Heel
el mooie oma s
v M
POIRRIS'S
PERIKELEH
In de onoplosbare verkeerspro
blematiek scoort filevorming zeer
boog. l)at was in Indië al zo,
maar toen ging bet meestal om
een andong-, dobar- of sado-file.
liet grote verschil met een ver
keersopstopping van nu, is dat
de soms ontsnappende dierlijke
uitlaatgassen wel kinderlijk
waren maar geen schade toe
brachten aan milieu en gezond
heid. Daarenboven hield
iedereen z'n fatsoen. Men bleef
rustig zitten en de dienstdoende
agent van politic werd niet
gemolesteerd als hij ten over
vloede gebaarde dat iedereen
'plan-planmoest doen.
Die bewonderenswaardige lankmoedig
heid was volgens mij te wijten aan het
feit dat de koetsiers en hun passagiers
goed opgevoede mensen waren, die zich
gemakkelijk schikten in het lot. Ze gin
gen gewoon door met ademhalen en
wachtten gedwee op het verloop der din
gen. 'Sabar', noemde men dat. Hier ken
nen ze dat woord niet eens.
Het kon best voorkomen dat een paard
schrok van zo'n gebarende agent en in
een reflex naar voren schoot. Met een
beetje pech verscheen er dan een paar
denhoofd in het passagiershokje van het
rijtuig ervoor, maar so what? Gewend
als ze waren aan wilde spinnen, tokehs,
klabangs en loewaks, werden de inzit
tenden daar niet koud of warm van. Ze
peinsden er ook niet over om de betrok
ken koetsier aansprakelijk te stellen voor
de arbeidsongeschiktheid, die ze met wat
mazzel aan dat 'ongeval' zouden kunnen
overhouden. Van dit soort slinkzigheid-
jes bediende men zich (nog) niet,
bovendien wist men toen ook wel dat je
geen veren kunt plukken van een kikker.
Daarom was 't hooguit: 'Astaga, apa lagi
ini, mas. Moet je kijken mijn topi, hele
maal robek van boven, sajang, sekarang
bisa diboeang, tschk-tschk-tschk.'
In het huidige verkeer is die weldadige
gemoedsrust ver te zoeken. Iedereen
heeft haast en denkt dat alle beschikbare
rijbanen er alleen voor hem of haar zijn.
Deze wijd verbreide asociale instelling
openbaart zich ook en vooral bij het
parkeren. Iedere automobilist weet dat
dan het recht van de sterkste geldt.
Zeker als het betaald parkeren betreft en
een lange Volvo Stationwagon met een
vrouw aan het stuur zich in die stoelen
dans voor automobielen mengt. De
vergelijking is misschien niet helemaal
juist, maar mijns inziens lijkt het dan of
de roerganger van een mammoettanker
zijn kolossale vaartuig full speed en zon
der loods door een vloot nietige vissers
bootjes heen ramt om de beste plaats
aan de kade te bemachtigen. Dat is geen
flauwe kul, want ik heb ongeveer zoiets
meegemaakt in de ondergrondse Markt
plein Parkeergarage te Apeldoorn.
Blond
Het ging als volgt: bij het afdalen van de
veel te steile helling naar de slagboom,
zag ik in mijn achteruitkijkspiegel dat
zo'n uitgerekte Zweed onverantwoord
dicht achter mij aan kwam rijden. Toen
ik beneden bij de automaat een parkeer
kaartje wilde trekken, dacht ik nog: je
moet nü remmen, lummel, anders kom
je door mijn achterdeur naar binnen.
Nog geen seconde later kwam de dreun.
Uitgestapt om de schade op te nemen,
zag ik dat er een flinke deuk onder m'n
achterbumper zat. De schuldige was
echter geen lummel maar een juffrouw.
Zo'n mooie, waar je onmiddellijk je uit
gezakte buik voor intrekt en rechtop
probeert te staan. Maar voor wie je ook
snel een pasje terug maakt omdat ze
zoveel haar op de tanden blijkt te heb
ben. Toen ik vergoelijkend glimlachend
naar de deuk wees en daar iets over
wilde zeggen, wierp die juffrouw me een
koele blik toe en zei dat ik dadelijk moest
instappen en doorrijden: 'De hoek om,
dan handelen we daar de papierwinkel af
en kunnen al die wachtende auto's ach
ter ons eindelijk naar binnen', wees ze
me terecht. Er bleken trouwens drie
dames en een hondje in de Volvo te zit
ten. Volgens mij waren het dochter,
moeder en grootmoeder, want ze leken
op elkaar en hadden alle drie blond haar.
Van de eerste was het helemaal echt, van
de tweede niet helemaal echt en van de
derde helemaal onecht, dat was goed te
zien. De oma was de enige die in de
auto bleef zitten, met het hondje. Ze leek
me niet voor de poes, want ze had een
allemachtig norse trek om de mond en
bleef me met een paar kille kraalogen
argwanend aanstaren, alsof ik iets oneer
baars van plan was met haar twee naza
ten. Het viel me ook op dat ze begon te
stralen toen een wildvreemde parkeerster
op me af kwam en me beval mijn auto
tien meter verder neer te zetten. 'Ik kan
er niet uit', zei dat mens bars. Ik zei
beleefd dat er voldoende ruimte was en
ik haar wel even uit de rij wilde dirige
ren, maar ze draaide me de rug toe en
stampte in militaire pas naar haar auto
terug. Leek wel de commandant van een
vuurpeloton, die terugmarcheert nadat
hij de ter dood veroordeelde heeft
gewaarschuwd dat hij moet opschieten
met roken. Ik deed dus wat me was
bevolen en ook de Volvo schoof een
eindje op.
Solitair
Omdat de juffrouw en haar moeder me
daarna met vereende krachten begonnen
door te zagen over zaken als het ijzeren
moessQn
Helemaal robelï
12