Brieven r m i tr k'f V\>^\\v////iV4[ si ©i s-» - 1 Deed me goed dat verhaal over Van Arcken in Moesson van april. Jos van Arcken was een sobat van Tjalie vanaf Batavia al. 'Eindelijk heb ik een goed hor loge,' zei Tjalie in 1968, 'bij Jos gekocht. Geen gedonderjaag meer met opwinden, hij loopt op mijn polsslag.' 'Dus maar zorgen dat je hart niet stil staat,' zei ik. Een prachtige gouden Omega met zo'n rekbare schakelband. Heden is rustig en vredig van ons heengegaan mijn lieve man, onze zorgzame vader en opa Jozef Gustaaf van Asdonck Garoet, (Ned.-Indië), f Utrecht, 9 augustus 1919 13 april 2000 E.A. van Asdonck-Karels Kinderen Kleinkinderen Correspondentie-adres: Beatrixstraat 22 3621 EW Breukelen De crematie heeft inmiddels plaats gevonden. Duur? 250 gulden of zo, voor die tijd veel, maar nu misschien wel tienmaal die prijs. Zes jaar later stopte Tjalie's hart en ook zijn Omega. Ik liet hem om mijn pols verder tikken en ook Tong Tong. Het hor loge is nooit van mijn pols geweest. Gaat alleen af onder de douche. Herinner me opeens die ene keer in 1979 in Indonesië met Jack Poirrié en Koes Soetjahjo op Madura in een guesthouse. Ik met Koes op een kamer, Jack's kamer lag een eind verder. De moskee vlakbij riep de bewoners al om half vijf op tot religieuze gedachten en omdat slapen toch niet meer mogelijk was, ging ik maar naar de mandikamer. Een waanzinnig diepe mandibak, smalle rand en nauwe lijks plaats om mijn Omega neer te leg gen. Had ik eigenlijk in de slaapkamer al moeten doen. En ja, natuurlijk gleed het horloge het water in. Ik probeerde het te grijpen, maar te laat, op de bodem lag het. Ojee, het was niet waterproof. En mijn armen bleken te kort. Jack! Jack was langer dan ik en moest dus ook langere armen hebben. In mijn kimono stoof ik naar zijn kamer, bonsde op de deur. 'Help, mijn horloge ligt in het water.' Zulke hulpkreten slaak je als een kind (of een kip) aan het verdrinken is, maar god dank was Jack nog te slaapdronken om te beseffen waarvoor ik zijn hulp nodig had. Gelukkig met zijn niet aflatend begrip voor absurde situaties stak hij behulp zaam zijn arm in het water. 'O, o, o, het is niet waterproofjammerde ik. 'Nu wel,' zei Jack droog. Droger dan zijn tot de schouder doorweekte pyjama mouw. Tjalie's Omega is nog altijd mijn dierbaarste bezit, Jos! Lilian Ducelle, Den Haag In her letter, published in Moesson of April 2000 (page 4), Margaret Tedd- Slocombe asks for information about her uncle Harold E. Slocombe, who died in South Celebes in the Pare Pare camp. I regret only to be able to fill out two of the four raised questions. Answers that I col lected in the book Djoengkeng Ozvari. Djoengkeng Ozvari 1977) is a collection of stories written in Dutch by Rile Valkenburg and based for a great part on a testimony of reverend Anton Bikker, an extraordinary brave Dutch campcom- mander of the Macassar-, Pare Pare-, Bodjong- and Bolong camps. On page 331 in the above mentioned book is mrs. Tedd's uncles' name stated: 'H.E. Slocombe, Australian merchant. died at the age of 54 in the civilian Pare Pare male camp on February 18th, 1944 - due to heart failure'. On page 137 Bikker stated: 'The dece ased of Pare Pare camp have been hur ried in the Pare Pare general graveyard, with exeption of some of them'. I presu me that he referred 'with this exception' to the body-remains of eight persons lul led on October 19th 1944 during an unfortunate mistake made by a squadron of Australian bomber aeroplanes. An unfortunate accident, due to the areal view of the camp was a look a like of Japanese military barracks. The remains of the killed persons were burried in the adjacent vegetable garden of the civil camp. On page 137 in the above mentioned book is stated: 'All burials were executed with Christian ceremonies'. Reverend Bikker spoke the farewell speaches per sonally and wrote them down. After the war he personally took care that the belongings and farewell speaches concer ning the deceased were sent to the fami lies. Dik de Moor, Montfoort PS My father, Cees de Moor, was the lea ding doctor in the civilian male camps in South Celebes. In Moesson van april stond op bladzijde 5 een ingezonden brief van mij, waarin ik kritiek had op het Indisch Platform. Ik vroeg de lezers om reacties. Inmiddels hebben reeds velen gereageerd. Zonder nu al op de details in te gaan, kan gesteld worden dat wijwei unaniem steun betuigd werd aan het gestelde. Unaniem is men ook van mening dat wanneer er gelden ter beschikking gesteld worden aan de Indische gemeenschap, deze ten goede dienen te komen aan de individu ele personen die daar recht op hebben en niet aan projecten. Naast de beantwoording van de gestelde wagen werd door diversen aanvullende informatie verstrekt over hun persoonlijke ervaringen met het Indisch Platform (IP). Wat de Indische gemeenschap als geheel nog steeds onderschat, is het feit dat wan neer zij niet reageert en haar stem niet laat horen, zelfs een IP met al haar moge lijk goed bedoelde initiatieven niet kan weten wat men wil. De regering stelt namelijk dat het IP het enige aanspreekpunt van de Indische gemeenschap is. Dat het IP geen reke ning houdt met en geen verantwoording moessQn #i De inhoud van Je ingezonden brieven valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie. Omega van Jos ADVERTENTIE I Iarolcl Slocombe (2) Reacties Indisch Platf orm 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 4