Ook geen duizend gulden Hierbij reageer ik op het stukje 'Geen duizend gulden voor trouwe dienst' van de heer J.L. Antheunisse, opgenomen in Moesson, april (pagina 33). Ook ik moest in de grote vakantie in 1942 een maand in dienst en wel bij het 8ste bataljon in Malang. Tijdens de oorlog gewerkt aan de Birma-spoorweg en na de bevrijding zodra dat mogelijk was mij vrijwillig opgegeven voor het Prins Mauritsbataljon om uitgezonden te worden. Via Soembawa, Bali en Palembang in 1947 in juni gedemobili seerd in Nederland. Bij elkaar vijf jaar en zes maanden in dienst geweest, dus veel te lang om in aanmerking te komen voor de duizend gulden uitkering. Ook ik vind dit een zeer onbillijke regeling. Als de regering er een bepaald bedrag voor over heeft, waarom dan niet eerst diegenen in aanmerking laten komen die er het langste hun kostbare tijd aan hebben gegeven? Ik heb overigens al twee keer naast een dergelijke uitkering gezeten, zij het om andere redenen. Maar waarom ruim vijftig jaar na de oorlog aankomen met dergelijke cadeautjes, waarbij altijd weer mensen die toch hetzelfde hebben meegemaakt, alleen wat langer, er buiten vallen? J.F. Holtzapffel, Haarlem Centraal Bureau voor Statistiek In Moesson stond enige maanden gele den een bericht over burgemeester Verdier van de gemeente Huizen. Verdier werd door verschillende kranten de 'eerste allochtone burgemeester' van Nederland genoemd, omdat deze Indische man in Nederlands-Indië is geboren. Het berichtje is van januari 2000 (pagi na 7), maar ik wil er graag nog op reageren, omdat ik - inmiddels alweer bijna vijf jaar geleden - gecorrespon deerd heb met het CBS, het Centraal Bureau voor Statistiek, over de begrip pen autochtoon en allochtoon. Het CBS had mij het volgende te zeg gen: 'Voor het samenstellen van statis tieken over een bevolking is het van belang dat iedere persoon daarin op dezelfde wijze wordt behandeld. Dit houdt in dat de kenmerken [op grond waarvan] de indeling wordt gemaakt voor alle personen gelijk zijn. Aangezien voor iedere inwoner van Nederland de [vier] kenmerken natio naliteit, geboorteland, geboorteland vader en geboorteland moeder in de gemeente lijke bevolkingsregistraties zijn vastge legd en andere volledige registraties in dezen ontbreken, voert het CBS de indeling van de bevolking naar allochto- niteit uit aan de hand van deze vier kenmerken. Het is niet mogelijk de omvang van de joodse bevolkingsgroep aan de hand van nationaliteit, geboorteland, geboorte land vader en geboorteland moeder te bepalen. Dat geldt evenzeer voor bevol kingsgroepen als Molukkers, Koerden en Palestijnen. Deze groepen zijn welis waar verbonden met een bepaald land, of een deel ervan, maar kunnen ander zijds niet eenduidig aan dat land wor den toegewezen. Zo zijn veel (oudere) Molukkers in Nederlands-Indië geboren, maar niet iedereen die daar is geboren is een Molukker.' Einde citaat. 'Het gevolg,' stond in een andere brief die ik van het CBS ontving, 'het gevolg [van deze wijze van indelen] is dat sta tistisch gezien mensen soms in een andere groep worden ingedeeld dan [die] waartoe ze zichzelf rekenen.' En in diezelfde brief: 'Welke indelingen ook worden gekozen, het zal niet altijd mogelijk zijn om in alle gevallen recht te doen aan een ieders behoefte.' Tot zover het CBS. H.A. van Emmerik, Den Haag Individuele uitbetaling' Begin april stuurden wij een brief aan premier Kok en de Staten Generaal over de 250 miljoen die aan de Indische gemeenschap is toegezegd. Wij zijn namelijk van mening dat die 250 mil joen individueel uitbetaald moet wor den aan iedereen die onder de Japanse bezetting heeft geleden, materieel en immaterieel. In zijn antwoord van 13 april 2000 schreef de heer Kok ons onder andere het volgende: Geconcludeerd kan worden dat het rechtsherstel na de oorlog rechtmatig en nauwgezet is geweest. Erkend moet [echter] worden dat het rechtsher stel bezien met de ogen van nu met meer begrip uitgevoerd had kunnen en moeten worden. De regering erkent ten volle, terugkijkend met de wetenschap en de ogen van nu, dat er teveel formalisme, bureaucratie en vooral kilte in het rechtsherstel is geweest. Daarvoor spreekt de regering oprecht spijt en verontschuldigingen uit naar degenen die toen hebben geleden, zonder overigens verkeerde bedoelingen te veronderstellen bij degenen die toen verantwoordelijkheid droegen Behalve met de Sinti en Roma en met de joodse gemeenschap, is de regering met de Indische gemeenschap in over leg getreden, gaat Kok verder. 'De regering,' aldus Kok, 'stelt de Indische gemeenschap een bedrag beschikbaar van 250 miljoen gulden dat aan collec tieve doelen besteed kan worden. Aangezien het Indisch Platform geen onderscheid wenst te maken tussen hen die wel of niet door de Japanse bezetter geïnterneerd waren en een gelijke behandeling van alle Nederlanders nastreeft, is afgesproken geen individu ele uitkeringen te verstrekken. Het Indisch Platform zal projectvoorstellen doen die liggen in de sfeer van herden king, educatie, maatschappelijke zorg, welzijn, wetenschap en cultuur. Tevens zal de regering tegemoet komen aan de wens om een inventariserend onderzoek te starten naar de haalbaarheid van onderzoek ten behoeve van het in behandeling nemen van individuele claims Tot zover Kok. W.J. ter Kulve-van Os, Ambt Delden 5. Af. Kamperman-Tokaya, Enter Op 5 april 2000 is heel onverwacht naar zijn Hemelhuis geroepen Albert Karl Eugèn (Boy) von der Oelsnitz Geboren te Makassar op 3 augustus 1922. Rust zacht, lieverd. Lily von der Oelsnitz-Ulveling Zusters: Eugenie Laan en Vicky van Dam Kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen Correspondentie-adres: L. von der Oelsnitz-Ulveling Schubertstraat 468 5011 CR Tilburg tel. 013 - 456 36 71 44 ste jaargang - nummer 1 2 - juni 2000 ADVERTENTIE 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 5