Een portret van
Wies van Groningen
Schrijven dwingt mij goed over mijzelf na te denken
Tekst: Marjolein van Asdonck
'Vele jaren heb ik nodig gehad om te weten te komen wie ik ben,'
vertelt Wies van Groningen. 'Hollands? ik realiseerde me dat ik
vanaf mijn tiende jaar m Holland woon, in een westerse samenle
ving. I)at mijn kinderen hier geboren en getogen zijn. Indisch Met
een vader van hier en een moeder van daar ben ik een Indische
toch Een Indo! hn vraag mij nu niet wat dat voor mij betekent,
In disch te zijn. Maar als je moeder van de Mo/ukken komt - en
mijn moeder kómt van de Molukken - dan ben je een Molukse, zeg
gen ze. Maar ik ben niet in een Molukse samenleving opgegroeid,
ik spreek de taal niet. lk ken de tradities nauwelijks, ik ben niet
vroom en gelovig zoals Molukkers meestal zijn. Nee, ik ben niet
eens voor de helft Moluks. En toch, bij hen gaan mijn handen open
en mijn armen wijd. "Usi Wies," zeggen ze, "als je komt, is dat
genoeg
Afgelopen maand was de presenta
tie van het nieuwe boek van Wies
van Groningen: Clara Hukom.
Clara Hukom bestaat uit een herdruk
van Verhalen uit Blangkedjerèn en een
nieuw deel: Is militair. Is militair. Ik zoek
Wies op in haar appartement in Utrecht.
Ze woont alleen sinds haar man Frans in
een verpleeghuis verblijft. Het is al don
ker als ik aanbel en het regent, maar bin
nen is het lekker warm. Door het grote
raam zie je de natte Hollandse straten.
Afgezien van dat ik haar gewoon heel
aardig vind, heb ik veel bewondering
voor Wies, want ze heeft zich eigenlijk
op drie manieren geëmancipeerd: als
vrouw, als Molukse en als oudere.
Wies van Groningen: 'Op mijn zestigste
begon ik met schrijven, daarvoor was ik
huisvrouw en later lerares beeldende
Mijn ouders in 1925, op de dag van
hun verloving in Makassar.
22
moessQn
fff