unis, van de Académie nationale en van de
British Academy.
Vertrek naar Indië
Koning Willem III bezocht de zaak van
Van Arcken geregeld wanneer hij in
Amsterdam vertoefde. Hij raakte onder de
indruk van diens assortiment, maar ook
van diens knappe, jonge vrouw. Voor Van
Arcken was het een reden om naar het
verre Indië te vertrekken. Hoe kon hij
anders anno 1861 zijn gezin behoeden
voor de begeerten van zijn vorst? Aan
koning Willem Ill's huwelijkstrouw ont
brak zowat alles.
Met het bark-schip Quatre Bras vertrok
het echtpaar Van Arcken met twee zeer
jonge kinderen, zestien en vier maanden
oud, op 21 februari 1861 voor de reis naar
Batavia. De reis zou vijf maanden duren.
Op 16 juli 1861 voer de Quatre Bras de
haven van Tandjong Priok binnen.
In Batavia aangekomen vestigt hij zijn
Etablissement eerst 'tegenover de
Harmonie naast de Toko van den heer
Saijers'. De eerste advertentie plaatste hij
in de Javabode van 7 augustus 1861 waar
in hij adverteerde met 'Van Arcken Co,
ruim voorzien van zeer prachtige en uit
muntende Uurwerken enz., enz., welke zij
door hunne Associatien met de grootste
Fabrieken in Europa, in staat zijn tot
uiterst geringe prijzen te verkopen'.
Nieuwe tol
Ruim drie jaar later op 26 november 1864
kondigde Clemens van Arcken de opening
aan van: 'Zijne nieuwe Toko op Noord-
wijk nr. 8, dat voorzien is van een aller
prachtigst en groot assortiment Edel
gesteenten, Goud- Zilver- en Diamant
werken, Luxe- en Kunstartikelen'.
Uiteindelijk vestigde Clemens van Arcken
zijn zaak op Rijswijk 11Van Arcken werd
een horlogeriezaak met een goud- en zil
versmederij en een handel in edelgesteen-
Horloge gemaakt tijdens de reis naar
Indië in 1861.
Het Van
Arcken Co
logo wat rond
1900 in
gebruik werd
genomen.
ten. De reguliere zilveren gebruiksvoor
werpen zoals bestek werden in Holland
besteld.
Op deze importgoederen liet Clemens van
Arcken een extra teken bijslaan: een VA-
teken met een kroontje er boven. Zilveren
en gouden voorwerpen die in de eigen ate
liers werden vervaardigd, werden gestem
peld met het meesterteken: V-kroontje-A
in een zeshoek.
In deze tijd werd tevens begonnen met het
ontwerpen van bijouterieën. In de werk
plaatsen werd een geheel eigen stijl van
juwelen en ornamenten ontwikkeld met
aan de levende natuur ontleende motie
ven. De stijl slaat aan: 'Niettegenstaande
onder de Inlandsche volken van deze
Archipel zeer kunstvaardige, niet onder
Europeesche leiding werkende kunste
naars op het gebied der edelmetaal-bewer
king worden aangetroffen, bestellen toch
de aanzienlijkste Inlandsche grooten, edel-
smeed-kunstwerken waar het zeer op aan
komt steeds bij Van Arcken. Zo leverde de
zaak reeds sedert 1862 aan de beide
Javaansche Hoven van Djokdja en Solo.
Zij vervaardigden voor de beide hoven der
Vorstenlanden alle grote juwelen, decora-
tien, kroonsieraden, gouden en zilveren
sabelscheeden, sirihdoozen, plaques en
sterren van Z.H. de Keizer van Solo',
aldus de uitgave Handel, nijverheid en
industrie in Nederlands Oost Indië.
Ook op muzikaal gebied zette Clemens
van Arcken zijn activiteiten voort. In 1865
richtte hij het Caecilia zangkoor op dat
door hem jarenlang gedirigeerd werd. Hij
componeerde muziek waaronder een mis,
die onder zijn leiding tijdens de kersmacht
werd uitgevoerd in de Sint Pieterskerk in
Rome in het bijzijn van Paus Pius IX.
Alom stond hij bekend als een zeer sociaal
bewogen mens. Dezelfde paus zou hem
daarom als 'weldoener der noodlijdende
menschheid' eren met het ridderkruis der
Heilige Sylvester-orde.
De tweede generatie
Clemens van Arcken overleed te Batavia
op 27 september 1885. De leiding van de
firma kwam vervolgens in handen van zijn
oudste zoon Clemens Johannes Wilhelmus
van Arcken, 25 jaar oud. 27 jaar zou hij de
firma Van Arcken leiden, eerst met zijn
moeder, en na haar overlijden op 1 maart
1909 met zijn jongere broers Gerard
Antonius en Eduard Clemens.
Het bedrijf bleef inzenden naar diverse
tentoonstellingen, zowel in Indië als in het
buitenland. Op een expositie in Batavia
werd in 1893 een erediploma toegekend
voor een inzending in de klasse 'Goud en
zilverwerken, preciosa enz.'. Tijdens de
eerste Soerabajase tentoonstelling van
Europese nijverheid kregen de bijouterieën
een gouden medaille toebedeeld.
Een tentoonstelling in het Japanse Osaka
leverde een diploma op, voorzien van het
keizerlijke lotuswapen. Zo heeft koningin
Emma de firma in 1893 'de personeele
vergunning verleend tot het voeren van
Harer Majesteits Wapen'.
Koningin Wilhelmina volgde haar moeder
hierin in 1904, terwijl negen jaar later ook
haar echtgenoot, prins Hendrik, toestem
ming gaf om zijn wapen te voeren. In
1896 werd de firma benoemd tot hofleve
rancier van het Siamese Hof. De koning
en koningin van Siam hebben de ateliers
niet minder dan driemaal persoonlijk
bezocht, in 1871, 1896 en 1901.
Bijzondere opdrachten
Voor de inlandse vorstenhuizen werden
vele, ronduit spectaculaire stukken ver
vaardigd. Zo gaf de gouverneur-generaal
Rooseboom in 1902 namens het gouver
nement van Nederlands-Indië een fraaie
met goud versierde zilveren eresabel ten
geschenke aan de sultan van Riouw,
Lingga en Onderhoorigheden. Voor de
sultan van Langkat werd een
prachtsabel gemaakt ter waarde van 22
duizend gulden. Enkele malen per jaar
kwamen de vorsten van Djokja en Solo op
bezoek bij de firma Van Arcken om er dan
voor zo'n 35 duizend gulden aan juwelen
en andere kostbaarheden te kopen. Ook
rijke Chinese inwoners van Indië behoor
den tot de vaste clientèle.
Als een der schoonste en tevens kostbaar
ste stukken moet de gouden, met briljan
ten gemonteerde diadeem genoemd
worden, die de sultan van Koetei (Oost-
Borneo) liet maken als kroningsgeschenk
voor koningin Wilhelmina.
In 1898 werd het door familieleden van
hem naar Nederland gebracht. De sultan
wilde een typisch Indisch geschenk laten
maken. Hij liet de voormalige assistent
resident Eerdmans goud en een aantal
kostbare diamanten bezorgen bij de firma
Van Arcken met de opdracht een tiara te
44 ste jaargang - nummer 10 - april 2000
35