Renato Cerini Jan Frederik Lattmann Nederlanders die in het verre verleden naar Nederlands-Indië vertrokken. Nederlanders hadden in Indië vaak belangrijke functies in onder andere het leger, de bosbouw en het onderwijs. Zij zorgden voor een belangrijk deel van de inkomsten van de Nederlandse staat. In Indië was Nederlands naast Maleis onze spreektaal. Voor de oorlog kregen wij op school les in Nederlandse geschiedenis en aardrijkskunde. Wij kenden Nederland van Delfzijl tot Zierikzee en Maastricht. Wij leerden alles over de Tachtigjarige Oorlog en het vorstenhuis. Wij zongen het Wilhelmus en kenden Nederlandse liedjes als 'In 't stille dal.en 'Waar de blanke top...'. Wij zongen het zinnetje 'Wien Nederlands bloed door de ad'ren vloeit' (hoeveel procent was nodig?)Wij noemden de Molukken de twaalfde pro vincie van Nederland. Uit ons midden kwamen soldaten die tot de besten van het KNIL worden gerekend. Kortom: asielzoekers vormen toch een hele andere groep dan Indische migranten? In het artikel 'Een arena van belangen' wordt ook over de kille ontvangst van Indische Nederlanders gesproken. Ik wil echter ook de onheuse behandeling van Indische Nederlanders onder de aan dacht brengen. Mensen die in de oorlog alles hadden verloren, werden van het kastje naar de muur gestuurd. Ze konden niet in Nederland blijven als zou blijken dat zij geen Nederlands staatsburger waren en moesten er alles aan doen om aan te tonen dat zij de Nederlandse natio naliteit hadden. Daarnaast moesten Indische Nederlanders hun weg zien te vinden in het labyrint van de Nederlandse samenleving. Ondanks dit, of misschien juist daardoor, zijn de Indische Nederlanders er met hard wer ken bovenop gekomen. L. Wolff, Domme (Frankrijk) V ioolljouwers Allereerst: banjak redjekie 2002! Graag wil ik reageren op het artikel over de vioolbouwer Belle in Moesson van januari. Omstreeks 1963 heb ik de heer Belle in Rotterdam leren kennen. Mijn vader - hij is helaas overleden - was amateur-violist. Op een dag vroeg mijn vader of ik zijn viool voor reparatie naar de heer Belle wilde brengen. In een bescheiden oud pandje werd ik door de heer Belle (Wim dus) op Indisch wijze hartelijk ontvangen. Er volgde een gezel lig gesprek over vioolmuziek en viool bouwers. Belle was enthousiast over mijn kennis van de Italiaanse meesterbou- wers. Hij wilde mij daarom iets laten zien: de Guarnericello van de cellist Tibor de Machula. Dit instrument is gemaakt door Pietro Giovanni Guarneri I, zoon van meesterbouwer Andreas Guarneri en oom van de beroemde Joseph Guarneri del Gesu. Deze cello, afkomstig van een beroemde familie, stond ter reparatie bij de heer Belle. De viool van mijn vader heeft dus met een echte Guarnerius onder één dak bij de Indische vioolbouwer Wim Belle gestaan! Daarom ben ik er trots op dat ik het instrument van mijn vader inmid dels als erfstuk bezit. Overigens: zelf ben ik amateur-cellist. Ik bespeel een echte Mittenwaldcello uit 1870. Hoe ik aan dit instrument ben gekomen, heb ik een aantal jaren geleden in Moesson verteld. Het is toch waar: de appel (of sawoh) valt niet ver van de boom. M.E. Janssen, Nieuwvliet Fort de Kocli In Moesson van december 2001 zag ik een foto van een groep mensen in (ver moedelijk) de soos uit Fort de Koek. De foto roept bij mij vragen op over familie leden die daar hebben gewoond. Ik pro beer al enige tijd informatie over hen te achterhalen. Mijn overgrootvader, Martinus Frederik Braakman, is in 1923 in Fort de Koek overleden en begraven. Hij was er tussen 1917 en 1920 notaris. Daarna werd zijn praktijk nog enkele jaren waargenomen door mijn oom, mr. C.F.M. (Frits) Braakman. Deze heeft ook als inspecteur van Financiën in onder andere Medan gewerkt. Na de Tweede Wereldoorlog kwam mijn oom naar Nederland. Ik stel het op prijs als mensen die hem nog gekend hebben, contact met mij opnemen. Ook ben ik benieuwd naar informatie over Fort de Koek. Hoe was het er vroeger en bestaat de begraafplaats met het graf van mijn opa nog? Omdat mijn familie nauwe banden onderhield met W.A.C. Whitlau wil ik ook graag weten of het gouver neursgebouw in West-Sumatra er nog is: de heer Whitlau was tot 1926 gouver neur van dit gebied. Ik vermoed dat hij in Padang woonde. Als het gouverneurs gebouw er nog staat, dan zou ik ook graag willen weten waar ik het precies kan vinden. Daarnaast hoop ik via deze brief met een goede genealoog (in Indonesië?) in contact te komen. Wellicht kan deze mij verder helpen met het onderzoeken van mijn familiege schiedenis. T. Braakman, Veenmos 40, 2914 XH Nieuwerkerk aan den Ijssel, tel. 0180 - 39 01 20. 'Vader, moge ik door Uw barmhartigheid en genade bij U in vrede rusten' Renato Na een korte ziekteperiode is vredig ingeslapen onze vader, opa en over grootvader Batavia, t Groningen, 27 mei 1920 13 januari 2002 Hij was sinds 4 mei 2000 weduwnaar van Elvire Cerini-Stok. Hij heeft haar heel erg gemist. Kinderen Klein- en achterkleinkinderen Correspondentie-adres: M.J. Cerini Slotstee 14 7824 RE Emmen De begrafenis heeft inmiddels plaatsgevonden. Als Indisch man voel je je verdeeld en bekijk je het van een andere kant. Je wortels liggen in Indië maar oud werd je in Holland. Omringd door hen die hem lief waren is van ons heengegaan mijn lieve man, onze vader en opa Tjimahi (Ned.-Indië), f Den Haag, 22 juli 1918 23 december 2001 Nan-Lattmann-Guldenaar Peter Amber Vonny en Jaap Ankie en Ruud Anja van Leeuwen Sonja Bouman Correspondentie-adres: mw. N. Lattmann-Guldenaar Toon Dupuisstraat 55 2552 SC Den Haag De crematieplechtigheid vond plaats op vrijdag 28 december in crematorium Ockenburgh te Den Haag. 46 ste jaargang - nummer 8 - februari 2002

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 5