Nu ook Web NINES Online uw Indische Web op Internet
Jill Stolk Studio
Yoga
Er zijn sommige beelden, die je gewoon
fysiek beroeren: de telkens wederkerende
verlaten corrals, blakerend in het heetste
middaguur. Geen mensen, geen paar
den, geen honden, niets. Stuivend stof,
een witgloeiend plaatijzeren dak, staken
en staketsels, droog tot in het merg. Het
oog zoekt onrustig verder, verder. Maar
alles is even droog, heet, desolaat tot aan
de einder waar het rotsgebergte wacht
als een versteende wolk. Daar middenin
het verengde beeld van een jagende rui
ter, de Grote Wraak achterna. En je
denkt opeens aan de verdorde kampong
Pepanggo achter het naakte Antjol, aan
de vissersdorpen bij Grissik, verstard,
verstoten. Ook hier staken en staketsels
als verblekende skeletten. En als enig
levend wezen een jagende kiekendief of
een voortsukkelende kamponghond.
Doel? Ja. Zin? Nee.
En dit: de snel vallende nacht in de
donker wordende straten, die plotse
ling vol van hitte bevrijde mensen zijn,
die zich ergens heen haasten. Naar de
saloons waar iedereen iedereen kent
zoals hij is en waar dus schaamteloos
gezopen, gedobbeld en getwist wordt.
Waar verse antipathiën en oude veten
plotseling een zo intense geladenheid
krijgen dat er gedood moet worden, niet
in een onbeheerste dronkemansruzie,
maar in een deliberate speciaal geoefen
de techniek. Dit alles doet zich schijn
baar voor als verward en willekeurig,
maar er zit een omineuze techniek in,
die beklemmend is boven mate. Onder
de drukke handen en rinkelende glazen,
tussen de rusteloze schimmen en dwars
door de tabaksrook, zie je aldoor die bar:
zwart, massief, wachtend. Als een
slachtbank. De vechters komen en het
publiek kantelt uit het gezichtsveld. De
bar staat er alleen. Twee mannen. De
rest is altijd zwak. Maar ook dit roept
levende herinneringen wakker: je denkt
aan de oude, ronde Compagniestafel
achter het rode gordijn in de toko van
Rroei. Daaraan de hoofdagent van poli
tie van Liwa, de tuinemployé van
Ranau, de wegopzichter van Martapoera
en de KPM-agent van Kroei. De kaar
ten, de brandy, de haat: Setali-tiga-
wang.
Dan: dat doorkijkje op de smalle
veranda in de middaghitte met het
verveelde silhouet van de sheriff, loom
wippend in zijn achterover geleund
stoeltje, zijn benen op de balustrade. Die
hele lange veranda met in het midden
dat ene verloren figuurtje en dan weer
alsmaar veranda, naakt, getuchtigd. En
daarna abrupt, helwit en messcherp het
prairietableau.
Dit alles is voor mij, Indischman,
reëel leven, mijn leven. Deze
veranda is ook van Indië. Gelooft u het
niet? Ga dan 's middags om drie uur op
de veranda zitten van de pasanggrahan
op Dabo, van de employéeswoning op
Talang Marbau in de Boekit Barisan, op
de veranda van de woning van de post
huiscommandant van Telok Way Halim.
Voltreffers, nietwaar? Zulke voltreffers
kent iedere Indischman, die hier geleefd
heeft.
Dit alles is zijn eigen leven, overdreven
geromantiseerd natuurlijk, maar toch:
het leven van zijn vader, die totok-blij
ver was, van zijn ooms, die Indische
jongens zijn, die als rubberemployé, als
snijvelder, als broodjager, als douane
ambtenaar, als posthuiscommandant
ook ergens in Indonesië in dezelfde
Godverlaten hitte hebben geleefd, ook
met een breedgerande hoed, met een
zelfgerolde, een dubbelloops Sauer, met
sterke drank en roekeloze vrouwen.
Met schandalen en tropenkolder, in
bars of verborgen borrelkamertjes bij
Chinese taukehs, met eigenwijze Bima-
paardjes of gammele Soendanese
koleks, met jenever en rijst met zoute
vis.
Maar over dit leven wordt in Indië
niet gepraat, niet geromantiseerd,
niet geschreven en niet gefilmd. De
enige plaats waar dit leven aan de open
baarheid mocht worden prijsgegeven
was de bioscoop: planter Herklotz in de
vermomming van Eddie Polo. Daarnaar
kijkt de nette Indische jongen in de eer
ste klas, zwijgend en gesloten. Daarnaar
kijkt de boeaja in de tweede klas, luid
ruchtig en met kloppartij na afloop.
Ik heb dit alles niet geweten tot ik deze
film zag: My Darling Clementine. Ik
weet niet eens wie de producer, de
cameraman en de regisseur zijn. Ik weet
dat de held kan doorgaan voor een
bleue Indische jongen en het brave
meisje net zo zoet is als toendertijd
Lilian Gish en nu nog Toetie of Noes,
ergens bij paal 5 (in de oedik).
Ik ga er weer naar toe. Naar Toetie
bedoel ik. Maar nu met minder
schroom. En dankbaar voor wat ik
geleerd heb van zo'n onbekende
Amerikaan, somewhere in Hollywood,
die mij nooit gesproken heeft, nooit in
Indonesië geweest is en het toch in
beeld gebracht heeft. En mijzelf mijn
land beter doet waarderen.
Amerikaanse sobat, shake hands met
Tjalie Robinson.
geeft rust, vitaliteit, kracht en
zelfkennis
en zwangerschapsyoga.
i/. Blankenburgstraat 42, 2517 XM
Den Haag, 070 - 346 00 32
ogelijkheid als lid? E-mail wereldwijd. Het posten van berichten, brieven, artikelen en
foto's. Het leggen van contacten en online chatten met familie en vrienden
Welke mog
Dit alles tegen lokale
telefoonkosten. Om op de hoogte te blijven: Online informatie voor evenementen, De Agenda,
essentiële zaken zoals het Gebaar bijvoorbeeld, artikelen van nieuwswaarde en een Online blad.
Meer weten ga naar web NINES Online:
http://content.communities.msn.nl/NinesZuid
Ook kunt u e-mail sturen naar deketen@hotmail.com
december 2001 uiterlijk,
■V-SKI zes maandengeenton^.
betaalt u voor de eersre
46 ste jaargang - nummer 5 - november 2001
21