VoLksl eider, geen staatsman
De bodemloze behoefte aan aandacht was
ook de reden waarom hij het buitenlands
beleid wilde bepalen. Op die manier kwam
Soekarno in de internationale schijnwer
pers te staan, kon hij zich meten met de
groten der aarde en kwam alle roem en
glorie hem toe en dat alles onder het mom
dat dit ten voordele van Indonesië was. Dat
zijn vele buitenlandse reizen een zware
aanslag vormden op de staatskas achtte de
president niet van belang, zoals economi
sche vraagstukken hem überhaupt niet
interesseerden. Dat hij van de Indonesische
staatshuishouding geen kaas gegeten had,
daar kwam hij openlijk voor uit. Hij was er
welhaast trots op en stelde dat hij alleen
voor zijn revolutionaire idealen leefde. In
die zin was Soekarno als bestuurder inder
daad ongeschikt voor zijn ambt zoals hij
dat vervulde. Giebels schrijft dan ook dat
Soekarno een volksleider was, maar geen
staatsman of regeringsleider.
moess©n
Soekarno was er naar zijn eigen idee
slechts om richting te geven aan zijn land.
Wat die richting was, was veelal niet dui
delijk. Hij had zijn eigen versie van het
socialisme gebrouwen en een ideologie
gecreëerd waar alles ingestopt werd wat
maar in zijn kraam te pas kwam. Of die
ideologie ook te realiseren viel, dat was
niet zo relevant. Het was aan anderen om
zich druk te maken over de praktische uit
werking daarvan en de bestuurlijke proble
men van alle dag. Alleen de aangename
kanten van het presidentschap nam hij
voor zijn rekening, de rest was niet zijn
pakkie-an. Kortom wel de lusten, maar
niet de lasten. Dat was ook de reden waar
om Soekarno geen openlijke dictatuur
wenste zoals in zovele andere Derde
Wereldlanden. Hij wilde wel de macht,
maar wenste niet aangesproken te worden
op zijn daden als de verantwoordelijke
man. De verantwoordelijkheid legde hij
altijd bij anderen en als het uit de hand
liep, vertrok hij weer naar het buitenland
in de hoop dat er een oplossing zou zijn
gevonden bij zijn terugkeer. Vandaar zijn
voorkeur voor een Geleide Democratie,
waarbij hij weliswaar de koers bepaalde,
maar niet zelf aan het roer stond. Als het
mis ging, was het dan ook niet zijn schuld.
Soekarno ging uiteindelijk ten onder aan
zijn eigen hybris, aan zijn geloof dat hij
onaantastbaar en onvervangbaar was.
Mede omdat hij nog uitsluitend omringd
werd door personen die hem naar de
mond praatten - alle anderen waren uitge
rangeerd - was de macht hem naar het
hoofd gestegen en had hij het contact met
de realiteit en het gevoel voor machtsver
houdingen verloren. Hij was verslingerd
geraakt aan de semangat revolusi. Revolutie
was voor hem niet langer een strijdmiddel,
maar verworden tot een doel op zich met
alle funeste gevolgen voor Indonesië van
dien. In zijn grootheidswaanzin begaf de
'Grote Leider van de Revolutie' zich na
het succes van zijn Nieuw-Guineabeleid
op de heilloze weg van de confrontatie met
het 'neokoloniale' Maleisië. Onfeilbaar als
Soekarno was, weigerde hij tot inkeer te
komen toen hij zijn ontredderde land
steeds meer naar de afgrond leidde. Hij
riep krachten op die hij niet meer wist te
beheersen. Fatalistisch meende hij echter
dat de loop der geschiedenis nu eenmaal
zijn eigen koers moest varen en dat alles
zo moest gaan, als het ging. Het volk hun
kerde echter naar rust en stabiliteit en was
Soekarno's kretologie moe. De kleine bung
kon het niet meer opbrengen om de
broekriem te blijven aansnoeren en te blij
ven geloven in de sociale revolutie die tel
kens maar weer werd uitgesteld, omdat
andere nationale revolutionaire idealen
keer op keer toch weer de prioriteit kre
gen. In plaats van dat Soekarno de natie
verenigde, versterkte hij juist de verdeeld
heid, putte hij het land uit en dreigde de
polarisatie uit te monden in een burger
oorlog.
