Brieven
m%J* i
fsum f
I wee on lie kende kinderen
Een foto, gemaakt in september 1945,
zeer waarschijnlijk in Palembang op
Zuid-Sumatra. Het zijn twee ons onbe
kende kinderen, waarvan we denken dat
ze in het interneringskamp Belalau bij
Loeboeklinggau hebben gezeten. Wij
hopen via Moesson alsnog te achterhalen
wie het zijn. Het oorspronkelijke fotootje
is gemaakt door de heer Wilhelm, één
van de leden van het Korps Insulinde,
groep ASPECT. Deze groep werd na de
capitulatie bij Benkoelen gedropt; het
waren de eerste Nederlandse militairen,
die de interneringskampen in Belalau
bezochten. Zij regelden voedsel- én
medieijnendroppings en zorgden later
voor de evacuatie uit de kampen, onder
meer naar Palembang.
Familie Harmsen, Leiderdorp
Waring in
In Moesson van januari 2001 (pagina
17) staat een artikel over 'de grootste
waringin op Java' bij Paree. Op een van
onze reizen in 1993, hebben we een
rondreis gemaakt door onder andere
Oost-Java in een gehuurde bus met
chauffeur. Vanaf Surabaya hebben we
de kust gevolgd in oostelijke richting en
diverse natuurreservaten bezocht. Ook
wilden we mijn geboorteplaats Paree
terug zien. We hebben er vier dagen ver
toefd. We kregen fietsen te leen en heb
ben de omgeving verkend. We
bezochten de plaatsen waar ik vroeger
met mijn vriendjes speelde, onder ande
re de stenen olifant of gajah batu. We
bezochten candi Tegowangi en candi
Surowono en ook de grote waringin
(waringin Suban) waarover verteld
wordt in Moesson. In 1993 stond hij er
dus nog, even indrukwekkend als vroe
ger, maar de kruin is iets minder in
omvang dan voorheen (circa zestig
meter)De waringin was in gebruik als
offerplaats.
C.A. Schreefel, Wormer
In 1995 is op Schiermonnikoog, in de
muur aan de noordkant van de
Hervormde kerk, een gedenksteen ont
huld met daarop de namen van 39 per
sonen die door oorlogsgeweld in de
periode 1940-1945, waar ook ter
wereld zijn omgekomen en die een
band met Schiermonnikoog hadden.
Onder hen zijn acht personen die in
Japanse kampen in Nederlands-Indië,
langs de Birma-spoorweg of in Japan
zijn omgekomen. Om te voorkomen dat
ooit de dag aanbreekt waarop de herin
nering aan deze mensen is verdwenen,
ben ik inmiddels een jaar bezig de
levensverhalen van alle op de steen
genoemde personen stukje bij beetje op
te tekenen. Soms lukt dat. Maar vaker
krijg ik te horen dat voor mij zo belang
rijke informanten nog niet zolang gele
den zijn overleden. Intussen grijp ik alle
kansen aan die misschien nog enige
aanvullende informatie zouden kunnen
opleveren. Vandaar ook deze oproep in
Moesson. De acht personen zijn:
Trijntje van Bennekom-Coolen, Jan A.
de Boer, Willem Hoekstra, Marten S.
Kruisinga, Jan List, Teen Teensma,
Tjeerd Wiebes en Anna C.L.
Zorgdrager-Dobbinga. Heeft u per
soonlijk een of meerdere van de
genoemde personen gekend en meege
maakt of heeft u ooit over deze mensen
gehoord, schroom dan niet met mij
contact op te nemen. Ik ben u er nu al
zeer dankbaar voor.
A rend J. Maris, Middenstreek 17,
9166 LL Schiermonnikoog,
tel. 0519-53 15 71.
Hierbij enkele correcties en aanvullingen
op het artikel van Ed Brodie in
Moesson van maart 2001 (pagina 12),
over Ferry Sonneville. Ferry Sonneville
(1931) studeerde economie in
Rotterdam, waar hij in 1963 afstudeer
de. In 1965 keerde hij na negen jaar
Nederland voorgoed met zijn gezin
terug naar Indonesië. Vlak voor zijn ver
trek had ik een gesprek met hem waar
van ik de inhoud publiceerde in het
meinummer van het blad Badminton.
Tijdens dat gesprek vertelde Ferry dat
zijn badmintoncarrière twee hoogtepun
ten telde. Ten eerste het reeds gememo
reerde kampioenschap van Malakka in
1955 en het winnen van de Thomascup
in 1958, waaraan Indonesië als volsla
gen outsider voor de eerste maal deel
nam. Indonesië werd in de pers
omschreven als 'one-man team'. In de
halve finale werd Denemarken (met
onder andere Erland Kops) en in de
finale Malakka gedecideerd geklopt.
Drie jaar later zou Indonesië de cup
met succes verdedigen met opnieuw een
hoofdrol voor Ferry.
Wereldkampioenschappen bestonden
toen nog niet; het winnen van 'Malakka'
of de 'All England' werd als zodanig
beschouwd. Hoewel Ferry volgens velen
een van de allerbeste spelers aller tijden
is, heeft hij de 'All England' nooit
gewonnen. Eenmaal (het jaar weet ik
niet meer) stond hij in de finale tegen
zijn jongere teamgenoot Tan Yoe Hok.
Voor de wedstrijd verklaarde Ferry:
'I taught him all I know'. Na de schitte
rende partij in drie games gewonnen
door Yoe Hok zei Ferry: 7 must have
taught him more than I know
Gedurende de negen jaar dat hij in
Nederland woonde, mocht hij als bui
tenlander niet aan de Nederlandse kam
pioenschappen deelnemen, wel aan de
'Internationale', die hij vijf maal won.
Zoals Ed Brodie schrijft, hebben vele
Indischen een grote rol gespeeld in het
Nederlandse badminton. Helaas zijn
enkele namen verkeerd gespeld, zoals
Eline Coene en (wijlen) Pim Seth Paul.
Ook in de huidige generatie spelers kom
je Indischen tegen, zoals Judith
Meulendijks en Dicky Palyama.
Daarnaast heeft de Indische gemeen
schap bekende trainers voortgebracht
zoals (wijlen) Leo Fortunati en Rob
Ivneefel, evenals bekende scheidsrech
ters zoals Vic Dumas.
Max van Balgooy ex-internationaal
scheidsrechter), Rijnsburg
moessQn
De inhoud van de mge-zonde^
brieven valt buiten de verant
woorde liiLllcid van de redactiÓÈfr ^tf
)proep
Ferry Sonneville
4