rarm van de Compagnie
Cochin. Het paleis ligt ongeveer 55 kilome
ter ten zuidoosten van Trivandrum, de
hoofdstad van Kerala en is rond 1730
gebouwd door de toenmalige radja van
Travancore, Marthanda Varma. Op die plek
lag voor die tijd Kalkulam, toen de hoofd
stad van Travancore en het oudste deel van
het gebouw dateert dan ook uit circa 1550.
Hortus Malabaricus
Marthanda Varma (1706-1758) verzette
zich met kracht tegen de invloed van
Europeanen (Hollanders en Engelsen) en
ook van de Moghul keizer Tippu Sultan.
Hij wist zich tegenover deze rivalen aardig
staande te houden.
De daken van het paleis - nu eigendom van
de staat Kerala - rijzen op boven de zwarte
teakhouten balken, die de witte muren
bekronen en schitterend houtsnijwerk
tonen. Binnen vallen de uitklapbare ven
sters op, die met gekleurd mica worden
gesloten. De vloeren zijn bedekt met een
verhard mengsel van eiwit, verpulverde
schelpen, kokosnoten en plantensappen. En
ook hier zijn, evenals in het Dutch Palace in
Cochin, goed bewaard gebleven, 250 jaar
oude muurschilderingen.
In het oudste gedeelte van dit voortreffelijk
gerestaureerde paleis vindt men een enorm
houten pronkbed, waarbij een bord staat
met de volgende tekst:
This is believed to have been given
to the radja of Travancore by the
Dutch East Indian Company,
during the tune of captain Adrian
Van Goens, who compiled the
Hortus Malabaricus in the 16th
century.
Een van de
binnen
plaatsen
van
Padmana-
bhapuram.
Deze tekst moet met de nodige korrels zout
genomen worden, want natuurlijk kan het
niet de zestiende eeuw zijn. De aanwezig
heid van de Loffelijke Compagnie in
Malabar duurde slechts honderddertig jaar
(1663-1795). Ook was Van Goens niet de
samensteller van deze Hortus lndicus
Malabaricus. De Hortus lndicus Malaba
ricus is een atlas van medicinale en andere
nuttige planten in maar liefst twaalf delen
en geschreven door de al eerder genoemde
Reede tot Drakestein, gouverneur van
Malabar, en drie Brahmaanse geleerden.
Rumpliius
Al bij de publicatie van het eerste deel in
1671 werd dit boek een mijlpaal voor de
tropische plantkunde genoemd. Later prees
Linnaeus het als een van de belangrijkste
boeken ter wereld. Rumphius (1627-1702),
op het verre Ambon, kende het en noemde
het een prachtig boek. Het is droevig vast te
stellen, dat zijn zeker niet minder belangrij
ke boek over de Molukse flora, Het
Amboinsch Kruidboek of Herbarium
Amboinense - geschreven in dezelfde tijd -
tijdens diens leven nooit gepubliceerd werd.
Men moest wachten tot 1741!
De waarde van de Malabarse plantenatlas
wordt in de eerste plaats bepaald door de
764 kopergravures, met bij elke afbeelding
een beschrijving (in het Latijn) van de
planten, van het gebruik en van de medici
nale eigenschappen ervan. De zogenaamde
ayurvedische geneeswijze is in Zuid-India
nog steeds erg in zwang, getuige de vele
uithangborden bij drogisten en masseurs.
Het uitgeven van zo'n enorm boek moet
een zeer kostbare zaait geweest zijn. Later is
er nog een orchidee naar Van Reede
genoemd.
Enclave
In het pronkbed zouden naar verluidt
alle 638 in de Hortus genoemde
geneeskrachtige houtsoorten zijn ver
werkt. Door een hoogleraar aan de
universiteit van Calicut wordt al jaren
gewerkt aan een boek over Van
Reede's levenswerk: Ethno-Botany of
the Hortus Malabaricus. Jammer
genoeg staat geldgebrek het verschij
nen ervan in de weg.
Het vorstendom Travancore - en dus
ook het paleis - kwam na de opdeling
van India in deelstaten, te liggen in de
arme deelstaat Tamil Nadu, maar wel
vlak bij de grens van Kerala, dat veel
beter bij kas was. Om de restauratie
van het paleis met overheidsgeld
mogelijk te maken, paste men een
kunstgreep toe: het paleis werd tot
grondgebied van Kerala verklaard -
een enclave in Tamil Nadu dus - en de
restauratie kon beginnen. Zo staat het
praalbed nu weer in een passende
VOC-praalbed.
44 ste jaargang - nummer 12 - juni 2000
27