Indische portretten van fotograaf Serge Ligtenberg
Teveel informatie kan soms zelfs
tegen je werken. Zelf heb ik een jaar
lang in Indonesië gereisd, zo'n vijf
tien jaar geleden. De weemoed van
Indische mensen naar het land kan ik
invoelen, al is het natuurlijk maar een
fractie daarvan. Het gevaar hiervan is
dat je Indische mensen alleen maar
door de lens van die weemoed kan
zien. Een voorbeeld is dat van de
familie Jenny, waarvan ik een foto
voor deze reeks heb gemaakt. Van
tevoren had ik gehoord dat Ralph
Jenny een oud-KNIL-militair was.
Met de kennis van het KNIL en haar
geschiedenis ligt het voor de hand
om hem af te beelden als een autori
taire en verbitterde persoon. Maar
mijn foto straalt totaal iets anders uit:
je ziet een man die ontzettend veel
genegenheid voor zijn vrouw voelt.
En net dat ene moment waarop hij
zijn hoofd naar dat van haar toe
buigt, dat is het moment waar ik naar
op zoek ben. Dat zijn echt cadeautjes
voor mij.'
Uit de expositie komt naar voren dat
het onmogelijk is om van 'de'
Indische Nederlander of Indo-
Europeaan te spreken. Deze woor
den, afkomstig uit de koloniale
maatschappij van het twintigste-
eeuwse Indië, veronderstellen een
overzichtelijke laag 'gemengdbloedi-
gen', die zich tussen de witte
Europeanen en de Indonesiërs zou
den bevinden. De werkelijkheid was
veel diffuser. Zo komen we oog in
oog te staan met het echtpaar Daniel
Cordus en Eveline Cordus-Klink, die
als belanda hitams (Indo-Afrikanen)
voorouders van Ghanese,
Indonesische en Nederlandse
afkomst hebben. De liefhebber van
het detail zal het opvallen dat zij kle
ding van de Ashanti te Ghana dra
gen. Daniel Cordus is gekleed in een
wit overhemd met bruine patronen,
Eveline Cordus-Klink is getooid in
een jurk met Ashanti-motieven in
wit, geel en groen. Verder gaan
sarong en kebaja heel goed samen
met spijkerbroek en shirt, zoals uit
het intieme portret van moeder en
dochter Lefeber blijkt. Indische cul
tuur was én is een multicultureel
fenomeen. Ook vandaag de dag, een
halve eeuw na haar gedwongen ver
plaatsing naar Nederland en elders,
wordt de Indische gemeenschap
gekenmerkt door verscheidenheid.
Waarom is het 'kleine verhaal' voor
Ligtenberg veel boeiender geworden
dan dat van de grote gebeurtenissen?
'Tja, ik ben wat huiselijker geworden.
Ik heb een Hindoestaanse vrouw, een
gezin met Heine kinderen. De men
selijke maat van het individu is veel
boeiender dan, zeg, Milosevic in de
Scheveningse gevangenis. Daar is nu
ook geen enkele fotograaf meer te
zien. Een ontmoeting met tokohoud
ster Elly Ho zegt mij meer dan die
met een oorlogsmisdadiger. Toen ik
Ho ging fotograferen, was me gezegd
dat ik bij haar moest blijven eten,
want anders zou ik haar beledigen. Ik
had me helemaal voorbereid op een
Indische maaltijd, maar op die dag
had zij net voor de eerste keer in haar
leven een stamppot gemaakt - en ik
hou helemaal niet van stamppot. Dat
is leuk. Sinds ik fotograaf ben, heb ik
nooit het idee dat ik aan het werk
ben.'
De expositie 'Gekleurde portretten:
Indische mensen van nu' van
fotograaf Serge Ligtenberg (samenstel
ling Esther Wils) is tot april 2002 in
het Indisch Huis te bezichtigen aan de
Javastraat 2b in Den Haag.
Inlichtingen: tel. 070 - 346 26 16.
Esther Captain is historica en werkzaam als program
meur bij Stichting Het Indisch Huis te Den Haag.
Juliana Ruff (geb. 1926
Dobo, Oost-Molukken)
kwam in 1962 naar
Nederland. Zij heeft
Molukse ouders.
46 ste jaargang - nummer 8 - februari 2002
29