Gelaatstrekken De tantes van Anneloes Timmerije, zoals zij ze beschrijft in haar boek Indisch zwijgen voelen zich niet Indisch. Neem nou tante Lil. Deze tante sluit met haar komst in Nederland haar verleden af. Ze doet haar best haar kinderen zo Hollands mogelijk op te voeden. Het huishouden kijkt ze af bij de buren. Als zij ramen wassen, doet zij het ook. Als zij grote schoonmaak houden, doet zij het ook. In de vroege jaren vijftig wordt tante Lil op straat uitgemaakt voor pinda-chinees, maar daar heeft ze geen last van. Ze gaat direct aan het werk en leert op de werkvloer de Nederlandse volksaard kennen. Deze tante zegt dat zij zich nooit Indisch gevoeld heeft, maar praat desondanks wel over 'zij' (de Hollanders) en 'wij' (de Indische mensen). Er zijn meer tantes, oud-tantes, en wanneer de auteur naar die tantes kijkt/keek ziet zij Indische vrouwen, maar 'als mijn tantes naar zichzelf kijken zien ze "Europese" vrouwen.' Anneloes weet niet wat ze hoort! Zelf heeft ze een Indische moeder en een Hollandse vader en zij ziet er niet Indisch uit. Wat zeggen bekenden tegen haar: 'Je gaat steeds meer op je moeder lijken. Vroeger leek je meer op je vader.' En nu de tantes. Gaan zij meer 'verkazen' met het stijgen der jaren? Nee, helemaal niet. Tante Mies, oud-tante, die altijd de meest Hollandse van de zusters werd genoemd, lijkt veel Chineser. Dat is ook met de gezichten van de andere tantes het geval. Ook bij de broers van Anneloes' moeder komen Chinese gelaatstrekken te voorschijn die daarvoor niet of nauwelijks zichtbaar waren. Net op tijd krijg ik dit boek van Anneloes in handen, anders zou ik eens mogen denken dat ik de enige ben bij wie het uiterlijk aan verandering onderhevig is. Laatst kijk ik in de spiegel en ik denk: Verrek, dit ben ik niet, dit is iemand anders. Maar wie? Ik betreed een nieuw en onbekend terrein, want ik lig al voor op de tantes en ooms van Anneloes. Het Chinese (of Japanse) zit er vanaf het begin al in en als gewone Indische kan ik so wie so niet door de beugel. Als je dan verandert, waar gaat het dan naar toe? Ik herken mijn eigen gezicht niet. Ik ben het wel, dat is zeker, want als ik mijn wang beklop ben ik degene die het voelt. Ik moet Anneloes eens bellen, want hoe is het met die tantes verder gegaan? Tast die uiterlijke verandering ook je binnenste aan? Wil je misschien trompet gaan spelen, terwijl je altijd liedbegeleiding op gitaar gepraktiseerd hebt? Wil je opeens in het leger, terwijl je altijd in de zachte sector werkzaam bent geweest? Word je kasar en zeg je voortaan met een flinke harde stem gewoon recht voor z'n raap wat je denkt, net als grootvader Timmerije? Wellicht word je ongastvrij, grof en ga je je huishouden op orde brengen. Je wacht je beurt niet meer af, maar vraagt wat je hebben wilt. Je loopt niet meer door een trappenhuis, maar je gaat er stampend, stijgend of dalend, doorheen. Je snijdt geen bescheiden stukje taart meer voor jezelf, maar je scoort grote punten. De bijna onzichtbare dingen schaf je af: wat speciale oogopslag of subtiel handgebaar: je veegt de medemens met een breed gebaar van de kaart. Zo'n soort verandering? De schoolfotograaf heeft net zijn jaarlijkse ronde weer gedaan. Misschien wil Moesson volgende keer mijn nieuwe foto plaatsen. Dan ziet u het zelf. Ik ben het niet meer. Er is een vreemdeling nieuweling andersling in mij gevaren. Jill S t o 1 k door Ciska Cress rige maand had ih beloofd om iets over Bali te schrijven, met natuurlijk twee recepten. Wij hebben gegeten in Sanur, een Balinees restaurant. /Co n huisje op hoge palen, een laag tafeltje en zi ttend in lotushouding op een matje. Om ons heen slingerden er een paar apen, enkele kar bouwen waren aan het gra zen en tientallen Lippen aan het scharrelen. Tussen de hoge palmbomen leek het eethuisje wel een romantische boomhut, waar vroeger Tarzan en Jane verbleven. Ik voelde me wel een beetje Jane, maar de enige Tarzan in de buurt was onze chauffeur Kadek, die ongetwijfeld wel voor Tarzan wilde spelen. Helaas koesterde ik geen romanti sche gevoelens voor hem. Zeker niet toen het eten gebracht werd en Kadek zonder te wachten op de anderen begon te eten met open mond en enorme smakgeluiden produceerde. En tenslotte nog ste vige boeren liet na het nuttigen van zijn maaltijd, terwijl hij zijn ijsthee naar binnen slurpte. Wat kan een mens een hoop kabaal maken! Mijn vriendin en ik keken elkaar aan en kregen vreselijk de slappe lach. Maar het lachen ver ging ons snel; één van de apen had zeker gedacht dat wij om hem lachten. Om nog leuker te willen doen, greep hij de bril van mijn vriendin's neus en ging ermee van door. Grote consternatie. Hij vluchtte de hoogste boom in en al spelend met de bril, daagde hij ons uit. En ja hoor, een van de glazen viel naar beneden. De bediendes snelden toe met een zak fruit en moessQn c u 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2002 | | pagina 14