Xr! I moessQn door mevrouw J. C. Maas Deze foto's zijn van een expeditie op het vaste land van Borneo onder leiding van majoor Van rigt. llz woonde destijds op Iarakan. Aangezien er niemand na mij is ik hen QO jaar geef ik de foto 's maar aan Moesson. Majoor Van Trigt nam zieke Dajaks mee naar het militaire hospitaaltje om ze daar te proberen te genezen. Sommigen van hen waren lopend patiënt en liepen er vrij rond. Op een dag kwam een Dajak de dokter vertellen dat hij een man had gezien die een baby verwachtte. De 'zwangere' man was meneer Wolsink, magazijnmeester, die motor reed. Zijn dikke bierbuik rustte op de benzinetank van de motor. Hij was niet getrouwd, maar had een njai, die zijn overhemden voor die dikke buik keurig had aangepast. Op een zaterdagavond, terwijl wij aan het feestvieren waren in de sociëteit IDO (In De Olie) - ik geloof ter gelegenheid van de verjaardag van koningin Emma - vloog een boortoren in brand. Aangezien toen nog niet bekend was hoe je een oliebron kundig moest blussen, was het gebruikelijk hem vanzelf uit te laten branden. Zaterdagavond half tien was hij in brand gevlogen en het duurde tot zondagmiddag één uur. Toen was de bron vanzelf met zand dicht gelopen en het vuur gedoofd. Het Pamoesian boorterrein lag dicht bij de woonwijk, en alles was dus zwart van het roet. Dit gebeurde allemaal voor eind 1931, want toen werd mijn vader - hoofd van de politie (toean skout) - overgeplaatst naar Teloek Bajoer in het binnenland van Borneo. Voordat ons gezin in Tarakan belandde, hadden wij vijf jaar in Soerabaja gewoond, en toen verhuisden we naar Djokja. Begin 1928 gingen wij met Europees verlof naar Amsterdam. Na terugkeer hoorde mijn vader dat hij op Tarakan geplaatst was. Dat was een geweldige afknapper na zo'n fijne tijd in Amsterdam, met de Olympische Spelen, live-optredens van Josephine Baker en de musical Hallo California met Emile van den Bosch. Om daarna te belanden in een slecht onderhouden passangrahan in Tarakan, dat was wel even wennen! De controleur, hoofd van het plaatselijk bestuur, was ongehuwd. Later, toen er een gehuwde controleur kwam, heeft zijn vrouw de passangrahan laten opknappen en op venduties behoorlijk meubilair gekocht. Hoewel ik eerst zat te huilen - ik was toen net achttien jaar en wilde de wereld zien, niet Tarakan - heb ik er toch een hele fijne De brandende o Tarakan1930. p het Pamoesian boort err Pamoesian boorterrein na de brand I

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 20