Leen win in Nederlands
wapensc
Mieke Bouman en de Indonesische showprocessen
Begin IQ54 werden in Indonesië
ruim dertig Nederlanders zomaar
ineens opgepakt. Ae werden
ervan beschuldigd hd te zijn van
de NIGO, de Nederlands-
Indische Guerrilla Organisatie,
een organisatie die nooit bestaan
heeft. In Moesson is verschillende
malen aandacht besteed aan
enkele van deze zogenoemde
Schmidt-arrestanten, Indische
jongens, zoals de heer P.J.H.
Wiersma en de heer J.II. Rath.
De twee bekendste arrestanten
waren echter Schmidt en
Jungschlager. A,ij werden gezien
a Is de leiders van de organisatie
en tegen hen werd een uiterst
beladen proces gevoerd.
Hieronder het verhaal van hun
advocaat: Mieke Bouman, die
haar hoofd koe /hield in het
heetst van de strijd.
door Hans Meijer
Op 20 oktober vorig jaar verleende de
Rijksuniversiteit van Groningen (RUG)
een eredoctoraat aan de Duitse oud-kan
selier Helmut Kohl. Kohl treedt daarmee
toe tot de selecte groep personen die deze
erebul eerder hebben ontvangen. De
meeste eredoctoren genieten (inter) natio
nale bekendheid, zoals koningin
Wilhelmina (1914), koningin Juliana
(1964) en de Russische dissident Andrei
Sacharov. Enkele eredoctoren hebben
hun uitverkiezing zelfs mede te danken
aan hun Indische achtergrond. Zo kreeg
in maart 1957 de in Groningen geboren
diplomaat en laatste gouverneur-generaal
van Nederlands-Indië jhr. A.W.L. Tjarda
van Starkenborgh Stachouwer de kappa
omgehangen, terwijl in 1994 de Indisch-
Nederlandse literator Rudy Kousbroek
dezelfde eer te beurt viel. Ook prijkt de
naam van een vrouw met een Indisch ver
leden op de Groningse erelijst die nu
evenwel vrijwel vergeten is. Het betreft
hier Maria Bouman-van den Berg, roep
naam Mieke. Op 6 mei 1957 kreeg zij
onder grote nationale belangstelling en in
aanwezigheid van kabinetsvertegenwoor
digers het eredoctoraat in de rechtsge
leerdheid. Wie was Mieke Bouman
(1907-1966) en waaraan had zij het doc
toraat honoris causa te danken?
Showprocessen
Het academische eerbetoon vloeide voort
uit haar kordate optreden in de zo gehe
ten Indonesische showprocessen gericht
tegen het voormalige hoofd van de
Indische inlichtingendienst J.W.L.
Jungschlager, en de oud-KNIL officier,
H.C.J.G. Schmidt, midden jaren vijftig.
Beiden waren sinds de Indonesische onaf
hankelijkheid in Indonesië blijven wonen
en werkzaam bij het Nederlandse bedrijfs
leven. Begin 1954 waren zij met een der
tigtal Nederlanders in Jakarta gearresteerd
op beschuldiging van lidmaatschap van
de Nederlands-Indonesische Guerrilla
Organisatie (NIGO)Schmidt en
Jungschlager zouden leiding geven aan
deze bende met het oogmerk de
Indonesische staat te ondermijnen om zo
de teloorgegane Nederlandse koloniale
machtspositie te herstellen.
De achtergrond voor deze beschuldiging
was gelegen in de sterk verslechterde rela
tie tussen Indonesië en het voormalige
moederland. De onverminderde
Nederlandse dominantie van de
Indonesische economie en het conflict
rondom Nieuw-Guinea vormden de
belangrijkste stenen des aanstoots. Dit,
tezamen met de sociaal-economische
malaise en politieke instabiliteit, vormde
koren op de molen van radicale
Indonesiërs die hun machtspositie wilden
versterken.
Grimmig
Door een buitenlandse bedreiging - in
casu Nederland - voor te wenden als ver
klaring voor alle chaos, werd niet alleen de
eigen onmacht en onkunde om orde op
zaken te stellen verdoezeld, maar sloten
zich ook de verdeelde gelederen weer en
werd een verdere politieke desintegratie
afgeremd. Geholpen door het leger, natio
nalistische groeperingen en communisten,
die ieder om uiteenlopende redenen baat
hadden bij een fictieve vijand, predikte
president Soekarno aldus de onvoltooide
revolutie en reactiveerde hij het dekoloni
satieconflict met Nederland. De herinne
ringen aan de mislukte coup van oud
KNIL-militair R. Westerling begin 1950
lagen nog vers in het geheugen en al sinds
de bewindsoverdracht rouleerden geruch
ten over een dreigende Nederlandse
machtsovername. Het kabinet Ali
Sastroamodjojo (1953-1955) - gedomi
neerd door radicale nationalisten - stemde
er stilzwijgend mee in dat de geruchten
als feiten werden gepresenteerd. Er ver
schenen uiterst populaire stripboekjes
waarin de thematiek van een kwade geni
us die Indonesië bedreigde op uiterst plas
tische wijze werd uitgebeeld. De
verwijzingen naar de NIGO waren legio
en expliciet. Het gevolg was een snel
groeiende hypernationalistische en grim
mige anti-Nederlandse atmosfeer.
Politiek proces
De in september 1954 geopende NIGO-
rechtszaak was een politiek proces. Niet
Jungschlager en Schmidt stonden terecht,
moessQn
LilcT
40