(Jambu bol), S. aqueum (Jambu aer - zie
afbeelding), S. semarangense (Jambu
kaget of Semarang) S. cumini (Jamblang,
Duwet) en S. polycephalus (Gowok). Het
sappige vruchtvlees bevat een enkel zaad.
Van de ingevoerde soorten moet vooral
genoemd worden Psidium guajava (Jambu
biji - zie afbeelding)De vrucht is een
compacte bes met talloze zaadjes ingebed
in het witte of roze vruchtvlees. Psidium
hoort thuis in Amerika, evenals Eugenia
uniflora, die net als Phyllanthus acidus ook
Cermai wordt genoemd.
Oxalidaceae
(Klaver zwringachtigen)
Averrhoa carambola (Belimbing, Starfruit
- zie afbeelding), is niet in het wild
bekend, maar aangezien de verwante
geslachten Dapania en Sarcotheca
inheems zijn in Malesia, zal Averrhoa ook
wel daar zijn oorsprong hebben.
De andere soort van het geslacht, A. bilim-
bi (Belimbing wuluh) wordt uitsluitend in
de keuken gebruikt, evenals de vruchten
van enkele Sarcotheca soorten, die vaak tot
manisans worden verwerkt. Zie ook Netty
Selder in Moesson van juli 1991.
Palmae
Van de palmen zijn Klapper en Aren het
meest bekend, maar de vruchten kunnen
moeilijk gerekend worden tot de tafel
vruchten. Wel die van Salacca (Salak - zie
afbeelding) met als meest gewilde soort S.
zalacca (S. edulis). Het geslacht is inheems
in ZO Azië en vooral West Malesia.
Iedereen kent wel de merkwaardige bruine
vruchten omgeven door een soort slan-
genhuid, waarin drie zaden bedekt door
een witte arillus; vaak zijn een of twee
zaden abortief. Zie ook Netty Selder in
Moesson van februari 1992.
Passifloraceac Passiebloem acht i gen)
Van het geslacht Passiflora komen in ons
gebied enkele inheemse soorten voor, geen
van alle met eetbare vruchten. Die zijn alle-
Linksboven:
Belimbing (manis), uit Ochse
Bakhuizen van den Brink.
Rechtsboven:
Jambu biji, een van de vele vruch
tensoorten uit Amerika (uit Ochse
Bakhuizen van den Brink).
Links beneden:
Wilde vorm van de Jambu aer,
gefotografeerd op Aru.
Rechtsbeneden:
Salak, het lekkers zit verpakt in een
soort slangenhuid.
46 ste jaargang - nummer 1 - juli 2001
Pimicaceae
Punica granatum
(Granaatappel, Delima)
komt oorspronkelijk uit
Azië (van Iran tot de
Himalaya). De vrucht is
een bes met talrijke zaden
omgeven door een wateri
ge zaadhuid. Zie ook het
artikel van Netty Selder in
Moesson van mei 1996.
Rosaceae
(Roosachtigen)
Van de inheemse leden
van deze familie levert
alleen Rubus eetbare
Rambutan,
een van de meest
variabele vruchtensoorten;
op de voorgrond Mangga 's.~
maal afkomstig uit Amerika. Van de mees
te soorten zoals P edulis (Buah negeri,
Konyal) en P. molissimus is het alleen de
sappige arillus die gebruikt wordt, vooral in
drankjes, maar van P quadrangularis
(Erbis, Markisa - zie afbeelding) is ook de
sappige vruchtwand eet
baar.
vruchten waarvan R. rosifolius (Beretean)
de bekendste is. Diverse soorten van het
geslacht zijn ingevoerd, vooral uit Europa
en Azië. Andere ingevoerde en lokaal
gekweekte leden van de familie zijn Malus
domestica (Appel), Eriobotrya japonica
31