Brittanië (RSPB), Zwitserland (SVS) en Nederland (Vogelbescherming Nederland) hebben toegezegd dat geld bijeen te brengen. Vogelbescherming Nederland doet daarvoor een beroep op haar leden en andere geïnteresseerden. Het ingezamelde geld dient niet alleen voor het opzetten van een Indonesische Vogelbescherming. Er zijn ook drie con crete beschermingsprojecten geformu leerd, waarmee men van start wil gaan. Met die projecten kan de nieuwe groep aan de buitenwereld laten zien wat ze in haar mars heeft. Het eerste project is gericht op de bescherming van Bukit Tiga Puluh, één van de Belangrijke Vogelgebieden op Sumatra, waar de bossen door houtkap in angstaanjagend tempo verdwijnen. De nieuwe Vogelbescherming wil daar samen met alle lokale gebruikers werken aan de bescherming van dit Nationale Park. Educatie en voorlichting is een eerste belangrijke stap. Zowel de lokale bevolking, die er voedsel en brandhout verzamelt, als de autoriteiten en de com merciële houtkappers moeten ervan worden doordrongen dat 'hun' park uniek is. Daarna kan men samen met hen én de al bestaande lokale natuurbe schermingsgroeperingen een bescher mingsplan opstellen en uitvoeren. Het tweede project is gericht op de Soenda-ooievaar. Door de ongebreidel de houtkap wordt de Soenda-ooievaar in zijn voortbestaan bedreigd. Er zijn nog maar tussen de driehonderd en duizend van deze vogels over. In het Sembilang Wildlife Sanctuary (in oprichting) in de provincie Jambi op Sumatra komt nog een aardig aantal vogels voor. Daar wil de nieuwe Vogelbescherming steun van de lokale bevolking voor 'haar' vogel mobiliseren, met als uiteindelijk doel een volledige bescherming van de vogel, zowel wettelijk als in de praktijk. Bewaking moet sampiri redden Het laatste project gaat om de redding van de sampiri, of in het Nederlands de diadeemlori. Het is een koddig vogeltje, dat nog het meeste lijkt op een klein papegaaitje dat per ongeluk een pot blauwe verf over zijn rode verenpak kreeg, en er bij toeval ook nog eens een knaloranje snavel aan overhield. Dit vogeltje komt alleen nog voor op de Talaud-eilanden in het noorden van Indonesië. De Talaud en Sangihe eilan dengroep is befaamd om het grote aan tal alleen daar voorkomende, zeldzame vogelsoorten! Dankzij eerdere inspanningen van BirdLife International zijn er op de eilanden inmiddels twee Natuurparken waar de sampiri relatief veilig is. Door een speciaal educatieprogramma ziet de lokale bevolking de noodzaak van bescherming van deze vogel inmiddels in. Toch dreigt er nog gevaar. Filippijnse vissers kopen gevangen sampiri's op om ze in eigen land als kooivogel te verko pen. Deze handel heeft er mede toe geleid dat de sampiri al op veel eilanden is uitgestorven. Op het eiland Karakelang, waar zich een van de Natuurparken bevindt, gaat de nieuwe Vogelbescherming lokale mensen oplei den tot 'sampiri-wachters', waarbij een lokaal bewakingssysteem moet ontstaan. Investeren in staniele regio's Bij al deze plannen zijn Vogelbescherming Nederland en de Indonesische Vogelbescherming in oprichting zich volledig bewust van de politieke instabiliteit in sommige delen van Indonesië. In de overige delen is echter meer dan genoeg te doen voor de bescherming van vogels en hun leefge bieden. In augustus 2002 hoopt men officieel van start te gaan, en zal ook de naam van de nieuwe organisatie bekend worden gemaakt! 46 ste jaargang - nummer 7 - januari 2002 Lokale bevolking' lielpt 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 29