De Berth a Hertogfh-affaire rif m Tekst: Hans Meijer De spanningen rondom de tragedie waarin het zesjarige Cubaanse jon getje Elian Gonzales op dit moment centraal staat, lopen steeds hoger op. Ondertussen gaat de kwestie al lang niet meer om het persoonlijk belang van Elian, maar is het gevecht ver worden tot een ideologisch-politieke prestigestrijd tussen het vrije Amerika en het communistische Cuba. Er zijn frappante overeen komsten met een soortgelijk juridische touwtrekkerij rondom een minderja rig kind die beginjaren '50 de gemoederen hevig beroerde. Wat was het geval? Door de Japanse bezetting van Nederlands-Indië in maart 1942 was het gezinsleven van elke (Indo-) Europese familie in de kolonie fundamen teel ontwricht geraakt. Zo ook het Nederlandse gezin Hertogh dat tot de Japanse inval in de kazerneplaats Tjimahi nabij Bandoeng woonde. Pleegkind De vader, Adrianus Petrus Hertogh, was in maart 1942 als beroepsmilitair krijgsge vangen gemaakt. Sindsdien moest zijn gezin met vijf kinderen zich zonder enige inkomsten zien te redden. De 24-jarige Indo-Europese moeder, Adeline Hertogh- Hunter was in verwachting en het viel haar zeer moeilijk voor haar gezin te zorgen. Adeline besloot bij haar moeder in te trek ken; een Indo-Europese actrice die met een Indonesische man gehuwd was en meer in de inheemse dan Europese maat schappij vertoefde. Dankzij hen en andere inheemse kennissen wist Adeline het hoofd ternauwernood boven water te hou den. Door de nood gedreven stemde Adeline ten tijde van haar bevalling eind 1942 met het voorstel van haar moeder in. Haar jongste dochter, de op 24 maart 1937 geboren Huberdina Maria (roep naam Bertha), werd aan de zorg toever trouwd van een kinderloze, Maleisische vriendin, de circa veertigjarige Che Aminah bin Mohamed. In de Indo-Europese wereld kwam het regelmatig voor dat kinderen werden gege ven aan familie of kennissen om daar als pleegkinderen op te groeien. Dat kinderen tul"» Politieke tekening in het blad Melayu Ray a van 19 december 1950. aan Indonesiërs werden afgestaan, was steeds meer een zeldzaamheid geworden, omdat dit immers betekende dat het kind zijn juridische status van Europeaan ver loor. Maar onder de moeilijke omstandig heden van de bezetting, kwam het vaker Britse en Amerikaanse kranten schreven over de dramatische lotgevallen van 'the Dutch jungle girl' voor dat een dergelijk besluit in het belang van het kind toch werd genomen. Zeker wanneer de pleegfamilie ook nog eens in goeden doen was, zoals met Che Aminah het geval was. Zij was uit een gegoede middenklasse familie afkomstig en met een Bandoengse juwelier gehuwd. Door het kind in een Indonesisch gezin onder te brengen en het zo als het ware in de inheemse samenleving te laten 'onderdui ken', was de kans groter dat het gevrij waard zou blijven van anti-Europese Japanse maatregelen. Zo had het kind meer kans om buiten het kamp te blijven en de oorlog goed door te komen. Nadra Welke precieze afspraak gemaakt is over het al dan niet tijdelijk onderbrengen van Bertha bij Che Aminah is nooit opgehel derd. In ieder geval bleef Bertha tijdens de oorlog permanent gescheiden van haar moeder die geïnterneerd werd. Na de Japanse capitulatie in augustus 1945 en de daaropvolgende chaos van de beruchte bersiap-tijd, belandde Adeline met haar gezin in een Indonesisch beschermings kamp en raakte Che Aminah met Bertha op drift. Pas in de eerste helft van 1946 vond vader Hertogh zijn gezin terug, zij het dat Bertha spoorloos bleef. Er ging een opsporingsbericht naar haar uit via het Rode Kruis. Che Aminah bevond zich op dat moment op republikeinse gebied in Midden-Java, en viel daardoor niet te ach terhalen. Eind 1947 vertrok zij met Bertha en haar echtgenoot naar haar geboorte plaats Kemaman in Noord-Maleisië. Daar groeide Bertha, die intussen volledig verin- heemst was en de islamitische naam Nadra had gekregen, op temidden van de autochtone bevolking. Afgezien van haar uiterlijk, onderscheidde zij zich in niets meer van een Maleisisch meisje. Ondertussen was het gezin Hertogh in juli 1946 naar Nederland gerepatrieerd en had onderdak gevonden in Bergen op Zoom. De zoektocht naar Bcrtha werd voortge zet. Zonder resultaat. Pas in september 11 Zoektocht 44 ste jaargang - nummer 11 - mei 2000

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 11