het wijde uitzicht over de lager gelegen landen. Als het helder weer was, kon je net de baai van Indramajoe zien. Ik ging ook graag mee als onze hond een ont- smettingsbad nodig had. We bezochten dan een natuurlijke bron met zwavel houdend water. Om daar te komen moesten we door een groot bamboebos. Dat was weer een heel andere wereld. Het was er stil, want we liepen over een dikke laag van oude, gele bladeren. Vogels waren er niet. De bamboestoelen waren zo hoog dat het zonlicht nauwelijks doorbrak. De enige kleuren waren groen en geel. Dan kwa men we bij een kleine negorij en de minerale heetwater bron. De kanten waren prachtig kopergroen. Het was alom bekend dat dit water helende en ontsmettende krachten had, in ieder geval had onze hond er baat bij! Terug door het bos. Je moest wel voor zichtig zijn niet in aanraking te komen met de jonge fel groene scheuten, want dan zat je vol met heel kleine haartjes. We leerden ze te verwijderen door de bewus te plek dwars over je haar te wrijven. Ondergrondse activiteiten Natuurlijk bezochten we ook de twee kraters: de Kawah Ratoe en de Ivawah Domas. Die waren echter te ver om lopend te bereiken, dus gingen we met de auto tot de kraterrand of werden afge zet op de weg die door het oerwoud leid de. Enorme bomen, lianen, palmen, alles We liepen anders ook graag door de thee tuinen langs de zogenoemde Bendywegen. Die waren niet verhard, maar met gras begroeid. In de oude tijd ging de toean besar in de uitgestrekte tuinen op inspec tie. Omdat het praktisch niet te belopen was, reed hij in een tweewielig, open rij tuigje, getrokken door een paardje. Dat was voor de auto zijn intrede deed. Eikenhakhout Wat ruikt thee toch altijd lekker, of het nu de geur van vers geplukte thee is, de thee op de flensrekken, de pittige geur van de gesnoeide theestruiken, of liever van de takken die langszij op de grond gelegd worden. Later in Holland deed de geur van eikenhakhout me er een beetje aan denken. Iets wat ook altijd in mijn her innering blijft, is het beeld van een theetuin tijdens de pluk (ja, de drie bovenste blaadjes). De vrouwen in hun kleurige baadjes en hoofddoe ken, het gebabbel en vaak ook het zingen, zo heel anders dan westerse muziek. Toen mijn zus ldein was en pro beerde te zingen, deed ze hen na, vertelde mijn moeder. De kina aanplant had weer een heel andere sfeer. Kina doet denken aan berken boompjes. Ik heb dan ook nooit een grote, diH^e kina boom gezien. Waarschijnlijk is de omzet te groot, want nadat de bast verwijderd is, sterft de boom onherroepe lijk en wordt gebruikt voor brandhout. Wat deze wandelingen ook zo aantrekkelijk maakte, was 44 ste jaargang - nummer 1 2 - juni 2000 15 Bam hoehos

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 15