Op zoor naar
mevrouw Kloppe 1
hen interview met biografe Vil an van Jc
Tekst: Inge Diimpel
Ze s aar heeft Vilan van Je Loo gewerkt aan Kijk in Kloppenb
een biografie van Je beroem Je mevrouw Kloppenburq-
Versteegb, Je schrijfster van onJer anJere Indische
planten en haar geneeskracht, Wenken en raadgevingen
betreff en J e het geh ruik van Indische planten, vruchten
enz. en Het leven van de Europeesche vrouw in Inclië.
leJereen kent haar boekenmaar wie was mevrouw
Kloppenburg zelf? I)at blijft een mysterie. Ook voor haar
biografe Vilan van Je Loo.
moessQn
Hoe ben je in aanraking gekomen met
het werk van mevrouw Kloppenburg?
Wat vind je fascinerend aan haar?
Vilan: 'In het begin wist ik dat niet. Ik
hoorde in 1992 voor het eerst iets over
haar. Ik verzamel handboeken en heb er
rijen van in mijn boekenkast staan, van
Hoe heb je het onder
zoek opgezet?
Vilan: 'Langzaam, bijna
via een ballotagesysteem
ben ik in contact geko
men met de familie
Kloppenburg.
En steeds hoorde ik
maar over dat kruiden-
Moeder, hoe hoort het eigenlijk? tot Beter
leren klissen.
Ik hoorde dat er ook Indische handboe
ken bestonden. Daar ging mijn doctorale
scriptie over: Indische handboeken van
vrouwen voor vrouwen.
Omdat ik bij elk geschreven portret ook
een foto en een biografie van de schrijf
ster wilde plaatsen, begon ik te zoeken
naar mensen die mij zouden kunnen
helpen. Ik moest er ook voor zorgen dat
de mensen mij konden vinden en daar-
Lmks Albertina van Spreeuwenburg (1826-
een onbekende jonge vrouw. (Foto links)
Het echtpaar Kloppenburg. (Foto onder)
om verspreidde ik folders en plaatste ik
oproepen in huis-aan-huis kranten - een
geweldig medium overigens.
Zo kwam ik in contact met Indische
mensen die mij vertelden hoe belangrijk
het kruidenboek van mevrouw
Kloppenburg was. Over het handboek
hoorde ik niets. Ook in de vele archieven
die ik heb doorgespit, vond ik alleen
informatie over het kruidenboek.
Ik dacht: het zal toch niet weer gebeuren
dat een geweldige vrouw uit onze vader
landse geschiedenis ver-
1913) met dwijnt! Daar ga ik wat
aan doen! Dat heb ik ook
nog, vol hoogmoed, ach
terin mijn scriptie
geschreven. Op dat
moment had ik nog niets
over haar, behalve een
artikel van haar dochter.'
11