van het law budget dwingt me om de meest creatieve oplossingen te vinden, net als mijn Indische familie tijdens en na de oorlog. De meeste Indische mensen die ik ken, bezaten in Indië niks en daarom zijn ze volgens mij zo buitengewoon creatief. Zelfs hun oor spronkelijke land, Indië, zijn ze kwijtgeraakt, maar waarschijnlijk niet in hun verbeelding. Mijn vader, een blonde, blauwogige viking met Friese roots, heeft zoals de rest van zijn generatie ook vanuit de oorlogsruïnes een eigen bestaan moeten opbouwen. Als her vormde, nuchtere, hardwerkende groente man leerde hij begin jaren zestig mijn exotische moeder kennen tijdens het straat- venten in de Amersfoortse Primulastraat. Dit interculturele Romeo en Julia-avontuur heeft mij tot gevolg gehad en later nog een broertje en zusje. Proza en poëzie Om als Nederlander Indische invloeden te hebben, geeft je toch een iets andere kijk op het Nederlander-zijn. Als ik vroeger onver wacht bij Nederlandse vriendjes op bezoek kwam, moest ik netjes wachten tot men klaar was met eten. Bij mijn Indische familie kwam je nooit ongelegen en er was altijd wel een manier om je mee te laten eten. Na het eten werd er vaak nog gezellig gemusiceerd en gelachen. Deze warme, gezellige, open en makkelijke instelling miste ik helaas nogal eens bij mijn Hollandse vriendjes en kennis sen. Ook is het me opgevallen dat Indische families vaalt een hecht clan-gevoel hebben in contrast met Hollandse families waarbij eenieder uiteindelijk zijn eigen weg gaat. Het gevoel voor mystiek, niet te verwarren met bijgelovigheid, spreekt mij bij Indische mensen altijd aan. De onbevooroordeelde gedachte dat er meer is dan je in eerste instantie met je blote oog kunt waarnemen, en de acceptatie dat leven en dood zoals dag en nacht onderdeel van een groter mysterie zijn. De beruchte Nederlandse nuchterheid zegt me ook wel iets, maar ik verkies toch de poëzie boven het proza. Misschien begeef ik me daarom wel beroepsmatig op artistiek terrein. Misschien Royal Festival Hall. Tim Almaas en Karen Gee in Schaufuss' Nutcracker. Foto: Catherine Ashmore. Gerard Mosterd's bijnaam bij de London Festival Ballet was 'the Flying Dutchman'. Foto: Erwin Flohr. om de harde, nuchtere realiteit te ontvluch ten. Ik kan en wil me niet voorstellen dat alles alleen maar om macht, geld en seks draait ook al geven de media me die indruk. Merkwaardig genoeg draait het in de dans- wereld, vooral onder degenen die het voor het zeggen hebben juist wel om macht, geld en seks. Ik ben als elljarig jongetje begonnen met bal letlessen en kwam er snel achter dat het dans- vak een zwaar en hard vale is. Daar komt nog bij dat het hedendaagse Westerse danscircuit voortkomt uit het feodale hof van de despoti sche koning Lodewijk de XlVde. Dat was een periode van corruptie en manipulatie. Wat dat betreft, is er weinig veranderd. Ont snappen aan de werkelijkheid Voor mij is dans poëzie. Het is geen intellec tuele kunstvorm, maai' een intuïtieve com municatievorm. Net als muziek gevoel en verbeelding stimuleert, zo kan geïnspireerde lichamelijke beweging hetzelfde resultaat bereiken bij een daarvoor gevoelig publiek. Drie jaar geleden zag ik in Amsterdam een Balische dansgroep aan het werk. Het groot ste deel van het jaar werken deze topkunste- naars thuis als taxichauffeur, in een hotel of op de rijstvelden, totdat ze enkele maanden op tournee gaan naar het Westen. Typisch, kunst is daar op vanzelfsprekende wijze veel meer geïntegreerd in het gewone dagelijkse leven. De adembenemende devotie waar mee de muzikanten aan het begin van hun voorstelling tijdens het wierookbranden ach ter hun gamelan plaats namen, veroorzaakte bij mij een emotionele schokgolf. De rituele, volkomen overgave van muzikanten en later dansers aan het 'heilige' moment van de voorstelling vond ik een zeer geslaagde en overtuigende ontsnapping aan de dagelijkse werkelijkheid. Er werd werkelijk met hart en ziel gedanst en gespeeld via een zeer verfijn de techniek en traditie. Gedurende de hele voorstelling beleefde ik die totale audiovisu ele ervaring in extatische ontroering. Dergelijke voorstellingen kom ik niet aan de lopende band tegen. Merkwaardigerwijze zijn het bij mij wel vaak niet-westerse voor stellingen die me zo aangrijpen. Langzaam Voorstellingen die ik tijdens tournees in Azië heb gezien - zoals het Cloud Gate Dance Theatre in Taipei, Peking Opera of de Staatsballetschool in Shanghai, die tussen het klassieke repertoire door een traditioneel Chinees stuit presenteerden - hebben me ook diezelfde kippenvel bezorgd. Net als bij Japanse Butöhdans lijkt het erop alsof veel Aziatische bewegingsvormen beginnen van uit een innerlijke 'stilte' die een geconcen treerde en meditatieve kwaliteit bewerkstelligt. De mogelijkheden van derge lijke trage bewegingsaflopen heb ik tot nu toe altijd in mijn stukken geprobeerd te onder zoeken. Ook in Angin komt zo'n tijdloze bewegingsafloop voor. Het druist in principe tegen de rusteloze en snelle Westerse tijd geest in. Maar door zo veel tijd te nemen voor het uitvoeren van een beweging ont staat er wel een verdiepende indruk die ook meer van de toeschouwer eist. Tijdens de voorstelling van Ketuk Tilu vorig jaar op de Pasar, die ook met een langzaam stuk bewe ging begon - refererend aan het langzame tempo der tropen - wisten sommige mensen in het publiek zich geen raad en liepen daad werkelijk het theater uit. Deze keer zal het publiek voor Angin vriendelijk verzocht wor den om tijdens de voorstelling te blijven zit ten. Angin onderzoekt geabstraheerd de vraagstukken van iemand met een bi-cultu- rele achtergrond. Ik heb dit stuk wat betreft ruimtegebruik en dansmateriaal voor de Pasar aangepast. Het beloven in elk geval spannende voorstellingen te worden. Over Gerard Mosterd's voorstellingen op het internet www.ddd.org http://tongtong.denhaag.oig/ketuk.htm http://www.kratov.com/licht.mov 44 ste jaargang - nummer 1 2 - juni 2000 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 33