Gatrik
zwiepen. Je tegenstander, die een eind
verder voor je staat, mag proberen het
weggezwiepte stokje op te vangen. Lukt
dit niet, dan mag je vanaf de plaats waar
het kleine stokje is terechtgekomen, het
aantal lengten van het stokje tot aan de
twee stenen als punten binnen halen.
Vangt je tegenstander het stokje daaren
tegen wel, dan moet je de lange stok op
de twee stenen plaatsen, waarna je
tegenstander moet proberen het opge
vangen kleine stokje tussen de twee ste-
rond en vier centimeter diep. Vier a vijf
meter van dit kuiltje trek je dan een
streep, waarvandaan je dan een knikker
richting kuiltje gooit. Diegene wiens
knikker het dichtst bij het kuiltje is
gerold, mag beginnen. Je rolde je knikker
eerst in het kuiltje, hetgeen één punt
opleverde. Vanaf het kuiltje moet je dan
proberen de dichtstbijzijnde knikker zien
te raken, waarbij je de knikker hetzij tus
sen duim en wijsvinger houdt (foto 1) of
tussen de wijsvingers van beide handen
en de duim van één hand houdt (foto
2), en zo de knikker wegschiet.
Raak je die knikker, dan heb je er weer
een punt bij. Om je derde punt te beha
len moet je nu je knikker - die nu
natuurlijk verder van het kuiltje af ligt -
weer in het kuiltje zien te rollen. Mis je
de knikker van je tegenstander dan is
diegene wiens knikker je wou raken aan
de beurt. Dit gaat zo door tot iedereen
tien punten (van tevoren afgesproken)
heeft behaald, behalve één, die dan ver
loren heeft.
Deze jongen moet dan één van zijn han
den plat, half over het kuiltje leggen,
waarna de andere deelnemers aan het
spel hun knikker vanaf stahoogte op de
hand van de verliezer laten vallen, waar
bij meestal getracht werd om de nagels
te raken (sakit lóh)Mocht hierbij onver
hoopt de knikker in het kuiltje vallen,
dan moet diegene die dit overkwam de
plaats van de verliezer innemen.
Een ander knikkerspel werd als volgt
gespeeld. Met een stok teken je een drie
hoek op de grond, waarna een ieder die
aan het spel meedeed, al naar gelang de
afspraak, één of meerdere knikkers op de
lijnen van de driehoek plaatst. Een meter
of vijf, zes van deze driehoek trok je dan
een lijn, van waar je dan je knikker rich
ting driehoek gooide. Ook hier mag die
gene die zijn knikker het dichtst bij de
driehoek heeft weten te gooien, met het
spel beginnen, waarbij je zoveel mogelijk
knikkers uit de driehoek moet zien te
'schieten'. Je kon ook geluk hebben dat je
bij het gooien vanaf de lijn naar de drie
hoek, één of meerdere knikkers uit de
driehoek schoot. De knikkers die je uit
de driehoek weet te schieten, mag je
houden.
Een andere versie van de driehoek is het
kop-en-staart opstellen van de knikkers.
Waarbij de knikkers op één rij achter
elkaar geplaatst werden.
Of Oemboelan, zoals Ed Brodie dit
noemde. In plaats van een stripboek kon
je een kartondik blad met plaatjes in
stripboekvorm van onder andere
Superman, Batman, Mandrake, Flash
Gordon, Tarzan, The Lone Ranger met
Roy Rogers, Zorro, een vrouw met slan
gen op haar hoofd in plaats van haren
(naam ontschoten), wajangfiguren,
enzovoort, kopen. De plaatjes knipte je
dan uit het blad en bij het spelen legde je
naar gelang de afspraak, enkele plaatjes
in, waarna diegene die beginnen mag de
plaatjes in de hand neemt en deze ver
volgens in de lucht gooit. De plaatjes die
met de afbeelding naar boven op de
grond vallen, mag je houden.
Gatrik
Hierbij werd een korte stok op twee,
platte stenen geplaatst - de stenen liggen
een kleine drie centimeter van elkaar af.
Met een langere stok die je met het
onderste gedeelte onder het kleine stokje
plaatst, moet je nu het kleine stokje weg-
45 ste jaargang - nummer 3 - september 2000
Gamkaran
27