alle daken en als de zon opkomt steekt de den er prachtig tegen af, compleet met z'n strengen Spanish Moss aan de takken en langs de stam. Hij is zo hoog dat we ons bezorgd maken dat hij eens door de blik sem zal worden getroffen. Redliucl Behalve dennen hebben we cipressen. Het zijn moerasbomen, ook al zo enorm groot, waarvan het hout gebruikt wordt als bouwmateriaal; het is sterk en bijna onver woestbaar en insecten hebben er geen vat op. Men zegt dat de cipres wel twaalf eeu wen oud wordt. Ga even na, twaalfhon derd jaar! Dan zijn er de eiken. Geef de eik de ruim te en hij groeit uit tot een reus van een boom die heel wijd wordt, sommige soorten zijn zelfs wij der dan dat ze hoog zijn. Ze geven iets aparts aan het land schap en hun schaduw is kost baar. Het landschap is niet compleet zonder de eiken boom. Even welig tierend als de eiken zijn de palmetto's. Er zijn vele soorten palmen, alle maal familie van elkaar. Opzij van ons huis, aan de straatkant staat een hele rij palmen, en alweer deze keer bij zonson dergang, worden we getrak teerd op een prachtig uitzicht. Bij maanlicht glanzen de bla deren en dat doet ons denken aan Indië. Voor de serre heb ben we een Redbud (rode bloesem) boom. Die doet geweldig zijn best in de lente. Hij is dan een paar maanden lang helemaal bladloos geweest en ineens, uitbundig als een kind, staat de boom in volle bloei. Zo mooi. Alweer heb ik maar een paar bomen genoemd, er zijn er hier zoveel. We moeten echt zuinig op ze zijn en niet zo ondoordacht onze bomen omkappen. We benadelen onszelf daarmee op een verschrikkelijke manier. In de vorige eeuw leefde een dichter die zijn jonge leven verloor in de Eerste Wereldoorlog. Zijn naam was Joyce Kalmer en hij kwam van New Yersey, maar een paar kilometer van waar wij ook eens hebben gewoond. Kilmer schreef een gedicht dat begint: I think that I shall never see A poetn lovely as a tree... Waarop ik alleen maar kan zeggen 'amen'. De den bij zonsopgang waringin en de randoe boom waarvan de 'wol' van de vrucht gebruikt werd om onze bultzakken mee op te vullen. Wat een geweldige rijkdom aan bomen hadden we zonder het ten volle te beseffen, het was zo vanzelfsprekend. Smokey the Bear Hoe zou onze omgeving eruit zien zonder bomen? Ik moet er niet aan denken, maar kreeg er een kleine voorstelling van, toen, jaren geleden, ons vliegtuig Reykjavik aan deed. Op IJsland groeien geen bomen, had je geleerd. En waarachtig, alles was kaal. Er zijn wel wat berken en kleine wilgen, maar de rest van het eiland bestaat uit kale bergen en woestijnen. Ijswoestijnen, neem ik aan. Wat een vreselijk troosteloos gezicht was dat. Kassian. Florida is nog bijna voor de helft begroeit met bomen en we hebben er, schijnt het, geen notie van hoe belangrijk bomen zijn voor ons. Ze verschaffen ons bouwmateri aal, geven ons de nodige schaduw in hete zomers, ze zuiveren de atmosfeer en geven ons zuurstof, ze verschaffen bescherming aan allerlei soorten insecten, reptielen, vogels, en klein wild. Een bosbrand is een catastrofe en dus wordt ons op het hart gedrukt door Smokey the Bear (een figuur die het symbool is voor de bossen en die ren die er leven) toch vooral voorzichtig te zijn met vuur. We hebben hier de wolkenkrabber onder de bomen. Toen we al die dennen voor het eerst zagen, stonden we verbaasd te kijken. Nog nooit hadden we er zoveel en zulke hoge gezien. We hebben er een in de achtertuin staan. Majestueus rijst hij boven 44 ste jaargang - nummer 1 1 - mei 2000 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 27