange, boem-boem'. 44 ste jaargang - nummer 10 - april 2000 31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 31