Er werd veel muziek gemaakt in Blangkedjerèn. In het midden staat mijn vader. Het kleine meisje in het midden ben ik, daar onder mijn broer. Een verschrikkelijk mooi kind was hij. Maar het is voor een man niet goed, als hij weet dat hij mooi is. ik andere kleren moet aantrekken. Deze zijn te bloot." En ze zei: "Ben jij gek, het zijn pas nieu we kleren!" Veel ervan had ze zelf genaaid, het waren gewoon leuke jurkjes. "En als ze er weer wat van zeggen, dan kom ik wel naar school."' 'Mijn Hollandse opa en oma waren er niet voor ons. Mijn vader was hun lieve- lingszoon en ze waren niet zo blij met zijn keus voor mijn moeder, ze dachten dat zij het zich gemakkelijk had gemaakt: die vrouw is alleen met onze zoon, een blanke, getrouwd om het geld, en nu heeft ze een huis en een makkelijk leven tje hier. Terwijl mijn moeder natuurlijk alles opofferde toen ze met mijn vader trouw de: haar land, haar volk, haar leven. Maar mijn oma en opa waren voor hun gevoel hun zoon kwijt. Twee dagen na zijn vertrek naar Indië, schreven ze een briefje: we kunnen niet meer komen op jullie verjaardagen, in verband met de kosten van de reis, of iets dergelijks. En we hebben ze nooit meer gezien. Mijn gevoel voor schoonheid heeft me in Nederland gered, van verdriet, van eenzaamheid. Elke dag was alles anders, voor mannen vastgelegd. Over het KNIL, bijvoorbeeld, is genoeg geschre ven, maar weinig over al die vrouwen en kinderen. Ze waren afhankelijk van het dienstbevel van hun man. Ook zij moes ten de dagmarsen van Ivotadjané naar Blangkedjerèn maken. Ik ben bewust bezig om dat in mijn boek naar voren te laten komen. Wat heeft dat voor mijn moeder betekend dat ze daar terecht kwam, op de Blangk, in zo'n kleine, militaire gemeenschap? Mijn moeder kon niet tegen onrecht vaardigheid, en dan heb je het moeilijk in een koloniale samenleving. Ze was opstandig. Ze had ook altijd zoiets van: Molukse tradities, zijn die wel zo goed? Tradities: dat is dat je moet doen wat mannen willen. De titel van mijn boek is: Is militair, is militair. De invloed van mannen, mensen die macht naar zich toe trekken. Wat voor een effect heeft dat niet gehad op honderdduizenden anderen: mannen, vrouwen en kinderen? De geschiedenis van Nederlands-Indië is er een van geweld. Ga maar na: Banda- kruidnagelmonopolie, Atjeh, Tweede Wereldoorlog, bersiap, KNEL, het geweld van Molukkers hier in de jaren zeventig. Is militair. Is militair.' 'Mijn moeder was een doorzetter. Ze heeft er helemaal alleen voor gestaan. Toen er verwachtingen waren dat er oor log in Indië zou komen, koos mijn moe der in 1939 voor verlof in Nederland. Wij woonden net buiten Delft, aan de Vliet. Maar mijn vader moest terug naar Indië, hij was militair, moest nog maar één jaar dienen en wij zouden op hem wachten in Holland. Maar de oorlog brak uit en hij is in het kamp gestorven. Na de oorlog in Nederland, met een karig weduwen- en wezenpensioen, zei mijn moeder: nou, we hebben net een nieuw huis, nieuw ingericht, een nieuwe garderobe, we kunnen er wel even tegen en met een beetje geluk redden we het wel. Ik was op m'n hoede in Nederland, ik dacht dat de mensen boos op me waren, want ze keken altijd zo streng. Ik maakte ook geen vriendinnen, ik had al een vriendin, maar ja, die woonde in Bandoeng. Ik zat ook nog eens op een gereformeerde school. Ik paste daar niet tussen met m'n strookjesjurken en blote benen. Veel te frivool. Ik zag de leraren wel smoezen en toen moest ik bij het schoolhoofd komen en kreeg ik een preek. Ik snapte er niks van. Ik ging naar m'n moeder en zei: "Mam, ik geloof dat moessQn 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2000 | | pagina 24