Chateau in Rolle aan het meer van Genève. Lord en Lady In 1993 kwam het boek De maan op het water uit, waar ik destijds een korte recen sie over schreef. Elvire Spier beschreef hierin een fragment van tempo doeloe waar ik nieuwsgierig naar was en dat nog onbekend voor me was. Zij liet mij als het ware door een raam naar die wereld van toen kijken. De maan op het water is het verhaal van de kleine Sarah, vijf jaar oud, dat zich afspeelt op Java in de twintiger jaren in een koloniale maatschappij, waar Sarah op harde wijze kennis mee zal maken. Zij ontdekt bijvoorbeeld op een dag dat haar twee grootste vrienden, de koningspoe dels Lord en Lady, weg zijn. Zij zal hier de rest van haar leven verdriet over heb ben. Tot De maan op het water verschijnt en er onverwacht een brief op de deur mat ligt van iemand uit de Verenigde Staten die schrijft dat haar toenmalige buren twee koningspoedels hadden gekocht met die namen en dat zij een lang en gelukkig leven hadden gehad. Na zeventig jaar hoort Elvire eindelijk wat er met hen is gebeurd en dat is na al die jaren een grote geruststelling en troost. Naar aanleiding van dit boek ontvangt zij brieven uit de hele wereld met de vraag hoe het verder is gegaan met het meisje Sarah. Op één hoofdstuk na is het manuscript voor het vervolg bijna af, als de schrijfster sterft. Haar kinderen en kleinkinderen zijn nu bezig dit af te maken. Juweeltje En nu dan het boek Engeltje, in december 1999 postuum uitge geven door Bonneville in zijn nieuwe serie Juweeltje. Een sieraad voor de boekenkast is het boek zeker, zowel qua uiter lijk als qua inhoud. De omslag werd ontworpen en getekend door haar zoon David Veenhuys en is in full colour Spot-vernis uitgebracht op mat- zwart gelamineerd papier. Door het open venster op de omslag sta je als het ware in de kerk en kijk je naar buiten. Om de compositie niet te verstoren heeft de uitgever zijn naam op de achterflap gezet. De handte kening van Elvire Spier staat in het boek, het is als het ware vooraf gesigneerd. Bij het boek is een bladwijzer gevoegd met dezelfde afbeelding als op de omslag, met lintjes in exact dezelfde ldeuren. Er is erg veel aandacht aan de vormgeving besteed en met recht kan dit boek een juweeltje genoemd worden. Het is in meerdere opzichten een speciaal boekje. In overleg met de dochter van de schrijfster heeft de uitgever zich aan het oorspronkelijke manuscript gehouden en staan er nergens komma's of punten, wat een enorme vaart geeft aan het verhaal. Pauzes tussen zinnen en paragrafen wor den aangegeven door wit-ruimtes. Verder is er geen paginanummering. Dit alles maakt dat je het boek in één rule uitleest. En weer opnieuw leest. Liefdesverhaal De basis is een liefdesverhaal, waarbij Engeltje op aarde komt, zwanger wordt, het kind kan voldragen, maar sterft als het is geboren. De gedachte erachter is ont leend aan een thema uit de Griekse litera tuur, waarbij iets nieuws wordt geboren en het oude of de oorsprong sterft. Een wonderlijk toeval is het feit dat Elvire dit werk heeft gekoesterd, en met het uitge ven van dit verhaal heeft gewacht. Toen Engeltje werd 'geboren' stierf zij. Het verhaal gaat over een engeltje en het aardse en niet-aardse. De boodschap wil sober, heel sober uitkomen. Engeltje neemt het lichaam van een mens aan, zakt door de diverse luchtlagen naar beneden, komt in zee terecht en wordt aan land gespoeld, waar de schilder Paulus haar vindt en meeneemt naar zijn cabana, zijn hut. De communicatie tussen Engeltje en Paulus en met de andere mensen om haar heen geschiedt via de ogen, omdat zij ver geten is stembanden in te bouwen. Een geweldige constructiefout noemt zij dit. Paulus, die leeft van zijn schilderwerk, besluit op een dag om zijn mooiste doe ken naar Parijs te zenden. Wat hij niet weet is dat het schilderij dat hij van Engeltje maakte, later bekroond wordt met de prix-du-monde en nog vele ande re prijzen. Cruciaal is het moment dat Paulus Engeltje op een dag meeneemt naar de kerk, het huis van God. De gebeden, uit gesproken door al die mensen bij elkaar 44 ste jaargang - nummer 11 - mei 2000 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 19