Tekst en foto's: Dick van Engelenburg
Padmanabhapuram paleis.
De linkerarm van Je C 'ompagnie. Xo werJen Je factorijen van Je
voc op liet InJiase subcontinent genocmJ. Deze factorijen lagen aan
Je Oostkust (Je CoromanJelkust met Je koofJstaJ Negapatnam) en
aan Je Westk ust (Je Malabarkust, koofJstaJ Cochin). Aan Je
CoromanJelkust konJen katoentjes en heJrukte stoffen worJen inge
kocht, terwijl Je Malabarkust rijk was aan koffie en peper.
Cochin lag op het eilandje Cochin Fort
voor de Malabarkust, niet ver ten zuiden
van Calicut, waar in 1498 de Portugees
Vasco da Gama (1469-1524) voet aan wal
zette, als eerste Europeaan die van overzee
gekomen was.
Calvinisme en kaneel
Als eerste Europeaan die overland geko
men was, geldt volgens de overlevering de
apostel Thomas, die in de Thomaskerk in
Madras begraven zou zijn. De sarcofaag in
de kerk is echter leeg, op een paar muntjes
na. Wel leven er nog groepen christenen,
wier voorouders door de heilige Thomas
bekeerd zouden zijn. In de deelstaat Kerala,
onder andere, is twintig procent van de
bevolking christelijk.
VOC-commandeur jonkheer Adriaan van
Reede tot Drakestein (1636-1691) stuurde
in 1674 een uitgebreide en confidentiële
missive aan de gouverneur van Ceylon. In
die missive deed hij verslag om de in zijn
ogen afvallige - want rooms-katholieke
'inlantse' christenen - tot het 'ware' calvinis
tische geloof te brengen.
De Hollanders konden zich in Malabar pas
sterk maken tegenover de Portugezen,
nadat Ceylon in Hollandse handen was
gevallen. Dat was pas in 1656, na een lange
strijd. In handen betekende in die dagen de
bezetting van een aantal kuststreken en
plaatsen, zoals Colombo, Jaffna en Galle.
Het binnenland werd overgelaten aan de
vorst van Kandy en die vorst stond vervol
gens toe dat de VOC het monopolie had
over het belangrijkste product: kaneel.
Vanuit Ceylon werden in 1663 de
Portugezen uit hun factorijen aan de
Malabarkust verdreven. Ze kregen daarbij
hulp van inheemse vorsten, die voortdu
rend met elkaar en met de Portugezen
overhoop lagen. De Portugezen trokken
zich terug op Goa en de VOC nestelde
zich in Cochin Fort. Van het fort is nu niet
veel meer over, slechts een bastion, eertijds
verbouwd tot woning van de Portugese
commandant.
Dutch palace
Op hetzelfde eiland staat echter in de wijk
Mattanchery het zogenaamde Dutch
Palace. Die naam is enigszins misleidend.
De Portugezen hadden het in 1555
gebouwd voor de plaatselijke vorst als com
pensatie voor oorlogsschade. In de VOC-
tijd werd, na een ingrijpende verbouwing,
het paleis bestemd tot hoofdkantoor van de
gehele Malabar.
Toen de Engelsen in 1795 de Hollanders
Sporen van de VOC in India
aflosten, gaven zij het gebouw aan de vorst
van Cochin ten gebruike als paleis. Dit is
tot op heden nog zo, voor de aanverwante
radja's van Travancore. Er zijn belangwek
kende hindoeïstische muurschilderingen te
bewonderen en uiteraard ook portretten
van de vorstelijke Rama-familie.
Kerala
Kerala is een Zuidindiase deelstaat, die gro
tendeels samenvalt met het vroegere VOC-
gebied aan de Malabarkust. In de heuvels
vindt men ook nu nog veel koffieplantages,
net als in de Preanger. Voor de VOC was
echter peper belangrijker, want daarop kon
nog veel meer verdiend worden.
In het binnenland, halverwege Cochin en
de zuidpunt van India, ligt in de bossen een
zomerpaleis van de vorsten van
Travancore. De bouwstijl van dit in hoofd
zaak achttiende-eeuwse paleis
Padmanabhapuram doet denken aan
Indonesië. Dit komt waarschijnlijk mede
door het gebruik van rode dakpannen.
Maar de lay-out is heel anders. Namelijk
een complex van haaks op elkaar staande
en soms losstaande gebouwen, verspreid
over zorgvuldig onderhouden tuinen.
De naam betekent 'stad van hem, die uit een
lotus geboren is' - een verwijzing naar de
god Vishnu, beschermheilige van de radja's
van Travancore. Dit is ook te zien in de
muurschilderingen in het Dutch Palace in
De 'Dutchpalace in Mattanchery, Cochin.
26
moessQn
Delinl