De ringgit
Tekst: Sinjo Petah
In de vakantie hadden we altijd logés, of wij gingen zelf ergens logeren.
Dit jaar kwam meneer Smaits, een hoedjang, mat zijn meisje bij ons in Salatiga
voor een weekje. Hij was ook onderwijzer, zoals mijn vader, maar nog jong en
wij mochten hem graag, een leuke man die goed met kinderen kon opschieten.
Op een dag stelde hij voor om met
mijn ouders naar Kopeng te
gaan voor een ritje in zijn auto,
zonder de kinderen. Dat werd dankbaar
aanvaard door mijn ouders. Toen ze in de
auto stapten gaf meneer Smaits ons -
mijn vriend Hans, die toen bij ons woon
de en mij - een zilveren ringgit, die wij
mochten gebruiken voor wat maar ook.
Wat een rijkdom, een hele ringgit!
Es lilin
We kregen een gulden per maand spaar
geld en een dubbeltje per week voor het
zwembad en een dubbeltje per week voor
choco-ijs. Maar dat dubbeltje verdween
meestal achter het zwembad waar een
waroeng was waar je saté kon kopen,
twee stokjes voor een cent, met lontong
en nog vele andere lekkere dingen, die ik
niet mocht eten. Nu hadden we met z'n
tweetjes een hele ringgit!
Onze twaalf- en dertienjarige hersentjes
gingen aan het werk. Wat zouden we alle
maal wel niet met zoveel geld kunnen
doen? Bioscoop, taartjes eten bij Boejoet,
een hele thermosfles met es lilin kopen, of
ons zat eten aan saté of lemper ajam.
Maar nee hoor, we kwamen op het idee
om ook naar Kopeng te gaan, daar was
ook een zwembad en wat zouden mijn
ouders leuk verrast zijn!
Kwee lapis
Dus, wij op weg naar de pasar op de
Solose weg waar een bushalte en taxi
standplaats was. De bus naar Kopeng
was al weg en het zou een tijdje duren
voor er weer een andere ging. Dus toen
op naar de taxi's. Die stonden daar tot ze
gevuld waren met zoveel mogelijk passa
giers voor een bepaalde bestemming. Na
wat rondscharrelen vonden we er een die
richting Kopeng ging en na wat tawarren
konden we een plaats krijgen. Na een
poosje - de taxi moest gevuld worden -
zaten we ingeperst tussen mensen, kran-
djangs, levende kippen bij de poten
gebonden en boengkoesans van verschil
lende grootte. Met veel stoppen, mensen
er in en er uit, veel commentaar, lachen,
maar ook schelden, bereikten we toch uit
eindelijk Kopeng. Daar moesten we nog
een eind lopen om bij het hotel Kopeng
te komen waar mijn ouders waren met
hun vrienden. Maar voor ons was het een
groot avontuur en we hadden nog vijftig
cent, waar we bij een waroeng kwee lapis
kochten voor een gobeng elk, nog genoeg
over om bij het hotel limonade te kopen
met taartjes.
Kassian
Op het terras naast het zwembad, onder
een grote pajong zaten mijn ouders met
hun vrienden. Hans en ik stapten heel
parmantig naar hen toe, zo van: wat denk
je daar nu van, helemaal hier gekomen.
Maar helaas was het welkom een stroom
van woorden die ik me liever niet wil her
inneren. O, wat was mijn moeder boos.
Beseften wij wel wat er allemaal had kun
nen gebeuren?
'Wat als de taxi een ongeluk had gehad.'
(Dit gebeurde vaak op de kronkelige weg
naar Kopeng.)
'Wat als wij al op weg naar huis waren.'
'Wat als we naar een andere plaats waren
gegaan en je ons niet had gevonden.'
Wij hadden natuurlijk hun leuke uitje
zonder kinderen verpest, maar dat kon
den onze twaalf- en dertienjarige hersen
tjes niet bevatten.
Meneer Smaits had kassian met ons en
bestelde ijsjes voor ons, maar toen was het
afgelopen en moesten we met zes perso
nen in zijn kleine Opel terug naar
Salatiga. Hans en ik op de vloer achterin
tussen de knieën van mijn ouders. Veel
werd er niet gezegd, maar we werden wel
weer vriendelijker behandeld. Zo zie je dat
een ringgit rijkdom is, die veel vreugde
maar ook veel narigheid kan brengen.
Een foto uit het Moesson-archief van de Padangsche Voetbal Club. De enige naam die we hebben, is die van Anton
Dekens, zittend, tweede van rechts. Anton Dekens behoorde tot de tegenpartij, maar bij wie hij speelde, weten we
niet. Wie er verder op staan of wanneer de foto is gemaakt, is ons ook niet bekend, en om wat voor wedstrijd ging
het? Reacties zijn, zoals altijd, van harte welkom.
'---y-'v.-:, -r: ■- - 1^ v-.--:"- v- s. \i.:-
44 ste jaargang - nummer 1 2 - juni 2000
21