Wakker Een echte Indische tempo doeloe foto. De foto is in 1901 in Bondowoso genomen. Het is de familie van mijn vader, Adriaan Egter van Wissekerke. Hij is de jongen met de cello, toen 17 jaar. Staand van links naar rechts: 1 George van Gessel, 2 Oom Frits Wijnen Riems, 3 Manrits Egter van Wissekerke, 4 Lotje van Gessel, 5 Job Engelken, 6 Pa WC. van Gessel, 7 Nelly Corbet, 8 H.C.E. van Gessel, 9 Ietje Stoentraan, 10 Henry Egter van Wissekerke, 11 Pip Frederiksz, 12 Nicolet Corbet, 13 Herman Egter van Wissekerke, 14 Joa Walbeen, 15 Liesje Wijnen Riems, 16 Louise MacGillavry, 17 Stok 18 Friedje Wijnen Riems (later weduwe Hondius), 19 Kees de Ruyter de Wildt. Zittend van links naar rechts: 20 Adriaan Egter van Wissekerke, 21 Ma C.E. van Gessel, 22 Oud-tante Nelly Ledeboer, 23 Tante G.A. van Wijnen Riems. Djongkok: 24 kokkie (die zalig kon koken), 25 Jantje Wijnen Riems, 26 Frits Wijnen Riems jr., 27 Leo Wijnen Riems, 28 Vrouwtje Wijnen Riems, 29 Nettie Wijnen Riems, 30 WC. van Gessel jr. kon zien. Verder droeg hij een gedra peerde hoofddoek van dezelfde batikstof als de sjerp - dat het batikstof was besef te ik pas op veel latere leeftijd. Die man zat in djongkok-houding met zijn armen om zijn knieën. Ik bleef wakker en was helemaal niet bang. Toen mijn ouders thuis kwamen riep ik: 'Mam!' 'Hé', zei mijn vader, 'hoe kan dat? Zij is wakker.' Mams vroeg: 'Waarom ben je wakker, heb je gedroomd, heb je gehuild, heb je pijn?' Alles beantwoordde ik met nee. Die oude man zag ik niet meer. Ik kreeg een slok water uit een kendie en sliep weer als een roos. Dit herhaalde zich meerde re keren en paps stelde mams de vraag: 'Vind je het niet vreemd dat zij altijd wakker is als wij thuiskomen?' - Ik hoor hem nu nog die vraag stellen. Nooit heb ik over dit voorval gesproken met mijn ouders. Als klein kind dacht ik er niet over, omdat het gewoon niet in mijn kinderhoofd op kwam om daarover te vertellen. Ja, ik zag een oude man, maar hij deed niets en ik had geen angst-gevoel, dus dat was toch niets ergs? Fuiven Wat ik mij nu afvraag is: Was die oude man een djaga roemah en wat is dat dan precies? Of was hij een engel, gemani festeerd in een menselijke gedaante en heeft hij de opdracht gekregen van een hogere macht om op twee Heine ldnde- ren te passen? Wie weet! Vele jaren later, wij woonden toen in Malang, zag ik in een foto-album van mijn vader de foto's die genomen wer den toen zij in Palembang aan het fuiven waren. Dansend met hoedjes op en toe ters en bellen. Maar geen moment kwam het bij mij op om mijn vader te vertellen over die oude man, terwijl ik het mij nog heel goed wist te herinneren. Nog steeds herinner ik mij alles als de dag van gisteren, 75 jaar geleden! Twee kleine kinderen met hun lieve moeder in Palembang. Links met kepala goendoel: Helene Hornung. 46 ste jaargang - nummer 7 - januari 2002 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 15