voren: duim is olifant, wijsvinger is mens,
pink is mier. Spelregel: olifant wint van
mens, mens wint van mier, mier wint van
olifant. Dus duim wint van wijsvinger,
wijsvinger van pink, pink van duim.
Steken beide spelers dezelfde vinger of
duim naar voren, dan moeten ze het nog
een keer doen totdat er een verliezer is.
Dit soeten kun je als wedstrijdje spelen:
oud en jong vinden het spannend.
Tenminste, Oma Emilie, toen ze over
grootmoeder van 91 was, speelde het met
haar achterkleinzoon Daniel van 5 jaar.
In deel 3 van Van Dale Groot Woordenboek
der Nederlandse Taal dertiende herziene
uitgave, 1999), staat over soeten:
soeten, soette gesoet (na 1950) Mal.
Suten dat overgenomen schijnt te zijn van
zoeten.
(in Ind.) bij begin van een spel uitmaken
wie hem is door gelijk met de opponent
een van drie vingers uit te steken: Chinees
soetende hand een bepaalde vorm
geven.'
Einde citaat. In de Dikke van Daleacht
ste druk, 1961, kwam het woord soeten
nog niet voor.
Liz Polling-Goldman, Hilversum
Noveen Sint Clara
De laatste tijd valt mijn oog op de rubriek
Noveen. Ik heb een paar vragen. Geldt
dit alleen voor katholieken of mag ieder
een dit ritueel uitvoeren? Bidt men het
'Wees gegroet' als inleiding en richt men
zich dan tot Sint Clara? Wie is eigenlijk
Sint Clara? Is er iemand die antwoord op
mijn vragen kan geven, misschien telefo
nisch of met een kleine ingezonden brief?
W Boonstoppel, Winia ikkers 25,
8406 EP Tijnje, tel. 0513 - 57 16 25.
Naschrift redactie:
Wij verbazen ons soms ook over de
Noveentjes. We krijgen er de laatste tijd
zoveel binnen dat er zelfs een aparte
rubriek voor is gemaakt. Soms krijgen we
te horen dat we zeker zelf met de
Noveentjes zijn begonnen, om zo het
geld voor de Ting Ting's op te strijken,
maar dat is natuurlijk niet zo. Zelf is de
redactie het spoor bijster wanneer de eer
ste Noveen is geplaatst en we weten dan
ook geen antwoord op de vragen van
W. Boonstoppel.
Een reactie op de ingezonden brief
'Landgenoten?' in Moesson van januari
(pagina 4). Als antwoord op de eerste
vraag van mevrouw Topp-Kerger, wil ik
haar vriendelijk wijzen op een prachtig
werk waarin de naam van Mies Deinum
is genoemd: Halts Maris, Lexicon of
foreign artists who visualized Indonesia
(1600-1950). Daarin staat op pagina 69:
'DEINUM, MARIA ELISABETH
(Mies)
Dutch.
Born in Semarang, Java, 22 May 1907.
She was a pupil of L[izzy] Ansingh and
H.E Boot, and was taught by J.B.
Bokhorst. The artist paints, illustrates
and makes watercolours and drawings.
She illustrated the cover and text of a
children's book about Indonesia by
I.EJ.Groothedde, "De avontuurlijke
vacantie van Ver en Nonnie" (Haarlem
1937).
Reference: Scheen I; Buur'.
Het verzamelwerk van Leo Haks en
Guus Maris heb ik altijd erg indrukwek
kend gevonden. Een kloek boek (A4-
formaat) met driehonderd pagina's tekst
en tweehonderd pagina's illustraties!
Natuurlijk zijn niet alle gegevens getoetst
op betrouwbaarheid, maar enig archief-
of ander speurwerk zal daarin wel correc
ties kunnen aanbrengen. Vooral als er van
een persoon zeer weinig in het openbaar
is verschenen. Dat zeg ik, omdat ik
mezelf terugvindt op pagina 102, en wel:
'active in the 1930's'. Nu ben ik pas in
1928 geboren en is van mij niets anders
bekend dan enige schetsen die ik gemaakt
heb in het jappenkamp als jongen van
vijftien-zestien jaar (nu in het Museon in
Den Haag). De kunsthandelaren Haks en
Maris hebben overigens enorm pioniers
werk geleverd! Maar juist daarom zou
een verbeterde druk heel belangrijk zijn.
Moet me nog van het hart dat ik pijn
kreeg van de advertentie van Glerum op
de achterpagina van Moesson Zo'n
opschrift 'Topprijzen voor Euro-
Indonesische Kunst in Jakarta'! Het is net
alsof Nederland uitverkoop houdt van
zijn Nederlands-Indisch verleden. Ik heb
overigens veel respect voor de heer
Glerum, die ik met genoegen een verhaal
heb horen houden tijdens een pasar
malam in Den Haag. Hij toonde grote
waardering en kennis van zaken. Maar
ook daar had ik het gevoel van pijn, dat
allerlei mooi werk van het oude Indië en
nieuwere Indonesië tot (dure) handel was
gereduceerd en dat er geen enkele instan
tie in Nederland de impuls scheen te heb
ben om er een prachtige museumcollectie
uit samen te stellen. Of vergis ik mij?
Dan wil ik dat snel weten! Want ook bij
mij thuis hangen nog enige mooie 'land
schapjes', die ik hoop eens een goede
bestemming te kunnen verschaffen.
Eens was er een uitgebreide tentoonstel
ling in het Rijksmuseum te Amsterdam in
1972, getiteld Nederlandse schilders en
tekenaars in de Oost. Het was de eerste
keer dat met grote allure een verzameling
bijeen was gebracht van schilderijen. De
toenmalige directeur A. van Schendel heb
ik toen enigszins verbaasd horen zeggen,
dat nu bleek dat, onder de koloniserende
volkeren, Nederland uniek was in het
contingent schilders en tekenaars dat in
zijn kolonie zoveel werk had geprodu
ceerd. Toen had zo'n 'Indische Museum'
goed kunnen beginnen. Nu hangt overal
wel wat. Hè! Ik zou daar nog zóveel over
willen zeggen! (En wie zou hierover nog
iets willen zeggen?)
Dolf Gogelein, Den Haag
Naschrift redactie:
Het boek dat de heer Gogelein noemt,
het Lexicon of foreign artists ivho visualized
Indonesia (1600-1950), samengesteld
door Leo Haks en Guus Maris, is enige
tijd sterk afgeprijsd door boekhandel De
Slegte aangeboden (over uitverkoop
gesproken), maar inmiddels niet meer
verkrijgbaar.
Van ons is heen gegaan
mijn dierbare man,
onze broer, oom en neef
Rex (Boy) Jansz van
Delden
zoon van
Willem Pieter Anton Jansz
en
Marie Charlotte van Delden
Kraksaan, J" Hilo Hawaii
18 februari 1914 4 november 2000
Enny van Delden-
Gravemaker
zusters:
Hertie Abuijs-Jansz, Arnhem
Winnie Eijkelenboom-Jansz,
Kenmore, USA
neven en nichten
Landgenoten (2)
45 ste jaargang - nummer 8 - februari 2001
5