ernstig verzwakte moeder daarvan pas op de hoogte te brengen nadat ze wat op krachten gekomen was. De snelle politieke ontwikkelingen drijven ons enkele dagen later opnieuw uit elkaar. Asti blijft in Salatiga terwijl Engelse legereenheden ons met levensgevaar door vuurlinies van vrijheidsstrijders naar Batavia loods en. Eind juni 1946 krijgen we een plaats op het hospitaalschip de Oranje en in de derde week van juli komen we in Amsterdam in een Hollandse kille regen bui aan. Van Asti horen we pas enkele jaren later weer iets als het strijdgewoel in de oorlog om vrijheid en landbezit tussen twee staten wat geluwd is. Zij blijkt sindsdien haar leven opgebouwd te hebben in dienst van de idealen, die zij deelde met haar vroegere vrienden, mijn ouders. Ze werkt ononderbroken actief voor haar volk. Wij houden contact, proberen haar te steunen. aren later, als we er geldelijk de mogelijkheid en innerlijk de moed toe hebben, durven we eens terug te n naar ons geboorteland. Dan loge ren we steevast ook bij haar. Nog weer later, laten we haar geregeld overkomen. Zo blijft de band in stand ook nadat moeder in 1960 gestorven is. Onze kin deren leren haar kennen. Sommigen zien kans naar Indonesië te gaan. Ook onze kleinkinderen leert Asti in Holland kennen. Ze naderen haar met dezelfde onmiddellijke genegenheid, waarmee ook wij direct ons vertrouwen aan haar gaven. gaa En zo kwam het jaar 1999, waarin Asti tachtig jaar hoopte te wor den, in zicht. Hartelijk stemde ze in om temidden van de latere generaties van onze familie in Holland haar feest te vieren. Het werd een zonnige dag met een heerlijk Indonesisch buffet, met patat en mayonaise voor de kleintjes. Ze Vera-Astiah met haar moeder Jeannette (mei 2001). kwamen haar vrolijk hun geschenkjes brengen. Ze zongen het 'Lang zal ze leven' en met armpjes in de lucht juich ten ze 'Hoera!'. De kleinsten suste ze in haar armen in slaap. Stralend in haar onveranderlijke sarong en kanten feest- kabaya was zij en alleen zij het middel punt van de dag tussen veel vrienden en bekenden en de bijna voltallige familie. Een buidel vol enveloppen met inhoud, bloemen en andere cadeaus stapelden zich op de feesttafel op. Dankbaar over stelpt, keerde Asti terug naar huis. Wat verder? Wat is er nog te wensen? Het kan nog leuker, nog mooier. In het najaar van 2000 wordt in Haarlem Vera Neeltje Astiah geboren. Een kleine Hollandse Astiah. Een achterkleindochter van onze gestorven ouders en onze Astiah. We proberen haar te bellen om het nieuws te vertellen. Maar er komt geen contact tot stand. Tuuttuut... in gesprek klinkt het. Rare piepgeluiden blokkeren het juist nu zo vurig begeerde contact. We zijn wat ongerust want de voortdurende instabili teit in Indonesië kan oorzaak zijn van allerlei ontwrichting. Is er iets aan de hand? We proberen via vele kanalen iets te weten te komen over het hoe en wat van de storing in de telefonische lijn naar Asti. Eindelijk komen we erachter: er is een drie voor het abonneenummer van Salatiga gekomen. Een drie! Hoe toepasselijk voor Salatiga! Die naam betekent: drie fouten. Volgens een oude legende is door driemaal een fout op de plek waar de stad gesticht is, haar naam ontstaan. Hoe was die legende ook weer? Ik ben het vergeten. Maar dit is een nieuwere versie. Ik bel Asti op en haar stem klinkt helder en opgewekt. We lachen samen om Salatiga. Ons contact is weer hersteld. Soms lijkt hij kwetsbaar, maar hij is en blijft sterk, die band met Asti, de hoedster van een erfenis van onze ouders. Haar naam is oceanen overgestoken, een halve wereldbol. Dat de kleine nieuwe Vera Neeltje Astiah maar tot een echte wereldburger mag uitgroeien. 46 ste jaargang - nummer 2 - augustus 2001 25 J

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 25