Jeremias van Riemsdij fe (1775-1777)
Gouverneurs-Generaal van Nederlan ds-Indië
Tekst: Leo van Putten
Jeremias van Riemsdijk werd op 18 oktober 1712 geboren in Utrecht. Zijn vader Scipio van
Riemsdijk was werkzaam als predikant in het ten zuiden van de stad Utrecht gelegen dorpje Houten.
Jeremias had, zoals de meeste landvooqden, zijn jeugd in Nederland doorgebracht.
J¥~eremias van Riemsdijk zou in zijn
I carrière de Euraziaat Van der Parra
I als landvoogd opvolgen. Deze in
zië geboren en getogen landvoogd zou
de leermeester worden van Jeremias tij
dens een elf jaar lange samenwerking.
Het verschil in Europese en Aziatische
opvoeding lijkt op het bestuur van
Jeremias weinig invloed te hebben
gehad. Zoals we zullen zien volgde
Jeremias vrijwel naadloos in het voet
spoor van zijn voorganger.
De juiste kruiwagens
Op 25 februari 1735 scheepte Van
Riemsdijk in aan boord van het VOC
schip Troostwijk. Hij vertrok in de rang
van sergeant naar Indië. Eenmaal in
Batavia aangekomen werd de militaire
rang ingeruild voor een civiele betrekking
als onderkoopman bij de compagnie.
Jeremias beschikte bij zijn arriveren in de
Oost over de juiste kruiwagens. Hij was
de neef van Adriaan Valckenier die toen
lid was van de raad van Indië en behoor
de tot de machtige clans binnen de hoofd
vestiging van de VOC. Adriaan klom
uiteindelijk op tot gouverneur-generaal.
Jeremias steeg snel in rang en werd in
1742 al benoemd tot opperkoopman van
het kasteel van Batavia. Daarna stagneer
de echter zijn carrière. Het is niet moeilijk
om een parallel te zien met de carrière
van zijn vooraanstaande oom Valckenier.
Deze was verstrikt geraakt in de gevolgen
van de geruchtmakende Chinezenmoord
uit 1740 en werd door de nieuwe land
voogd in het gevang gezet. Hij verbleef
daar ruim negen jaar en kwam er uitein
delijk te overlijden.
Van der Parra
Twee jaar na de dood van Valckenier zien
we de carrière van Jeremias weer van
start gaan. Hij werd toen benoemd tot
raad extra ordinair van Nederlands-Indië.
Verscltillende functies volgden waaronder
president van het college van weesmees
ters en regent van de hospitalen te
Batavia. In 1764 werd hij als directeur-
generaal aangesteld en daarmee werd hij
de rechterhand van de zittende land
voogd Van der Parra. Het werd de opstap
tot het hoogste ambt.
De elf jaar lange samenwerking met Van
der Parra heeft Jeremias een leermeester
bezorgd die hij in zijn verdere carrière
bleef navolgen. Met deze twee landvoog
den zitten we midden in de periode waar
in de compagnie onder toenemende druk
kwam te staan en waarin de machtige
families de dienst uitmaakten en fabel
achtige rijkdommen verwierven.
Indische vrouwen
We zagen al dat de carrière van Jeremias
niet los kon worden gezien van zijn oom
Valckenier. Zijn intrede in de Indische
families was echter van even groot
belang. Het hart van de Indische clans
vormden de in Azië geboren vrouwen.
Deze vrouwen hertrouwden, als gevolg
van de hoge sterfte-cijfers onder
Europese mannen, regelmatig. Omdat als
gevolg van de VOC-politiek de fortuinen
op de vrouwen waren vastgezet, bouw
den een aantal van hen enorme rijkdom
men op en waren zeer gezocht als
huwelijkspartner.
Jeremias huwde in zijn leven maar liefst
vijf maal met Euraziatische vrouwen. De
eerste drie huwelijken duurden kort, de
vrouwen stierven in het kraambed. Zijn
vierde vrouw, Adriana Louisa Helvetius
bleef 21 jaar lang aan zijn zijde en schonk
hem elf kinderen. In 1774 huwde hij voor
de vijfde en laatste maal.
Zijn laatste twee huwelijken vonden
plaats na 1751, toen Valckenier was
overleden. Deze laatste twee huwelijken
brachten hem binnen de juiste clans.
Het waren vooraanstaande
Euraziatische vrouwen met de juiste
connecties die Jeremias verder hielpen
met zijn carrière. Jeremias kreeg veer
tien kinderen waarvan we in de negen
tiende eeuw nog zullen horen als
belangrijke Euraziatische familie.
Dansend op een zinkend schip
Jeremias werd in 1775 door de raad van
Indië gekozen als opvolger van Van der
Parra. Hij heeft uiteindelijk slechts twee
jaar de scepter gezwaaid over de VOC-
bezittingen en geen grote daden verricht.
De structurele veranderingen die plaats
vonden binnen de inter-Aziatische handel
en de toenemende kracht van de Engelse
concurrentie heeft hij waarschijnlijk niet
echt waargenomen. Ogenschijnlijk hiel
pen de cijfers hem daarbij. In de periode
1760-1780 was er zelfs sprake van een
stijgende omzet en de bruto winst steeg.
Eén van de grote problemen was een
tekort aan schepen en aan scheepsperso-
neel. Beide werden onder controle
gebracht. De Staten van Holland moes
ten echter wel bijspringen om de schul
denlast te dragen, een last die jaarlijks
groter werd.
Evenals zijn voorganger Van der Parra
danste van Riemsdijk vrolijk door op het
dek van het zinkende VOC-schip. Hij
voerde een exorbitante staatsie. Uit
Europa liet hij een glazen karos komen en
de daarbij behorende paarden uit Arabië.
Bij zijn residentie had hij tweehonderd
slaven en slavinnen in dienst. Een aantal
dat alle redelijkheid mist. Zelfs met het
verrichten van de meest futiele werk
zaamheden was de werkdag van dit enor
me aantal immers niet op te vullen.
Ook was nepotisme gewoonte geworden.
Zijn zoon verscheen op negenjarige leef
tijd op de loonlijst van de VOC zonder
enige tegenprestatie te hoeven leveren.
Hoe moest het verder met het handelsim
perium dat inmiddels zo'n anderhalve
eeuw aan de Aziatische handel deelnam?
Jeremias heeft geen grote invloed uit kun
nen oefenen op de politiek van de VOC.
Hij overleed op 3 oktober 1777 in Batavia
en werd vier dagen later met grote pracht
ter aarde besteld.
14
moessQn