moessQn trokken, voornamelijk voor de kinderen', zegt Bea. 'Ik had nog altijd mijn Nederlands paspoort, maar Ruud was Indonesiër. We hebben een paar keer het visum aan moeten vragen. Vanwege de boycot destijds kon men niet met Nederland corresponderen, maar toen dat werd opgeheven, hebben wij het opnieuw aangevraagd. Met hulp van buitenaf was alles snel voor elkaar en konden wij binnen een maand met het vliegtuig via Bangkok, Tokyo en Alaska naar Nederland vertrekken. Wij hadden nog geen warme kleding, dus toen wij in Alaska even uit moesten stappen, kregen wij van de stewardess dekens om ons in te wikkelen. We leken wel een stelletje landlopers.' De eerste jaren in Nederland waren moei lijk. Ruud had zelfs geen instrumenten. Dankzij vrienden kwam hij weer aan een gitaar, en won met de Beat Kings de tweede prijs bij een Limburgs festival. Om instru menten te kunnen aanschaffen speelde Ruud nog een jaar in een Nederlands amuse mentsorkest, het Cocktail Quintet. Maar zodra de instrumenten er waren, begon hij weer zijn eigen band. In de jaren zeventig noemden ze zich The Soundbreakers en waren zeer succesvol. Ruud heeft toen ook even bij de Tielman Brothers gespeeld, in Duitsland. De krontjong kwam terug in het spel toen er door de Pasar Malam Besar in 1984 een krontjongconcours werd georgani seerd en zij besloten om mee te doen. Bea was nog niet zo goed thuis in het krontjong- repertoire, maar Ruud coachte haar. Dat betekende veel oefenen, liederen als Bengawan Solo', 'Rangkaian Melati' en 'Putri Solo'. Zij wonnen de eerste prijs. Het jaar daarop staken ze volgens het juryrap port wederom met kop en schouders boven de andere kandidaten uit en werd er niet eens een tweede prijs toegekend. Ruud vertelt: 'Als je de originele muziek wilt brengen zoals destijds in de kamp ong in Kediri, heb je om te beginnen drie ukeleles nodig. Een met vier snaren, waar het ritme op wordt gespeeld, een met drie (noemen ze hier de gedug) en een met twee snaren, waar je de melodie op speelt, bij elk akkoord spelen ze om de beurt hun partij. Dat is best ingewik keld en toch ook weer niet, want je hebt maar vijf noten. De drie ukeleles volgen de cello die de kendangan aangeeft. Verder heb je de contrabas die de basis maat speelt, een dwarsfluit, een of twee violen (de violist is de bandleider) en een gitaar. De gitaar speelt de kemban- gan, de improvisaties; hij speelt tussen de diverse ritmes door. Dat kun je niet leren. Hier in Nederland zijn ze feno menaal in het noten lezen, spelen mis schien bepaalde kembangan van blad, maar dan is de improvisatie weg. Elk krontjongorkest heeft zijn eigen accenten en improvisaties, zijn eigen "sound". Omdat ik eerst aan het wayang kulitspel had meegedaan met de gamelan op de achtergrond, had ik al jong die vijftonige toonladder in mijn hoofd zitten. Sommigen die krontjong willen leren laten allerlei loopjes horen, maar dan hoor ik: dat klopt niet, dat is westers. Krontjong moet in je zitten en het vergt jaren van studie en veel luisteren. Een beetje vergelijkbaar met jazz, denk ik. Je kunt in jazz ook je gevoel leggen en improviseren.' Krontjong, rock and roll of jazz, het is bij Ruud een kwestie van een knopje omzetten in zijn hoofd. Een vakman, maar hij blijft bescheiden en pas na enig aandringen ver telt hij over een paar hoogtepunten in zijn muzikale loopbaan: 'Het winnen van de eerste prijs op het krontjongconcours en toen onze eerste cd Kenang Kenangan I uitkwam en later Kenang Kenangan II. In de jaren tachtig onze optredens in het radioprogramma Tempo Doeloe van Henk van Stipriaan samen met Wim Droge in Den Haag in restaurant de Puncak, een optreden in het tv-programma Reiziger in Muziek en in de speelfilm My Blue Heaven Maar ook optreden op Indische culturele dagen, workshops en sinds jaar en dag op de Pasar Malam Besar in Den Haag; zij doen dit alles met veel inzet en plezier. Ruud: 'In de muziekwereld is er helaas sprake van jaloezie. "Hij speelt alleen krontjongmuziek", zeggen ze achter mijn rug. Als ze eens wisten hoe ik ben begonnen en het repertoire dat ik heb opgebouwd! Ik vind het ook moeilijk dat er veel muzikanten spelen om het geld en niet om de muziek. Dat verbaast ons, je moet toch als eerste tevreden zijn over de kwaliteit van je muziek. En kwaliteit vraagt nu eenmaal veel investering van tijd en inzet. Bovendien, als ik geen kwa liteit lever, gaat mijn naam er aan. Die makkelijke instelling van sommige jonge re muzikanten maakt dat ik mij wel eens down voel. Als ik iets in mijn leven anders zou mogen doen, zou ik harder werken aan de realisering van mijn ideeën, mijn cita- cita. Een probleem was dat ik moeite had met het vinden van muzikanten die qua instelling op een lijn zitten met mij. In mijn familie vind ik dat wel. Onze zoon Michael speelt al jaren bij ons en zal mij op een dag kunnen opvolgen. Hij heeft dat speciale gevoel waar ik over sprak en onze dochter Renée zingt steeds vaker mee.' De cd's van Rayuan Samud'ra: Kenang- Kenangan I en II hebben zeer lovende kritieken gehad. Op Kenang-Kenangan I staat onder andere Aryati, Baju Biru, Kr. Kemayoran, Kr. Moresco, Es Lilin, Rek ayo rek, Mande mande en Malam Kudus, op Kenang-Kenangan II staat onder andere Schoon ver van u, Meer vraag ik niet van jou uit The Phantom of the Opera), Het Dorp (van Wim Sonneveld)Bocah Gunung en Ave Maria. Voor bestellingen: telefoonnummer 040 - 285 69 31. De prijs is f 30,-per stuk, inclusief verzendkosten. Vermoedelijk jaren vijftig, met onder meer: Theo Tanasale, Will, Flohr, Nico Sambayon. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 12