POÏRRXB'S PERIKELEN Laatst zaten we over koetjes en kalfjes te praten, toen de buurvrouw opeens zei: 'ik vind dat we op het mooiste plekje van bet dorp wonen, maar weinig mensen kunnen van zo n moot uitziekt genieten. Hoewel het nog erg vroeg in liet jaar was, bad zij gelijk want bet park ziet er liet hele jaar door piekfijn uit. Als het koffietijd is en Nel in geen velden of wegen te bekennen is, kan ik wel raden waar ze is. Staat ze gegarandeerd door het kleine badkamerraam naar het park te kijken. 'Lijkt wel een plaatje', zegt ze bijna ver tederd als ik haar tot de orde roep. Als Nel zoiets zegt, moet het wel bijzonder zijn, want ze is erg kieskeurig. Behalve ons park en het nog niet gerooide brons groen eikenhout in Limburg zijn er maar twee plekjes op de wereld die haar kun nen ontroeren. De eerste is het hoekje met uitzicht op zee aan de bar van ons hotel in Blanes, en de tweede de grote afgeplatte kei onderaan de pier van Estartit. Op dat gevaarte heeft ze jaren geleden talloze uren liggen bakken. Om en om, de hele vakantie door. Meisjes Zonder overdrijven: ons park is gewoon geweldig. Het is er ook erg gezellig, want in tegenstelling tot de meeste pronkpar- ken mag je er zowat alles doen. Mensen komen er om wat rond te scharrelen, hun hond uit te laten of gewoon om op een bankje te gaan zitten kijken naar de bloemen, de planten, de monumentale kerk, of het beeld van freule Sarah Hartsen in het bloemenperkje. Kinderen zie je er bij de vleet, want van en naar school komen ze door het park. Als er sneeuw ligt is het helemaal feest, want dan kunnen ze lekker met hun slee van een lange glooiing afsuizen. Dat kun je vanuit onze huiskamer zien en dan hoef je niet samen voor dat badkamerraam te dringen. Ik heb trouwens te weinig geduld om lang voor dat raampje te koe keloeren. Maar toch is het een keer gebeurd dat ik er de tijd volkomen ver gat. Dat kwam door twee grietjes die op zo'n omafiets passeerden. Het was erg warm en misschien was het daarom dat ze heel langzaam vooruit kwamen. Het meisje voorop was iets aan het vertellen, maar die achterop leek maar half te luis teren. Zich vasthoudend aan de bagage drager zat ze met gebogen rug en met bijna over de straat slepende gympen een liedje te zingen. Af en toe knikte ze instemmend, maar aan haar gelaatsuit drukking was te zien dat ze met haar gedachten heel ver weg was, misschien wel bij Jody Bernal of een andere jonge hartenbreker. I looi clverclacli ten Het zijn zusjes en ze wonen in de buurt. Ze zijn half-Chinees half-Hollands, maar je zou zweren dat het Indische meisjes zijn. Vooral die ene achterop. Toen ze zo voorbij kwamen, was het alsof de film van mijn leven werd teruggespoeld naar mijn tijd in Kotaradja. Daar maakten mijn vriendje en ik ook van die fietsrit- jes, om de beurt achterop. Reden we ook op ons dooie gemak, zomaar doel loos 'keliling' en kletsend rond. Kon het ook gebeuren dat we een droge keel kre gen en linea recta naar de ijsfabriek vlak bij de tangsi koersten. Daar kregen we soms na enig bedelen wat van die onver handelbare brokken es lilin, of maakten we - als we toevallig een paar centen hadden - een keuze uit de gekleurde ver frissingen die de verkoper in dikke ther mosflessen meezeulde. Die herinnering bracht me zelfs terug naar de periode van het zorgeloze spelen rondom ons huis in Meester Cornelis. Uiteraard op blote voeten en in een hansop waarvan de buikzak vol onduidelijke rommel zat en de sluiting altijd half open hing. En waarvan het kruis soms tot grote erger nis van baboe-tjoetji ook gevuld was. In die prachtige periode van gelukzalige onwetendheid was het dat ik mijn eerste rotstreken uithaalde. De ergste én dom ste daarvan was wel het ruilen van lepels en vorken tegen es lilin. Altijd één tegen één en elke middag als pa en ma sliepen. Ik schaam me nog dood als ik er aan denk dat onze bedienden de hoofdver dachten waren in de perkara van het verdwijnende tafelzilver. En ik met onge looflijk veel talent de vermoorde onschuld speelde. Zelfs tot na de onver mijdelijke ontknoping. laaie mannen Ik zag het allemaal weer voor me en onderging de ondervraging nogmaals. Hoorde pa brommen dat elke leugen vetgedrukt op mijn voorhoofd kwam te staan. Maar ook dat ik de handen op mijn rug moest houden, omdat duimzui- gen tot vooruitstekende tanden leidt en neuspeuteren een wipneus met enorme neusgaten van het type stopcontact tot gevolg heeft. De film uit het verleden werd abrupt afgebroken toen de plantsoenendienst met een maaimachine het gazon onder handen begon te nemen. Het leek hem geen barst te schelen dat hij voor zoveel geluidsoverlast zorgde. Dat lawaai bracht me meteen terug in de realiteit, maar liet me tegelijkertijd in een soort parallelle flits de grassnijders van vroeger zien. Die taaie mannen, die niet over moderne hulpmiddelen beschikten en wegbermen en grasvelden te grazen namen met een simpele arit. Geluidloos deden ze hun werk, slechts nu en dan even uitrustend in de schaduw van een boom. Meestal bij een toekang djoealan met es pasra of es lilin. Merkwaardig dat twee meisjes op hun omafiets en een gemeentekebon zoveel indringende herinneringen kun nen oproepen. Volgende keer kijk ik een andere kant op. 8 moessQn Es lilin

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2001 | | pagina 8