EEUW-FEEST narium JUBILEUMNUMMER Scheltema en de 'grand old man' van De Loc, Pieter Brooshooft, waaronder De Locomotief zijn hoogtepunt bereikte. Alle hoofdredacteuren waren voorstanders van een Indië met meer zelfstandigheid ten opzichte van Holland, en meer zeg genschap en zorg voor de inheemse bevolking. De ene hoofdredacteur was wat radicaler dan de ander: zo lezen we in Termorshuizen's Journalisten en heet hoofden dat Cohen Stuart op z'n vijftien de naar de Verenigde Staten vertrok om fortuin te maken, met het plan een huurleger te rekruteren om Java van de Hollanders te bevrijden. Maar, kort en goed, De Locomotief voerde; eigenlijk al die jaren een ethische politiek, nog voor dat die in Brooshooft's tweede termijn als hoofdredacteur (1898-1903) daad werkelijk een naam kreeg. Conflicten met het gouvernement waren dan ook talloos. In de jubileumuitgave van De Locomotief wordt als voorbeeld de Tjiomas-kwestie gegeven, uit 1885. Op landerij Tjiomas had een inheemse opstand plaatsgevonden tegen eigenaar De Sturler. De pers, inclusief Scheltema - liberaal en aan de kant van het particu lier kapitaal - schaarde zich achter de planters en liet zich scherp uit tegen de overheidsmaatregelen die het gouverne ment tegen De Sturler nam. Ook al bleek uit een onderzoek - de Tjiomas- enquête zullen we maar zeggen - dat De Sturler fout zat: hij had zijn arbeiders misbruikt: 'GG O. van Rees (Koning Otto) gaf, na een vlijmscherp stuk van Scheltema tegen het gouvernement, opdracht de lokalen van De Loc te slui ten. Maar De Loc was gewaarschuwd door een telegrafist, die de persvrijheid lief had. De hele nacht werd doorge werkt om een van de beste persen te demonteren en naar een ander gebouw over te brengen, samen met de meeste letterkasten. Toen de volgende morgen de resident en de officier van justitie ver schenen, kon Scheltema - de hoofdre dacteur - hun vertellen dat diezelfde dag De Nieuwe Locomotief zou verschijnen.' Betrapt! De felle aanval van Scheltema op het gouvernement verbaasde iedereen, omdat Scheltema bekend stond als een weldoor dacht en scherpzinnig man. Aanleiding voor deze reputatie was de volgende poets die hij Daum - inmiddels hoofdre dacteur van Het Indisch Vaderland - bakte: 'Daum kon het met zijn krant niet bol werken en nam zuinigheidshalve de tele grammen over van De Loczonder vermelding van de herkomst. De Loc beschuldigde Daum hiervan, maar Daum ontkende. Een paar weken later nam De Loc een telegram op, inhoudende dat de bekende Engelse letterkundige Y. Reveid was overleden. Daum vloog erin en nam het telegram op de gebruikelijke wijze over. De volgende dag grote hilariteit in Semarang. De Loc schrijft, dat het tele gram diende om de concurrent op heter daad te betrappen en verzoekt zijn lezers de naam van 'de bekende Engelse letter kundige' eens van achteren naar voren te lezen: dieverij!' 'Eerste Indonesisch Dagblad' Na Brooshooft (1903) traden de drie mannen die vaak met Brooshooft in één adem worden genoemd op als hoofdre dacteur: Vierhout, Stokvis en Lievegoed. Vooral Lievegoed merkte tijdens zijn aanstelling (1917-1926) dat het moeilijk was om je als liberaal te handhaven in het Indië dat steeds angstiger werd van het Indonesisch nationalisme. Na Lievegoed gaf W.G.N. de Keizer het blad een conservatieve draai, die in 1939 door zijn opvolger Van Goudoever onge daan gemaakt werd. De Locomotief keer de weer terug naar zijn progressieve traditie. Dan zijn we bij de Japanse bezetting aanbeland, toen verscheen De Locomotief niet. Het eerste nummer na de Japanse bezetting kwam uit op 2 sep tember 1947. De redactie bestond uit twee personen: D. Buschkens en hoofd redacteur A.W. Colijn. Samen maakten ze het hele blad. Dan volgt hoofdredac teur Schreiber en tenslotte A. Teunis, die de jubileumuitgave van 23 mei 1951 ver zorgde. En ook al was De Locomotief van huis uit een progressieve, ethische krant, en voorstander van zelfbestuur; het viel de Nederlandstalige De Locomotief toch zwaar in het onafhankelijke Indonesië. Ook al schrijft de krant in het jubileum nummer dat De Loc als eerste Indische krant Javaanse, Chinese en Arabische bij lagen had, en dus eigenlijk de allereerste Indonesische krant was. En ook al wordt ze op de voorpagina gefeliciteerd door B.M. Diah, de voorzitter van de Perserikatan Persuratkabaran di Indonesia, waar De Locomotief op dat moment het oudste lid van was. Toch lezen we op 23 mei '51 dat De Locomotief nog slechts 4 pagina's telde en dat de redactie maar weinig vertrouwen in de toekomst had. Meer weten over de Indische dagblad pers? Lees: Journalisten en heethoofden Een geschiedenis van de Indisch- Nederlandse dagbladpers 1744-1905 door Gerard Termorshuizen Nijgh Van Ditmar KITLV: 864 pag. (gebonden) ISBN 90 388 7426 X prijs 68,95 /f 151,95 moessQn I, png. 1 f I t ic v Dagblad Dn Locomotief wRcn dorpstraat 2022 Senuifinc Tflf. Smjj. R08 - Tflf. Smg ««0 Tflf. Smg I75«j «•n AJvert Teff. «mg. 1919 lVrsrrlkalu.ii PummiUcabaran Hoof dr edactour A. Teunia van de honderd- in op zichzelf go - L\ u» niet. int niet Directie: N.V. Beheers My Dngbladbcl.ingen Wocnsdng 23 Ahnnncmcntspry's per ma liij vannrithetalinc Voor buiten Srmarang Losse nummers Advertentietarief Bij vooruitbetaling I'er millimeter - regel dit tot zegen t het de One.ln artikel Het in voor tour. die net een (nar dagblad La verbonden, geen een voudige opgave om ter gelegen, hciil van dit honderdjarig jubi leum met een enigszins draag den <lae t.- k.>. hoofdredac-, altuati Het Weate 1 '.,.1 om,ijt dv hel- :n. De Westerling staat dam- 1 'i; V ^"i.-fi-mfc i„ ,.11,3.. Xt h,t JSiHigrgg:,' Ook het eerste Indonesische^ dagblad „De Locomotief" wus het cnrttle Iinlo- neaischc dagblad. Iu de eerste ja lOÖ Jaren „Loconioli Wanneer do heren van het dagblad „Do Locomo met trots op dc boist zouden slaan en zeggen: „Ot liet oudste lid van ,do l'erserikatan Pcrsuratkabaran is i nC!i'a"f dan zou dit inderdaad met enig recht van spr j Doelt dc leiding van toornoetnd blad is te nuchter, b cn to modern om zulks Ie zeggen, jr Aan de leeftijd van een eeuw verbiudt men mecsl |n I.TeUclIjli dc gedachte van ouderdom, conservatisme Koning Otto 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 24