""I Emile's moeder bij de Borobudur, 1992. en ik weet nog dat een familielid dacht dat het beter was om de zaak te verko pen. Maar mama weigerde: Dan moet ik zeker bij Vroom en Dreesmann gaan werken voor weinig geld in de week? Wat moet er dan van mijn kinderen terecht komen? Nee, ik zet de bakkerij voort. De manier waarop ze dat deed, is me altijd bij gebleven. Ze was nooit moe, nooit chagrijnig en ze heeft nooit bij de pakken neergezeten. Ik zal je een voor beeld geven. Als jongetje van twaalf zag ik hoe mijn moeder elke ochtend, voor dat de bakkerij open ging, om tien voor acht speciaal naar beneden kwam om de deur open te doen voor mevrouw Jansen en het brood in haar fietstas te stoppen. Toen zei ik: Jij bent toch ook gek om je zo uit te sloven voor maar 29 cent? Zij antwoordde dan: Maar een brood is geen 29 cent, dat is één gulden en 74 cent per week, negentig gulden in een jaar. Daar hou ik de deur voor open. Als je dat op die leeftijd gezegd wordt, is dat toch goud waard? Van haar heb ik geleerd hoe belangrijk het is om niet van anderen afhankelijk te zijn. Van haar heb ik denk ik ook dat rechtvaardige en recht-voor-zijn-raap- zijn. Als ze het ergens niet mee eens was, zei ze het ook. Die houding in het leven, die is me met de paplepel in gegoten. Ik kan je wel vertellen dat mijn moeder de belangrijkste vrouw in mijn leven was, is en zal blijven. We hebben samen veel meegemaakt. Vooral toen mijn vader nog leefde. Hij had namelijk een paar onhebbelijkheden. Papa kwam wel eens te laat thuis als die teveel had gedronken en dan was hij heel verve lend. Dan gingen mama en ik diep in de nacht samen op de fiets naar de vader en moeder van mama. Mijn moeder was er altijd voor ons en ze was heel lief, ook voor hem. Misschien wel te lief.' Het eten wordt opgediend. Bert Holwerda, de eigenaar van Bali mas (ook een Indische jongen), heeft voor ons een rijsttafel samengesteld. Nadat iedereen heeft opgeschept, gaat Emile verder. Emile: 'Waar waren we gebleven? Mijn overgrootmoeder, vertelde mama al, is een peranakan-Chinese, dus ik ben dan een kwart geloof ik, of een achtste. Nou ja, ze noemden me in ieder geval pinda-Chinees of blauwe of Indo en dat vond ik altijd een compliment! Ja, mijn Indische afkomst heeft veel voor mij betekend. Dat weten de meeste men sen niet. En dat komt vooral door oma - door oma Mulder, de mama van mama - en door tante Eefje. Verder heb ik eigenlijk geen Indische opvoeding gehad. Ik eet mijn rijst weliswaar met een lepel - en niet met een vork! - maar we zongen thuis geen Indische liedjes, waren niet lid van een Indische club en we aten veel aardappels. Maar oma Mulder - oma is gestorven in '77 - was een echte Indische. Dus 's avonds de luiken dicht, altijd bezig met bloemen en een rotzooi in huis - bij Indische mensen is het altijd een rot zooi thuis, hè, die bewaren alles, kran ten en zo. Ik hou ook van planten, net als mijn oma, maar ik heb er geen geduld voor. Als ik het een beetje rusti ger aan kan gaan doen - dat zal er wel niet van komen - dan wil ik graag orchideeën gaan kweken. Oma was de adat. Er waren een aantal dingetjes die niet mochten, omdat ze ongeluk zouden brengen, 's Avonds je nagels knippen bijvoorbeeld. Opa was een dictator zei ik al, een toean besar, een echte, ouwe koloniaal en oma was een zorgzame vrouw, zo'n lief Indisch vrouwtje. Ik heb oma nooit haar stem horen verheffen. En tante Eefje is ook een echte Indo. Bij haar kom ik nog steeds veel over de vloer. Zij is het medium van de familie. Ja, mijn Indische achtergrond heeft zeer zeker invloed gehad op wat ik nu doe in mijn leven. Tante Eefje heeft mij gevormd door haar nimmer aflatende liefde en nimmer aflatende geduld. Jij vond het maar niks, hè, mama? Tante Eefje was namelijk de ex-vrouw van mama's broer. Na hun scheiding bleef zij altijd vol liefde over oom Klaas praten en dat begreep ik niet. Want oom Klaas was gescheiden van tante Eefje toen hij in Nederland was met verlof. Zij was zwanger en hij heeft haar toen in de steek gelaten, zodat zij is bevallen zonder die rotvent erbij. Toen hun dochtertje acht of negen was, zag zij haar vader voor de eerste keer. Maar nooit een onvertogen woord over oom Klaas. Tante Eefje hield nog steeds van hem. moessQn 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 24