Van Rasoean naar Pearl Hart or a pQÏp,p'ipg'p Van alle doesoens waarin ik ooit heb vertoefd, was PEBIEBBE& Rasoean de zwaarste kluif. Dat palendorp aan de kali Komering zit aan mijn geheugen vastgeplakt als een klont koude tapiocapap aan een blikken bord. Zelfs als ik de hele boe! ondersteboven houdt, blijft het zitten. En als hier mist hangt, ben ik helemaa Ide sigaar. Dan zie ik weer hoe de ochtendnevels als langgerekte geestverschijningen over de traag stro mende kali kronkelden en de rommelige skyline van het dorp opging in de sombere, grijze contouren van het dichte oerwouc l Hoewel een geboren en getogen Rasoeanees, beweerde Sjahdoellah dat geen weldenkend mens er ooit over zou piekeren om voor de lol een bezoek te brengen aan zijn dorp. Dat idee kreeg ik ook toen ik er aankwam. Het zag er allemaal erg som ber uit en mijn eerste ingeving was dan ook: heb ik daarvoor meer dan driehon derd kilometer over kali's en van kuilen vergeven rotwegen moeten reizen? De persoon die ik moest aflossen, had daar geen boodschap aan. De ongelooflijk afgeraffelde overdracht deed me zelfs vermoeden dat hij niet wist hoe gauw hij zich uit de voeten moest maken. Dat was geen gekke veronderstelling, want hij had er een half jaar opzitten en zag er slecht uit. Verveling Als iemand me toen had gezegd dat ik bijna een heel jaar in Rasoean zou zitten, was ik meteen in de kali gesprongen en had me tot aan Boom Baroe in Palembang laten afdrijven. Viel later trouwens best mee. Toch is het hoofdza kelijk aan Sjahdoellah te danken dat ik het daar zo lang heb uitgehouden. Hij beurde me op als het verlangen naar betere tijden en oorden me dreigde te overmannen en zorgde voor afleiding als de verveling toesloeg. Rasoean was namelijk een rustige plek. Er viel weinig te beleven. Je hoefde niet achter elke boom te kijken of je in de tij gersluipgang naar het toilet te begeven. En van de mannen van het KL-detache- ment hadden we ook geen last, die dop ten hun eigen boontjes en klopten alleen maar bij ons aan als het om zaken ging die voor westerlingen te ondoorzichtig waren. Of als ze tjèlengvlees nodig had den. Maar met dat al maakte het verblijf in Rasoean wel een geweldige indruk op me, zowel in positieve als negatieve zin. Romantische nonsens Ben je net lekker serieus bezig, belt je zoon en vraagt wat je aan het doen bent. Vertel je hem dat je een verhaaltje aan het maken bent voor Moesson. Zegt die pestkop: 'Oh ja, alweer over vroeger natuurlijk. Dat is al erg lang geleden, meer dan vijftig jaar, of niet? En altijd over Sumatra. Volgens mij heb jij wat met dat eiland.' Doe je alsof je neus bloedt en informeert of hij niks beters heeft te doen dan mensen storen bij het werk. 'Ik wou je alleen maar vragen of je morgenavond meegaat, naar Pearl Harbor. Draait in Apeldoorn in Tivoli, ik heb al twee kaartjes.' Ben je toch wel verguld dat je zoon nog met z'n bejaarde vader naar de bioscoop wil. Valt het je de volgende avond ook nog op dat hij erg ingespannen naar die film zit te kijken, behalve op de (vele) momenten van goedkope romantische nonsens. Heeft hij het daarna in de auto nog even over een paar onwaarschijnlijk heden in het verhaal. Ben je zelf dood moe, want die film heeft zo'n drie uur geduurd, maar je wil hem nog even terugplagen en zucht: 'Ach ja, het is ook al zo lang geleden gebeurd, meer dan vijftig jaar, of niet?' Kijkt hij je van opzij aan en zegt: 'Ga maar slapen, ik wek je wel als we er zijn.' En bijna onhoorbaar grinnikend: 'De volgende keer betaal jij.' moessQn 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 8