X jan
26.2T en 28 HIE! 2000
ui de Rijnhal i
in Arnhem
inoic
DAGCI
26 MEI: MOLUKSE DAG
27 MEI: INDO-ROCK
28 MEI: COUNTRY-DAG
moessQn
vervullen haar met grote eerbied. Zij
beseft dat zij dit alles alleen kan begrijpen
en voelen, omdat zij in een mensen
lichaam is gekropen. Langzaam leert
Engeltje de gevoelens van warmte, liefde
en vriendschap kennen.
Dialila
Wanneer Paulus haar grinnikend wijst op
een beeld van een engel, gemaakt naar de
voorstelling die mensen van een engel
hebben, met blauwe ogen, goudgeverfde
haren en met vogelvleugels, ontsteekt
Engeltje in woede. Zij rukt het beeld van
zijn sokkel en gooit het weg. De priester
en iedereen die eerst zo op haar gesteld
waren, zijn razend omdat zij dit niet
begrijpen en noemen haar een diabla, een
duivelin. In deze periode maakt Engeltje
kennis met hele andere gevoelens zoals
woede, haat en angst.
Afschuw en pijn vervullen Engeltje als ze
vanwege het gebeurde in de kerk wordt
gevangengenomen door een aantal solda
ten en in een vuile cel wordt gestopt,
waar zij wordt vernederd, verkracht en
uitgehongerd. Zij is dan vier maanden
zwanger.
Engeltje krijgt vervolgens te maken met
de pers en de massamedia, omdat de hele
wereld wil weten wie het inmiddels
beroemde schildersmodel is. Paulus, die
rijk en beroemd is geworden dankzij de
vele schilderijen van Engeltje, en zijn
advocaten zijn niet in staat de kloof te
overbruggen tussen het menselijke en
niet-menselijke. Op dit punt gekomen
stokt de communicatie tussen Paulus en
Engeltje.
Engeltje voelt dat de tijd dringt voor haar.
Terwijl haar zwangerschap vordert,
begint haar lichaam steeds meer te ver
vormen als gevolg van de ontberingen in
de gevangenis. Zij probeert haar eigen
gedachten over God op papier te zetten
voor het mensenkind dat zij in zich
draagt. Aan de hand van het kruisteken
legt zij voor haar kind vast dat het vooral
mens onder de mensen moet proberen te
zijn en dat liefhebben en liefde hierin een
grote rol spelen. Al is liefde maar een heel
klein woord...
In de kleine baai Curumbico in Spanje is
er een straat naar Elvire genoemd, de
Calle Elvira Spier. Ook daar zal zij zeker
niet vergeten worden.
Engeltje
door Elvire Spier
Bonneville: 100 pag. (paperback)
ISBN 90 73304 72 5
prijs 19,90
Tekst: H. 117 Rijke
Heel lang geleden, voor de Tweede
Wereldoorlog, ging ik met mijn vader
naar tjang. Z,ij is een oma van mijn
vader en een gewone Javaanse vrouw.
Zij sprak ook Javaans. Na het lezen
van het h oe lc Tjalie Robinson, journa
list, schrijver ...en al die dingen meer
en het artihel over Tjang, kwam hij
mij de volgen de herinnering over mijn
tjang.
Zij woonde in een klein dorp op Midden-
Java. Ik weet de naam niet meer. Ut was
zelf een jongetje van ongeveer vijf jaar. Een
lang pad naar het huisje en links en rechts
beplant met allerlei soorten planten zoals
talles, ketella, wat pisang- en papajabomen.
Ze had een beo in een kooi voor het huisje
die almaar praatte, en een perkoetoet in
een kooi, die hing onder de emper. Achter
het huis stroomde een kali met ijskoud
water. Het huis was van steen aan de
onderkant en de bovenkant van gedek. Het
geraamte was van hout en rood geverfd.
Op het erf liepen een paar tóppen en een
haan rond. Het huisje had twee slaapka
mers, een voor- en achtergalerij, een over
loop naar achter waar de keuken, goedang
en toilet waren. Zij woonde daar alleen met
af en toe hulp van omwonenden, denk ik.
Mijn tjang was een klein vrouwtje. Heel
krom met een kleine kondé.
In mijn gedachten was zij heel oud en heel
lief. Zij had alleen één zoon, dat was de
vader van mijn vader. Mijn overgrootvader
was als fuselier naar Nederlands-Indië
gegaan. Daar heeft hij mijn tjang ontmoet.
Zij heeft hem misschien overal gevolgd.
Atjeh, Samarinda, Makassar, Ambon en
uiteindelijk Padang, want daar is mijn opa
geboren. Ik denk dat na het overlijden van
mijn overgrootvader mijn tjang is terugge
keerd naar haar kampong.
Als ik op een verjaardagsfeestje of andere
koempoelans van Indo's ben, dan weet
iedereen wel waar zijn vaders naam van
daan komt. Uit Duitsland, Zwitserland of
Groningen. Maar als ik dan vraag: 'En de
Indonesische kant dan?' Dan wordt al
gauw verteld dat moeder of oma afstam
meling is van het hof van Solo of Djokja.
Maar nooit wordt verteld dat ze een gewo
ne Indonesische vrouw is. Valse schaamte
soms? Niet doen!
ADVERTENTIE
Organisatie: Tel 0546-865811 of 06-51636929, Rijnhal: 026-3229111
20