Als Hortensio in De getemde feeks van John Cranko. Met Craig Randolph en Jane Haworth en het English National Ballet, 1991.
Foto: Diego Ciavatti.
en boulimie patiënten vind je niet voor niets
in de danswereld. Welnu, mijn gitaar gidste
me door dat onzekere bestaan. Tussen de
bedrijven door speelde ik gitaar of gaf les aan
collega's. Ik kon en kan nog steeds boven de
middelmaat spelen, het is en blijft een rust
gevende meditatie voor me. De rust en het
zelfvertrouwen die het me brengt, heeft me
geholpen bij het beklimmen van het voor het
ballet nog altijd belangrijke hiërarchische
systeem.
)pgfes loten
Als solist van indertijd een van 's werelds
topgezelschappen beleefde ik een ongelooflij
ke tijd. Inmiddels realiseer ik me hoe bijzon
der dat geweest is. Ondanks de aanlokkelijke
wereldtournees, toptheaters en celebrities
betekende het vooral: hard en gediscipli
neerd werken. Om een voorbeeld te geven:
ik heb in de tijd dat ik in Londen en later
Parijs woonde en werkte, bijna niets van
deze wereldsteden kunnen zien, omdat ik al
mijn tijd kwijt was aan repeteren, reizen en
performen. In tegenstelling tot de andere
gezelschappen in Parijs, Antwerpen, Basel
en Ulm waar ik deel van uitmaakte, deed het
I x>nden Festival Ballet aan seizoenen van
wel 260 voorstellingen per jaar.
Ik heb zelfs een keer opgesloten gezeten in
het oude Londense Sadler's Wells Theatre,
na de première van een modem stuk. Het
was een heel surrealistisch stuit van de
excentrieke Lindsay Kemp en choreograaf
Christopher Bruce. Iedereen was in een
roes. Als laatste bleef ik achter in de douche.
Toen ik eruit kwam, was iedereen weg en
alles afgesloten. De enige manier om het
gebouw uit te komen was van de derde ver
dieping springen oftewel een botbreuk oplo
pen. Dt heb me toen uitgeleefd op het
instrumentarium in de orkestbak en ben uit-
gerost in slaap gevallen tussen de decors op
het toneel. Als je professioneel danser wilt
worden, moet je echt een behoorlijk bezeten
gek zijn.
Sergeant-majoor Flolir
Sleutelfiguur voor mijn danscarrière is mijn
in Medan geboren Indische moeder
geweest. Zij heeft, zoals zovelen uit haar
generatie, haar artistieke talenten niet kunnen
ontplooien door de oorlog en de armoede.
Zij komt uit een groot katholiek gezin dat in
1950 naar Nederland emigreerde. Ik ben in
een gelukkiger, welvarender generatie gebo
ren, waarbij geen oorlog en honger uit eigen
ervaring bekend is. De heftige verhalen van
mijn opa die het beruchte Japanse kamp aan
de Kwai overleefd heeft, hebben wel een bij
zondere indruk op mij achtergelaten. Ik
hoorde dat hij op 15 augustus altijd moest
huilen. Na de mediaberichten over Vietnam,
Cambodja, Ruanda, Srebrenica en Kosovo
begrijp ik ietsje beter uit welk een tijd en
omgeving deze man te voorschijn is geko
men. De spannende verhalen die hij me als
kind vertelde, hebben me geïnspireerd tot
het maken van een danssolo.
Vorig jaar was deze te zien op de Pasar
Malam Besar. Het was de middelste solo uit
Ketak Tikt, gedanst door Adva Zakai.
Hiervoor heb ik een geluidsopname gebruikt
van een Balisehe dalang vertelling. In deze
inleiding tot het Ramayana-verhaal verwijst
de dalang regelmatig op humoristische wijze
in zijn tekst naar de huidige werkelijkheid.
Fictie en non-fictie lopen voortdurend door
elkaar heen. Gruwelijke en humoristische
anekdotes. De stem is precies die van mijn
opa zoals ik hem gekend heb, dezelfde
schuddebuikende exotische lach maar ook
het (trieste) mysterie in zijn verhaal. Hij
sprak over een land en een periode die op
mij indertijd fictief over kwamen. De gruwe
lijke kampverhalen kon ik als klein kind niet
bevatten en toch vertelde hij ze met een
glimlach. Na de Japanse bezetting weigerde
hij om het geweer op zijn landgenoten te
richten en hij verkoos emigratie naar
Nederland met zijn gezin. Deze danssolo is
voor mij een emotionele herinnering aan
mijn grootvader, ex-KNTL-sergeant-majoor
Flohr.
Een intercultureel Romeo en Julia-
avontuur
Sinds ik na elf jaren internationale dansprak
tijk besloten heb om niet meer als danser
werkzaam te zijn voor 'balletfabrieken' en
voor het onzekere freelance bestaan gekozen
heb, heb ik automatisch de luxe van mijn
danscarrière moeten inleveren voor het
knokken voor (zeer) weinig geld. De druk
Foto: Bill Cooper.
Gerard Mosterd. Foto: Bill Cooper.
moessOn
32