Dierenparade in Tjikini
Gratis bioscopen
Eten was er bij ingeschoten, niet erg.
Toen de lessen om negen uur waren
afgelopen, togen we de poort uit naar
een ons welbekend Chineesje, een paar
huizen verderop. Huiswaarts namen we
een portie eten mee voor Boon, onze
ouwe, trouwe Boon. Dat was onze por
tier en beschermengel. We moesten
namelijk punctueel om tien uur binnen
zijn, maar dat lukte bijna nooit. Maar als
Boonstra er was, ging dat gemakkelijk
mits we de vertrekken van zuster
Engelberts omzeilden. Dat was Boon's
uitdrukkelijke wens. Nou, dat deden we.
Het werd ingewikkelder als Boon een
vrije dag had en er een andere portier
zat. Dan moesten we vanaf de achter
kant zien binnen te komen. Dat beteken
de een heel eind omlopen, bijna tot aan
de dierentuin. En dan door een gat in
het prikkeldraad proberen zonder kleer
scheuren binnen te komen. En er waren
vele avonden dat het laat werd. Overal -
zeker in het weekeinde - waren dans
avonden in zaaltjes, vliegvelden, kazer
nes en bij parüculieren. Dan waren er
nog de zogenaamde gratis bioscopen. Je
mocht er in als je een militaire begeleider
had. Dat was voor ons een eenvoudige
taak: gewoon bij het binnen komen naast
zo'n jongen in de rij gaan staan. En
zodra de film beëindigd was, zo snel
mogelijk op straat zien te komen en dan
sprinten, wilde je niet de verdere avond
met die jongen opgescheept zitten. Maar
meestal hadden we gezelschap en hoefde
zoiets niet.
Padaiigf
Wanneer er een politionele actie op til
was, heerste er op één of andere manier
een gespannen stilte in de hele omge
ving. We mochten de straat niet op,
eigenlijk niemand. Dan waren de lessen
een afleiding. En zo ging een jaar vol
gebeurtenissen snel voorbij. Een jaar
opleiding en de mulo zat er voor ons op.
We begonnen aan het tweede jaar. De
tijden gingen veranderen. We kregen een
ander soort patiënten; de meeste mensen
uit de interneringskampen waren naar
Nederland vertrokken. De medicamen
ten en instrumentaria werden beter. Het
werd waarachtig een beetje tam in
Tjikini. Emma en Fien wilden de oplei
ding afmaken, hoewel Fien erg in love
was geraakt. Ik werd door één van de
overgeplaatste vrienden gebombardeerd
met brieven uit Padang. Daar bleek nog
heel veel te doen op ons terrein. Elly
Roggeveen en ik hakten de knoop door
en we schreven ons in voor de buitenge
westen. Zuster Engelberts vertelde ons
hoe stom we waren door de opleiding af
te breken. Dat was achteraf ook zo,
maar als je jong bent, wil je actie. Nou,
dat zouden we krijgen, daar in Padang.
Na een keuring namen we afscheid van
Tjikini. Het was eind 1948.
Sol i Je
Veertig jaar later kreeg ik de kans een
kijkje te nemen in Tjikini. De voorgevel
van het gebouw was erg veranderd, er
was veel bijgebouwd en de poliklinieken
waren groter. Boon's hokje was een echt
kantoor. Het deed allemaal druk en
rommelig aan. Het serene, rustige was
verdwenen. Misschien kwam het, omdat
er allerlei mensen rondliepen. Familie
moest zelf de patiënten voeden en bij
staan. Het verplegend personeel deed
alleen het noodzakelijkste aan de patiënt.
Dc interne afdeling leek voller geworden
en de gangen waren dicht gemaakt.
Alleen de koffiekamer en het kantoortje
waren nog precies hetzelfde. Zelfs het
oude, uiterst eenvoudige medicijnkastje
hing er nog, op exact dezelfde plaats.
Dat deed me goed. Ik dacht: Zeker van
djatihout en door een solide Chinese
timmerman gemaakt.
door A.G. Simao
Ook ik solliciteerde na het beëindigen van de Japanse bezetting bij het
Tjikini ziekenhuis. En met mij vele meisjes uit de Japanse vrouwenkam
pen, die zodoende behalve een baan ook huisvesting vonden. De meisjes
namen hun dieren uit het interneringskamp mee naar het ziekenhuis. Zo
zag je deze meisjes in opleiding voor verpleegster, door het ziekenhuis
lopen met een badjing op hun schouder of een hond achter of naast hun.
In de tijd kort na de Japanse capitulatie, werd het ziekenhuis geleid door
een militaire arts en een directrice van de Milva. Deze leiding was super
tolerant. Ze accepteerden heel erg veel; waaronder ook deze dierenpara
de. De tolerantie verdween met de komst van de oude Tjikini-directeur.
Hij zal wel een beroerte hebben gekregen bij het aanschouwen van deze
dierenparade door zijn geliefd ziekenhuis. Alle verpleegsters werden dan
ook binnen de kortst mogelijke tijd bijeen geroepen en wij kregen te
horen: 'Het is nu afgelopen met dit circus!' Zielig voor deze meisjes die
afscheid moesten nemen van hun geliefde kameraadjes door de oorlog
heen. Het was ook in die tijd dat Tjikini te kampen had met een schrik
barend tekort aan verplegend personeel. Dus werden er meisjes aange
trokken uit de buitengewesten, onder andere uit Sumatra en Celebes.
In die bersiaptijd was er gratis bioscoop voor de Nederlandse militairen.
Zoals Renée Scholten schrijft, hadden wij aanstaande verpleegsters met
ons minimale inkomen iets bedacht om aan een gratis bioscoopavondje
te komen. We gingen dan gewoon naast een wildvreemde militair in de
rij voor de bioscoopingang staan alsof hij onze vriend was, en kwamen
op die manier zonder een cent te betalen de bioscoop in. De M.R kreeg
er op een gegeven moment lucht van en plaatste bij de ingang één van
hun mannen om de boel te controleren. Deze M.P.-er kreeg op zijn vraag
naar een toegangskaart het antwoord van ons meisjes: 'Ik hoor bij hem',
daarbij wijzend naar de militair waar we naast stonden. Als we de contro
le gepasseerd waren, renden we weg van onze zogenaamde vriend, waar
op deze heftig protesterend ons toeriep: 'Hé, hier jij. Je hoort toch bij
mij?'
Ze probeerden ons dan te pakken. Maar wij meisjes, jong, snel en aalglad
als we waren, wisten aan onze tijdelijke vrienden te ontsnappen. Het
moet gezegd worden: deze militairen hebben ons nooit verraden; en wij
aanstaande verpleegstertjes genoten ondanks ons karig inkomen geregeld
van een bioscoopavondje.
46 ste jaargang - nummer 8 - februari 2002
9