I doorgang'
Medio 1965 was duidelijk dat Indonesië
zich op de rand van de afgrond bevond.
Soekarno was niet langer bij machte als
een koorddanser het wankele evenwicht te
handhaven tussen de twee overgebleven
machtscentra: het leger en de communisti
sche PKI. Het was tijd voor een radicale
oplossing. Hoewel Giebels uiterst gedetail
leerd de staatsgreep van 30 september
1965 reconstrueert, geeft hij geen nieuwe
informatie en kan hij niet aantonen wat nu
de betrokkenheid van Soekarno bij de mili
taire coup geweest is. Hij weet wel aanne
melijk te maken dat Soekarno moet
hebben geweten van plannen voor een
machtsgreep door hem welgezinde linkse
militairen, maar dat hij niet exact op de
hoogte was van het tijdstip en de uitvoering
ervan. Uiteindelijk faalde de amateuristisch
uitgevoerde coup en werd de neergang van
Soekarno ingeleid als in een Grieks drama.
Zijn taak als nationbuilder zat er al lang op
en nu was hij slechts nog schadelijk voor
het land. Soekarno kon maar moeilijk gelo
ven dat zijn tijd voorbij was en bleef tot op
het laatst de pose ophouden dat hij het nog
steeds voor het zeggen had, terwijl zijn
macht al lang was uitgehold. Vol zelfbeklag
dat hij dit lot niet had verdiend, stierf hij
ten slotte als een gedesillusioneerd man.
Kort na zijn 69ste verjaardag, in alle een
zaamheid.
Resumerend luidt mijn conclusie dat
Giebels voor de Nederlandse lezer welis
waar een boek geschreven heeft waar velen
zich in zullen kunnen vinden, maar dat hij
Soekarno te onevenwichtig heeft neergezet
en hem onrecht doet. Giebels onderbelicht
de verdiensten van Soekarno als nation
builder en benadrukt daarentegen te zwaar
de schaduwzijde van diens persoonlijk
heid. Kortom, in mijn optiek verdient
Soekarno een eerlijker (hetgeen niet bete
kent een mooier) portret. Het wachten is
dan ook op de eind dit jaar te verschijnen
Soekarno-biografie van Bob Hering, een
historicus die in Indië is geboren maar
lange tijd in het buitenland werkzaam was.
Vooruitlopend daarop heeft Hering een
bescheiden fotoboek over Soekarno
samengesteld. Het geeft een aardig over
zicht van het leven van de president aan
de hand van zowel officiële foto's als privé-
kiekjes. De begeleidende tekst is opvallend
neutraal en geeft geen indicatie wat de
teneur zal zijn van Herings biografie.
Hoewel het boek enkele prachtige foto's
bevat, stelt het merendeel der afbeeldingen
echter niet zo heel veel voor. De kwaliteit
en de zeggingskracht van de opnames
lopen sterk uiteen en in die zin valt het
boek wat tegen. Maar om een idee te krij
gen van het leven van Soekarno is het toch
wel een heel aardige aanvulling op het
geschreven woord en de aanschaf alleszins
waard.
Soekarno, president
Een biografie 1950-1970
door Lambert Giebels
Bert Bakker: 566 pag.
ISBN 90 3512 325 5
prijs 55,00 (paperback) of 75,00
(gebonden)
Soekarno
Architect van een natie 1901-1970
door Bob Hering
KIT96 pag. (paperback)
ISBN 90 6832 510 8
prijs 29,50
12