Het wond wonder van de Jembatan hike hurabayaan kent de Jembatan Merah. I)e brug is een toeristische attractie. De Indonesiërs hebben de brug een rode kleur gegeven. Ioeristisch gezien handig, maar ivel jammer want de indruk wordt gewekt dat de brug zijn naam aan die kleur ontleend. De Jembatan Merah heeft echter niets met de kleur van de veif te maken. De brug ontleend zijn naam aan de legende over het ontstaan van de stad Surabaya. Dat is het verhaal over een vreselijk gevecht nissen een haai en een krokodil, respectievelijk Sura en Buaya geheten. Het bloed van deze twee monsters kleurde de brug rood en daaraan dankt het zijn naam. Wie van de twee won, weet ik niet en het doet ook niet ter zake, want mijn verhaal gaat over een ander verschijnsel. Dat is niet zo sprookjesachtig maar als kind van acht vond ik het een groot wonder. Het gebeurde toen ik op een warme broeierige middag na een tropische regenbui over de brug liep. Het was 1944. In het straatbeeld waren overal Japanse soldaten aanwezig. Voor de mensen die buiten de kampen moesten overleven werd de dagelijkse zorg voor voldoende voedsel steeds groter. Het grootste deel van de rijst, groente en vlees, ging naar het Japanse leger. In de kam pongs rond de stad heerste al hongers nood en ook de Indische mensen kregen het steeds moeilijker. Dat gold ook voor ons - mijn moeder en drie kinderen. Om met onderwijs niet achterop'te raken, kreeg ik thuis lessen in taal en rekenen van een nicht. Zij leefde dagelijks haar frustra ties uit op mij. Ze sloeg! Ze deed hetzelfde als de Japanner. Elke fout werd afgestraft met een harde lel waar ik helemaal sinting van werd. Het gebeurde vooral tijdens de rekenles. De tafel van twaalf kreeg ik maar niet onder de knie en dan regende het Happen. Het was daarom dat ik besloot van huis weg te lopen. Als ik toch geslagen werd, kon ik net zo goed naar de Japanners gaan. Daar kreeg je misschien nog wat te eten, redeneerde ik. Toen voor de zoveel ste keer die grote gemene handen mij raakten waar het maar pijn deed, rende ik het huis uit de straat op. Waarheen deed er niet meer toe. Weg van die vreselijke han den van dat mens. Levend water Ik liep in de buurt van de Jembatan Merah en zag opgewonden mensen over de brug heen en weer rennen. Bij de brug aange komen kon ik hun kreten verstaan. 'Hujan udang. Udang! Udang! Hujan udang!' Alleen al het woord udang liet mij water tanden. Om het beetje rijst dat we hadden moessQn door Rik Samudera 10 Losse hanclen

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 10