Ook in Indonesië kon ik de eerste dagen niet slapen. Ik hoo: de om twee uur 's nachts twee hanen met elkaar conversere: en dat precies onder mijn raam. Stereo kukeleku. Zeker last van jetlag, dacht ik de eerste nacht, want het was nog hart stikke donker. Daarna om de zoveel minuten een tokeh gehoord. Ik herinnerde me een sprookje: wanneer je een tokeh zeven maal hoort tokehjen, brengt dat redjekie. Ik heb dat beest drie keer, vier keer, zeven keer en elf keer gehoord. Banjak redjekie hoor. Vergeet het maar! De volgende dag met een suf hoofd wakker geworden en meteen een glas kof fie laten vallen. Duizenden stukjes glas en heel veel koffie overal. Nog een beetje beduusd van zoveel troep wilde ik een doek gaan halen en ik struikelde van een trappetje. Gat in mijn knie, overal bloed, elleboog blauw en rechter heup beurs. Ik meteen aan die tokeh denken. Vast niet goed gehoord, geen zeven maal maar acht maal tokeh, dacht ik. Al met al was het niets ernstigs, ik was alleen een beetje stijf voor de rest van de dag. In de middag ben ik met een aantal jongelui gaan vissen in de kali Winongo. Het was een wild stromend riviertje en ik had veel moeite om op een van de manden te springen. De mensen kopen of huren een mand; de manden staan onge veer tachtig centimeter uit elkaar in het water. Wat zij aan vis vangen stoppen ze in de mand, die voor een deel onder water staat. Zo kunnen zij de teveel gevangen vis lang bewa ren en kunnen ze elke dag naar behoeven er een visje uit scheppen. Ik heb de hele middag gevist op zo'n mand, lekker in het zonnetje. Wij hadden niks gevangen, maar kregen wat vis van de jongelui en togen naar het huis van hun moeder, Rona. Ze maakte de visjes schoon en maakte er een heerlijk gerecht van. Het waren niet zulke grote visjes. De naam van de vis weet ik niet, dus ik weet ook niet of ze hier in Nederland verkrijgbaar zijn, maar ik heb het recept uitgepro beerd met grote sardientjes. Bij deze dan het recept: Ingrediënten 1000 gram grote sardientjes 4 teentjes knoflook 3 eieren zout en peper naar smaak 5 dl slaolie 1 citroen Bereidingswijze Maak de sardientjes schoon; snijd de kop er af en snijd de buikwand tot de staart open. Haal de ingewanden er uit. Rasp met een scherp mes de schubben er af en spoel de vissen onder stromend koud water goed af. Dep de vis sen met wat keukenpapier droog. Pel de teentjes knoflook en pers ze uit in een schaal. Klop hierin de eieren los en maak dit op smaak met zout en peper. Marineer hierin de visjes ongeveer 15 minuten. Laat in een wadjan de olie heet worden en bak hierin de vis lichtbruin. Serveer de vis met in schijfjes gesneden citroen. Geef er warme witte rijst bij en sambal mangga. Ingrediënten 1 middelgrote ui 2 teentjes knoflook 5 rode lomboks 5 tjabé rawit V2 dl slaolie 1 grote niet te rijpe mangga 1 theelepel suiker zout naar smaak Bereidingswijze Pel de ui en knoflook en snijd de ui in stukken. Was de lom boks en rawits en haal de steeltjes er af. Snijd de lomboks in stukken. Doe dit alles in een foodprocessor en maal het mengsel fijn. Verhit in een wadjan de olie en fruit hierin het gemalen mengsel. Schil de mangga en rasp de mangga grof tot de pit. Voeg de geraspte mangga in de wadjan er bij en voeg suiker en zout toe. Schep alles goed dooreen en laat het ongeveer tien minuten sudderen totdat de olie boven komt drijven. Schep het over in een schaaltje en laat het afkoelen. Het eten in Indonesië is simpel, maar je eet je vingers er bij op. Vers gevangen vis en mangga zo uit de boom geplukt. Bij het bereiden van de tongkol goreng zag ik mezelf weer zitten op die mand. In mei ga ik weer terug! Eerst maar weer zien deze winter door te komen. Veel plezier met het bereiden van deze recepten en misschien kunt u denken dat u naast me zit op die mand, heerlijk in het zonnetje. 46 ste jaargang - nummer 8 - februari 2002 15 J

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 15